Tekstweergave van GA-1924_MB011_00065
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
MEDEDEELINGEN
VAN
HET
BESTUUR
Het
Bestuur
noodigt
leden
met
hunne
dames
uit
tot
het
bijwonen
vaneen
afscheids
-
bijeenkomst
van
de
Commissie
voor
het
Stadsschoon,
te
houden
op
Vrijdag
24
October,
a.s.
’s
avonds
8
uur
in
het
Stedelijk
Museum,
op
welke
bijeenkomst
de
heer
J.
de
Meyer,
secretaris
van
genoemde
commissie
een
voordracht
met
licht
-
beelden
zal
houden
getiteld:
Over
het
karakteristieke
schoon
van
Amsterdam.
*
*
*
HISTORISCHE
TENTOONSTELLING
1925
Het
bestuur
heeft
besloten,
naar
aanleiding
van
het
feit
dat
het
den
27
slen
October
1925
zes-en-een
halve
eeuw
zal
geleden
zijn,
dat
Amsterdam
van
Graaf
Floris
V
zijn
eerste
privilegie
ontving,
inden
loop
van
het
volgend
jaar
eene
historische
tentoonstelling
te
houden.
Tevens
herdenkt
ons
Genootschap
zelf
dat
het
den
i
sten
Mei
1900,
dus
25
jaren
geleden,
in
het
leven
trad.
Dit
privilegie,
waarbij
de
graaf
van
Holland
aan
de
Amsterdammers
onder
-
danen
van
den
Heer
van
Amstel,
die
een
leenman
was
van
den
utrechtschen
Bisschop
•
het
recht
gaf
om
zonder
tol
te
betalen
vrij
met
hunne
schepen
door
Holland
te
varen,
is
het
oudste
stuk,
waarin
de
naam
der
stad
voorkomt.
Het
is
als
het
ware
eene
profetie
van
wat
de
stad
eenmaal
zou
zijn,
toen
de
Amsterdammers
niet
slechts
door
Holland,
maar
door
de
geheele
wereld
hunne
schepen
zonden.
In
1876
heeft
men
dit
feit
herdacht,
door
het
houden
eener
groote
Historische
Tentoonstelling
inde
lokalen
van
het
Oude
Mannenhuis.
De
tentoonstelling,
die
thans
wordt
voorbereid,
zal
gehouden
worden
in
het
Rijksmuseum
voor
zoover
het
den
tijd
vóór
1795
betreft,
en
in
het
Stedelijk
Museum
voor
het
tijdvak
van
1795-1914.
Het
Beschermheerschap
der
Tentoonstelling
en
het
Voorzitterschap
van
het
Eere-comité
is
aanvaard
door
den
heer
W.
de
Vlugt,
burgemeester
van
Amsterdam.
Voorts
treden
als
beschermheeren
op
de
heer
dr.
J.
Th.
de
Visser,
Minister
van
Onder
-
wijs,
Kunsten
en
Wetenschapen,
en
de
heeren
mr.
dr.
W.
G.
van
Leeuwen,
Vice-
President
van
den
Raad
van
State,
en
jhr.
mr.
dr.
A.
Roëll,
Commissaris
der
Koningin
in
Noordholland,
beiden
oud-burgemeesters
van
Amsterdam
en
oud-beschermheeren
van
Amstelodamum.
Het
Eere-comité
is
voorts
samengesteld
uit
de
heeren
dr.
C.
J.
K.
van
Aalst,
A.
Asscher,
mr.
B.
E.
Asscher,
jhr.
mr.
J.
F.
Backer,
W.
F.
C.
Druijvesteijn,
S.
P.
van
Eeghen,
J.
ter
Haar
Jr.,
E.
Heldring,
C.
M.
Herckenrath,
mr.
F.
Kranenburg,
E.
S.
Labouchère,
F.
Lieftinck
J.H.zn.,
jhr.
W,
H.
van
Loon,
H.
W.
van
Marle
Jr.,
prof.
mr.
F.
A.
Molster,
Abr.
Muller,
E.
Polak,
S.
Rodriguez
de
Miranda,
mr.
dr.
C.
F.
Schoch,
jhr,
C.
C.
Th.
Six
c.L,
prof.
jhr.
dr.
J.
Six,
mr.
G.
Vissering,
dr.
S.
H.
J.
Vos,
M.
P.
Voute,
mr.
W.
J.
M.
Westerwoudt,
F.
M.
Wibaut,
J.
F.
A.
M.
Wierdels.
Het
Uitvoerend-comité
bestaat
uit
de
heeren
prof.
dr.
H.
Brugmans,
Voorzitter,
dr.
Joh.
C.
Breen,
ie
Secretaris,
J.
F.
L.
de
Balbian
Verster,
2e
Secretaris,
A.
E.
d’Ailly,
C.
W.
H.
Baard,
J.
Th.
Boelen,
dr.
M.
G.
de
Boer,
I.
J.
Brugmans,
dr.C.P.
Burger
Jr,,
J.
van
Eek,
mr.
Chr.
C.
P.
van
Eeghen,
C.
G.
’t
Hooft,
A.
A.
Kok,
C.G.
Vattier
Kraane,
G.
Leonhardt,
dr.
J.
F.
M.
Sterck,
mr.
P.
J.
van
Tienhoven
en
dr.
F.
C.
Wieder.
Als
adjunct-secretaris
is
aan
het
Comité
toegevoegd
de
heer
H.
van
der
Bijll,
candidaat
inde
geschiedenis,
terwijl
als
adviseurs
optreden
de
heeren
F.
Schmidt
Degener,
Hoofddirecteur
van
het
Rijksmuseum
en
jhr.
D.
C.
Roëll,
assistent
bij
den
dienst
van
het
Rijksmuseum
De
leden
der
Commissie
houden
zich
ten
zeerste
aanbevolen
voor
schriftelijke
opgaven,
betreffende
kunstvoorwerpen
of
andere
zaken,
die
voor
tentoonstelling
in
aanmerking
zouden
kunnen
komen.
57