Tekstweergave van GA-1924_MB011_00020

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM LANGS DEN WEG Schending van stadsschoon. Met be - langstelling heb ik inde aflevering van Decem - ber 1923 Verdwenen Stadsgezichten van den heer I. J. Brugmans gelezen. De heer Brugmans schrijft inde laatste alinea: „En zoo doet zich het merkwaardige feit voor, dat in het tijdperk, waarin eene sterkere intensiveering van het rijverkeer plaats vond dan ooit tevoren, minder oud - amsterdamsche stadsgezichten zijn geschonden dan inde perioden, die voorafgingen”. De heer Brugmans stelt zich blijkbaar op het standpunt, dat de doorbraken, dempingen en walverbreedingen geschied vóór 1895, niet langer voorzien hebben dan tot igoo en dat na dien tijd de eischen van het verkeer op raadselachtige wijze door stadsbestuur en schoonheids commissie zijn opgelost. Mijne meening is echter, dat het geringere aantal schendingen van stadsschoon na 1900 minder aan de veranderde oude-kunst appre - ciatie te danken is, dan wel aan den vérzienden blik van de overheid van vóór 1895, zoodat haar werken, met helaas daaraan verbonden vernieling van stadsschoon, voor meer dan enkele tientallen jaren voldoende is gebleken. P. H. van Niftrik. Amsterdamsche foto's. De heer Bern. F. Eilers, kunst- en reproductie-fotograaf heeft een tweede serie Stemmingsbeelden van Amster - dam inden handel gebracht. Twaalf prent - briefkaarten in omslag voor f 0,75. Men her - innert zich stellig de eerste serie en de beteeke - nis er van : geen afbeeldingen van stads - gezichten zijn het, die de heer Eilers wil vast - leggen ; het doel is de ongeëvenaarde schoon - heid van Amsterdam en de nergens elders te vinden eigenaardige atmosfeer van onze stad door foto in beeld te brengen. Van daar terecht de titel dezer nieuwe serie, die weder - om warme aanbeveling verdient: Singel, Heeren - gracht, Weesmeisjes, Begijnenhof, Oude Kerks - plein, Oudezijds Voorburgwal, Stroomarkt en Kattegat, Brouwersgracht en Binnen-Amstel, waren dit keer de plaatsen voor de lens genomen. J. W. E. Luifels. J. C. Waal schrijft inde Win - kelier van 22 December over Oude winkelluifels te Amsterdam. Inden franschen tijd moesten zij van overheidswege worden weggenomen ; in latere jaren zijn er weer aangebracht. Ze waren opwaarts-staand of afwaarts-hangend ; soms als bij de afgebroken Westerhal op de Westermarkt rustten de voorste hoeken op pilaren. Vaak werd op de voorzijde een op - schrift geschilderd. Vele daarvan zijn gedrukt inde zeventiende-eeuwsche collecties van Van den Berg en Sweerts. Nog bestaan hier in Amsterdam enkele luifels. Schrijver noemt de hoefsmederijen op het Markenplein en bij de Handelsschool, een perceel op het Damrak, waar de wed. Groh een vischwinkcl dreef (sedert vernieuwd) en een perceel bij de Nieuw - markt, bewoond door den heer Snijder, een zaak in verbandlinnen en witte goederen, welke al zeer oud was, blijkens het feit, dat minder - gemiddelden daar het doopgoed plachten te huren tegen / 2,50 voor de keer, dat de jong - geborene ten doop werd gehouden inde kerk. Deze luifel is te vinden voor het perceel Barn - desteeg hoek Kloveniersburgwal en is daardoor tevens een goed voorbeeld vaneen hoekluifel, die in twee straten tegelijk hangt. Een en ander wordt toegelicht door luifel - afbeeldingen naar oude afbeeldingen; hoek - huis Dam en Damrak; Heiligenweg hoek Kalverstraat en Kalverstraat daartegenover (thans de Bonneterie, vroeger het kistenma - kerspand) ; Bloedstraat hoek Nieuwmarkt en St. Anthonuswaag : Vijgendam. J. W. E. W.C. In Amstelodamum p. 3, leesik.dat historisch niet zonder belang zou zijn, iets van de „gemakken” inde grachtenhuizen van vroegeren tijd te weten. Daaruit leid ik af, dat onbekend is het voorkomen van die „gemakken” inde kamers. Vaak of inden regel daarin alleen. Dikwijls in meer dan één vertrek. Aan dezen toestand herinnert ook de wijze, waarop die „gemakken” later inde gang werden aangebracht. Gewoonlijk gebrek - kig. Soms zeer zichtbaar, in eenen hoek van de gang, met ronde deur. Ook wel onder de trap naar de eerste verdieping. Uiteraard was de ruimte dezer vertrekjes zeer klein. D. P. D. Fabius. Stadsschoon. Prof. Brugmans heeft zich door het Handelsblad (8 Dec. Av. III.) laten interviewen. Het is de oud-voorzitter van Heemschut, die aan het woord is en met klem betoogt, dat de vereeniging slechts strijdt voor het behoud van het schoone, niet voor het oude. „Heemschut is niet antiqua - risch”. Zie hier een fragment. „Amsterdam ! Waarom moesten de zij - grachtjes van de Jordaan verdwijnen ? Daar was nu toch werkelijk geen verkeersbelang bij betrokken. En waarom moest, toen, inder - daad noodzakelijkerwijze, de Nieuwe Zijds Voorburgwal werd dicht gegooid, ook de daar - mede parallel loopende Nieuwe Zijds Achter - burgwal worden omgedempt in die vervelende, karakterlooze Spuistraat ? „Dempen is altijd verkeerd. Maar zeker in Amsterdam, de stad der grachten, waar het water het levend element is; waar de boomen langs den wallekant de schoonheid nog verdiepen. „Berlage begrijpt dat zoo! Hij wil, naast zijn gesloten stadsbeelden, grachten maken inden nieuwen aanleg. Heemschut heeft dat met pleizier gezien, omdat het zoo graag het 12