Tekstweergave van GA-1924_MB011_00069

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM landsche vertaling van „Toevlucht voor be - hoeftigen”. Den laatste bijnaam kreeg de straat ook omdat zij door haar lengte een toevlucht werd voor vele menschen, die uit de stad ver - dreven werden, omdat ongeveer in dien tijd de verandering begon van woonhuizen in magazijnen en kantoren, waardoor de woon - gelegenheid inde stad dus verminderde. L. A. W. De heer J. D. Ketelaar zond een bijdrage zakelijk van denzelfden inhoud. Ik licht er het volgende uit: „Wat de winkels inde P. C. Hooftstraat betreft, geheel zonder is deze niet lang geweest, want bij het successievelijk afbouwen der straat, werden al spoedig ongeveer in het midden, van de Stadhouderskade afgerekend rechts, twee winkelhuizen met afzonderlijk verhuurde bo - venwoningen aangetroffen. Ineen dezer winkel - huizen was omstreeks 1875 gevestigd de horloge - maker Seijm, die zijn zaak daarheen verplaatst had van de Vijzelstraat bij de Keizersgracht”. Amsterdam in beeld. Het September - nummer van Westermanns Monatshefte pu - bliceert een artikel over den berlijnschen schilder Max Rabes. In kleurendruk zijn gere - produceerd twee stadsgezichten Prinsengracht bij de Westermarkt en Singel tegenover het Bevolkings-register. J. W.E. Tentoonstelling betreffende het IJ en omgeving. Van i—15 October zal in het Stedelijk Museum eene tentoonstelling worden gehouden van teekeningen en prenten uit den historisch topographischen atlas van den het gemeente-archief betreffende den IJkant, het IJ en zijne omgeving. Wij wekken onze lezers op daar een kijkje te nemen. Vondelpark. Bij Ernst Oldenburg te Leipzig verscheen een boekske Ndchte im Vondelpark, geschreven door Salamon Dem - bitzer. Het is een bundeltje kleine letterkundige schetsen en vertellingen over alledaagsche voorvallen des levens, dat zijn titel ontleend aan de laatste schets Ndchte im Vondelpark (Tagebuchbldtter eines W ahnsinnigen). Bij - zonderheden of schilderingen, die men zou verwachten heb ik niet gevonden ; het is een literair schetsje, over welks waarde ik geen oordeel mag hebben. Schrijver geeft blijk met den localen toestand bekend te zijn b.v. het Vondelpark is donker en vochtig, het ligt bij het Leidscheplein, Amsterdam zelf is een „schreckliche Grachtenstadt". Behoudens dan de titel is het boekske, om zoover ik zien kan, waardeloos voor de kennis van Amsterdam. J. W. E. Amsterdam dooreen vreemdeling be - zocht. Van denzelfden Salomon Dembitzer verscheen, ook bij Olderiburg te Leipzig een bandje Holldndische Erde. Het heeft voor Am - t sterdam meer waarde hoewel toch ook weinig : t er zijn hoofdstukjes opgenomen over Amster - dam, over straten te Amsterdam en over de i Jodenbreestraat. Amsterdam, bijzonder de i grachten, hebben niet schrijvers sympathie; vuil smerig water vol vuilnis, dat is alles wat hij er van weet te zeggen: over de wondere schoonheid der bebouwing geen woord. J. W. E. i c De bellen van het Lyceum. Mag ik even reageeren op het stukje in het laatste t nummer van A mstelodamum getiteld de A mster - , damsche Lucht. , De ontboezeming kan ik begrijpen. Het con - i trast tusschen oude buurt en nieuwe buurt voel ik. Maar hoe keek ik op toen ik daar het gelui van het Lyceum genoemd zag naast draaiorgels, straatmuzikanten enz. Ik heb met het aanschaffen van die klokken doelbewust ; een poging gedaan om aan deze buurt zonder karakter althans eenig karakter te geven, en mocht ook inde omgeving hooren dat dit ge - waardeerd werd. Kerkklokken kunnen inde oude buurt niet gemist worden. Inde nieuwe buurt hebben wij helaas geen kerken. Nu moet de school probeeren een centrum van gemeen - schapsleven te vormen. Het luiden van klokken en wij zijn zoo gelukkig een alleraardigst klein carillon ten geschenke te hebben ge - kregen komt aan dit pogen in niet onbe - langrijke mate ten goede. Ik weet bijv. hoe verleden jaar met Kerstmis en op Oudejaars - avond velen inde buurt hun ramen hadden opengezet, er vast op rekenend dat ons carillon zou spelen, hetgeen natuurlijk ook geschied is. Het gaf een stil gevoel van saamhoorigheid. Moet deze poging om ook een nieuwe buurt van Amsterdam eenig karakter te geven, nu zoo worden gehoond als in dit artikel geschiedt? C. P. Gunning. Rector van het amsterdamsch Lyceum. Dr. Gunning noemt de luiklokken een carillon waarop gespeeld kan worden. Ten onrechte. Het zijn slechts drie bellen, gegoten door Taylor te Loughborough, ingericht om geluid te worden, inde toonhoogte f, g, bes. Hoewel natuurlijk anders, zijn ze principieel van dezelfde orde als de bellen inde naburige r.k. Rozenkrans-kerk inde Obrechtstraat. J. W. E. Heerengrachx 475. Mr. A. Loosjes be - schrijft en beeldt af in Buiten van 14 en 22 Juni, het huis aan de Heerengracht 475 tus - schen de Leidsche- en Vijzelstraat, waar sinds 1907 gevestigd is de Hollandsche Sociëteit van Levensverzekeringen, de oudste maatschap - pij van dien aard op het vaste land van Europa en Amerika, in 1807 opgericht. Het artikel leent zich moeilijk tot excerpeeren; het is in 61