Tekstweergave van GA-1924_MB011_00039
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
dagschuiten
waren
ook
nachtschuiten
inge
-
legd,
die
bij
het
luiden
der
poortklokken
Am
-
sterdam
moesten
verlaten
en,
buiten
de
poort
somtijds
om
twaalf
ure
's
nachts
vertrokken.
Aan
gezelligheid
inde
schuiten,
daaraan
be
-
hoeft
men
niet
te
twijfelen,
heeft
het
niet
ontbroken.
leder
die
nog
wel
eens
een
reis,
voor
ongeveer
vijftig
jaren,
ineen
trekschuit
heeft
medegemaakt
bewaart
hieraan
de
aan
-
genaamste
herinneringen.
Haast
kende
men
in
die
dagen
niet,
en
het
te
laat
aankomen
van
een
kwartier
of
een
half
uur
legde
geen
gewicht
inde
schaal.
De
eenigszins
luxurieus
inge
-
richte
roef
met
het
smalle
tafeltje,
waarop
het
busje
voor
den
jager
was
geplaatst,
gaven
aan
de
reizigers
eene
benijdbare
intieme
stem
-
ming.
Langs
de
vrij
groote
ramen
kabbelde
in
gelijkmatige
deining
het
water,
en,
alsof
ze
een
morgengroet
wilden
brengen,
doken
de
witte
lelien
onder
de
langzaam
voortrollende
golfjes.
De
gesprekken,
meestal
over
politiek
of
plaatselijke
toestanden,
waren
weleens
de
aanleiding
tot
eene
onderlinge
verwijdering,
doch-werden
ook
gevoerd
tot
een
aangroeiend
vermaak
van
de
overige
passagiers.
De
post
uit
Amsterdam
vertrok
dagelijks
naar
den
Helder,
Texel,
’t
Vlie,
Utrecht,
de
binnen
-
landsche
en
generaliteits-steden,
Den
Haag,
Haarlem
en
Noordholland.
Bovendien,
be
-
halve
op
Zondag,
des
avonds
half
zes
een
extra
post
naar
Haarlem.
Overigens,
op
de
verschillende
dagen
der
week
vertrokken
de
posten
naar
de
andere
deelen
van
het
land
en
naar
het
buitenland.
Het
opwekkend
hoorn
-
geschal
van
den
postiljon
verbrak
voor
een
oogenblik
de
landelijke
stilte
en
deed
voor
korte
oogenblikken
den
bewoner
de
emotie
beleven,
dat
toch
ook
hij
niet
van
het
wereld
-
verkeer
was
uitgesloten.
A.
H.
VAN
SCHIEVEEN
Spiegelgevecht
op
het
IJ
in
1697.
Het
Scheepvaartmuseum
is
onlangs
in
het
bezit
gekomen
vaneen
schilderij,
dat
in
ver
-
schillend
opzicht
beteekenis
heeft.
Het
geeft
een
levendige
voorstelling
door
Abraham
Storck,
van
het
waterfeest
op
het
IJ,
den
isten
September
1697,
ter
eere
en
in
tegen
-
woordigheid
van
Peter
de
Groote.
Liefst
werkte
hij
als
Pieter
Michaëloff
of
„Pieter
-
baas”
in
stilte
op
de
Compagnieswerf
en
on
-
gaarne
vertoonde
hij
zich
in
het
publiek,
maar
op
zulke
vertooningen
was
hij
verzot.
Nu
werd
er
als
trouwe
nabootsing
vaneen
zeeslag,
een
spiegelgevecht
geleverd,
waaraan
alle
vaartuigen
van
de
beide
Jagthavens
(de
toen
-
malige
zeilvereenigingen),
deelnamen.
Het
ging
alles
volgens
strenge
voorschriften
onder
het
oppercommando
vaneen
echten
vloot
-
voogd,
vice
admiraal
Gillis
Schey,
aan
boord
van
het
groot
jacht
der
0.1.
Compagnie.
Toen
de
eskaders
elkaar
passeerden,
werd
er
furieus
geschoten
met
geschut
en
musketten.
Bij
het
voorbijvaren
van
het
jacht
met
den
Tsaar
en
het
geheele
moscovische
gezantschap
bulderde
het
op
de
schepen
en
met
heele
batterijen
van
den
wal,
zoodat
Amsterdam
en
heel
Waterland
er
van
daverde
en
dreunde.
Den
Tsaar
ging
het
nooit
hard
genoeg
en
hij
genoot
van
het
gevecht,
dat
eerst
tegen
den
avond
werd
afgebroken.
Van
dit
kleurige
en
schilderachtige
vertoon
heeft
Storck
een
duidelijk
beeld
gegeven.
Het
nieuwe
schilderij
is
in
het
Museum
thans
opgenomen
ineen
groep,
waarbij
eenige
daarbij
behoorende
prenten
uit
dien
tijd
en
o.a
een
ander
schilderij
van
Storck,
met
de
feestelijke
indienststelling
van
het
groote
jacht
Peter
en
Paul,
voor
de
O.
X.
Compagnie,
dat
door
Peter
zelf
was
gebouwd,
bij
wijze
van
proefstuk
voor
den
rang
van
scheepstimmer
-
man.
Er
ligt
een
afschrift
van
zijn
testi
-
monium.
Een
lastig
heer.
Inde
N.
Roti.
Crt.
van
8
December
(Av.
C)
vertelt
Fr.
de
Witt
Huberts
van
Glaude
Léonard
Barré,
zkh
noemende
Théodore
Armand,
die
geboortig
uit
Veselay
in
Bourgondie,
zich
omstreeks
1714
in
Amsterdam
vestigde.
Hij
voorzag
in
zijn
levens-onderhoud
door
lessen
in
het
schoon
-
schrijven.
Ook
maakte
hij
verzen.
Vooral
omtrent
de
waarde
zijner
gedichten
was
hij
uitermate
gevoelig.
Driftig
van
nature
kon
hij
dienaangaande
geen
aanmerkingen
ver
-
dragen.
Hij
verviel
dan
tot
ongepaste
en
onge
-
oorloofde
daden/
die
hem
in
aanraking
brach
-
ten
met
de
justitie.
Even
zoo
gedroeg
hij
zich
bij
de
berechting
zijner
zaken
voor
Schepenen
en
voor
het
Hof
van
Holland
te
’s
Gravenhage.
Gevangen
gezet
inde
Gevangenpoort
aldaar,
liet
zijn
gedrag
daar
zooveel
te
wenschen
over,
dat
de
Justitie
wederom
meende
te
moeten
ingrijpen
en
hem,
door
onthoofding,
ter
dood
veroordeelde.
Het
vonnis
werd
23
Juli
1734
voltrokken.
Inderdaad,
een
„lastig
heer”.
J.
W.
E.
VRAGENBUS
(Verzoeke
antwoorden
De
Lairessestraat.
170)
VRAGEN
Vander
Vijver’s
Jaarboeken.
—
Van
welk
jaar
tot
welk
jaar
zijnde
Jaarboeken
der
Stad
Amsterdam
van
C.
van
der
Vijver
omstreeks
1830
uitgegeven
?
H.
van
der
Bijli.
Joris
Dumery,
klokgieter.
In
het
onlangs
verschenen
boek
over
Beiaarden
van
E.
Hullebroeck
wordt
herhaaldelijk
gesproken
van
dezen
klokgieter,
die
o.a.
de
fraaie
bellen
van
de
Halletoren
te
Brugge
en
drie
klokjes
voor
den
Nieuwekerkstoren
te
Delft
goot.
Hij
wordt
in
dit
werk
gezegd
te
zijn
„van
Amster
-
dam”.
Is
dit
documenteel
juist
en
zoo
ja,
waarop
steunt
dit
beweren?
A.
Eoosjes
31