Tekstweergave van GA-1924_MB011_00013
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
als
dwaaltuin
:
een
rond,
somtijds
vierkant
aangelegd
perk
met
allerlei
lanen,
van
elkaar
gescheiden
door
niet
te
hoog
heestergewas,
die
doodliepen,
hier
en
daar
met
elkander
verbinding
hadden,
waardoor
men,
den
weg
wetende,
het
middelpunt
kon
bereiken.
Van
allerlei
was
er
bij
die
doolhoven
als
kijkspel
te
zien.
In
het
Oude
Doolhof
Prinsengracht
hoek
Looiersgracht
(zuidzijde)
o.a.
de
Goliath,
die
thans
in
het
Rijks-museum
te
zien
is;
men
zegt
dat
de
pop
gesneden
is
door
Albert
Vinckenbrinck
(+
c.
1664),
die
ook
gesneden
heeft
de
preekstoel
inde
Nieuwekerk,
en
Besje
van
Meurs,
die
in
39
jaar
gsgeten
noch
gedronken
zou
hebben
en
door
haar
plaatsing
in
het
Oude
Doolhof
beroemd
is
gebleven;
vervolgens
een
historische
beeldengalerij
(Alva,
Willem
de
Zwijger,
prins
Maurits
e.a.).
Inde
tuin
zelf
was
een
italiaansche
fontein
en
waren
er
bedriegertjes.
Het
Oude
Doolhof
had
concurrentie:
het
Nieuwe
Doolhof
op
de
Rozengracht
en
het
groote
of
fransche
Doolhof
buiten
de
Antonispoort,
waarover
de
heer
J.
C.
Waal
in
Buiten
van
1
December
eveneens
allerlei
Dijzonderheden
vertelt.
Het
oude
Doolhof
was
het
laatste
dezer
pleiziertuinen
in
Amsterdam
;
het
is
in
1864
geveild.
Sedert
zijn
er
nieuwe
ontstaan
en
verdwenen.
Het
Panopticum
van
1883
had
er
een
met
spiegels.
Leonard
A.
Springer
legde
er
een
aan
in
noordhollandschen
trant
voor
het
Broekerhuis
aan
den
Amstelveen
-
schen
weg.
Bij
het
Marktplein
van
Oud-
Holland,
tijdens
de
tentoonstelling
van
het
Hotel-
en
Reiswezen
in
1895,
was
er
een
geconstrueerd,
waarin
ik
mij
met
Moes
ver
-
lustigd
heb,
niet
zonder
hulp
vaneen
suppoost
om
den
richtigen
weg
te
vinden.
In
1892
werd
er
een
vertoond
in
het
café
Vondel
inde
Vondelstraat,
waar
Jannetje
Struik,
de
millioenen-juffrouw,
in
levenden
lijve
te
aanschouwen
was.
J.
W.
E.
Architectuur
in
plan
Zuid.
In
Opgang
van
1
December
schrijft
Willem
C.
Brouwer
te
Leierdorp
over
de
aesthetica
van
deze
jongste
stadsuitbreiding.
Hij
prijst
het
werk
van
tal
van
architecten,
die
daar
modern
werk
gebouwd
hebben
:
G.
J.
Rutgers,
B.
van
de
Nieuwen-Amstel,
N.
Lansdorp,
C.
Kruys
-
wijk,
G.
F.
la
Croix.
Toch
is
niet
tot
stand
gekomen
een
„levend
brok
stad”
;
het
is
geen
woonstad,
doch
een
stad
om
’s
nachts
onderdak
te
hebben.
„De
architecten,
de
aarts-technikers
werden
hier
in
Amsterdam-Zuid
over
't
algemeen
te
veel
aarts-decorateurs,
aarts-coulissen-scheppers
of
schortjes-hangers.
En
nu
is
’t
wel
een
onom
-
stootelijke
waarheid,
dat
Amsterdam-Zuid
veel
en
veel
belangrijker
is
dan
bijv.
de
Pijp
-
straten
of
de
Kinkerstraat,
en
dergelijke;
toch
blijft
’t
een
menschenwaardige
eisch
om
in
deze
lijn
niet
verder
te
werken,
en
mee
terug
te
komen
als
wat
daar
in
Rotterdam
(Droogdokken)
werd
tot
stand
gebracht
(Uitbreidingsplan-Berlage).
Ook
daar
heeft
Lansdorp
nog
zijn
werk
staan,
en
Baanders
en
Walter
Dahlen,
enz.
enz.
Doch
daar
is
alles
vaneen
meer
levensblijde
gedachte
doortrokken.
Daar
is
’t
de
mensch
die
leeft.
In
Amsterdam-Zuid
is
't
door
de
opgaaf
een
nummer.”
Afgebeeld
is
architectuur
inde
Meer
-
huizenstraat,
Borssenburgerplein,
Vechtstraat,
Holendrechtstraat
en
Amstelkade.
J.
W.
E.
OUD
EN
NIEUW
UIT
AMSTERDAM’S
VERLEDEN
Amsterdamsche
binnenlandsche
stoom
-
vaart-verbindingen,
In
het
onlangs
ver
-
schenen
geschrift
van
dr.
M.
G.
de
Boer
over
het
Leven
en
bedrijf
van
G.
M.
Roentgen,
grondvester
van
de
Nederlandsche
Stoomboot-
Maatschappij,
thans
Maatschappij
voor
schoep
-
en
werktuigbouw
Fijenoord,
is
behalve
van
algemeen
nederlandsch
belang,
natuurlijk
ook
van
bijzondere
beteekenis
voor
Rotterdam.
Toch
staat
er
wel
iets
in
over
Amsterdams
geschiedenis,
b.v.
over
de
communicatie
over
de
Zuiderzee
met
Groningen,
Friesland
en
Overijsel
(1823),
de
door
Roentgen
ontworpen
plannen
vaneen
sleepvaartdienst
Amsterdam-
Keulen
(1824)
en
de
concurrentie,
die
in
1831
geducht
werd
vaneen
ontworpen
spoorweg
-
verbinding
Amsterdam
—Keulen.
Op
de
uitvoering
dient
bijzondere
aandacht
gevestigd
te
worden
:
de
prenten
zijn
in
lichtdruk,
de
lettertekst
is
van
Ipenbuur
&
Van
Seldam,
de
band
naar
C.
A.
Lion
Cachet.
J.
W.
E.
Duitsche
banken.
—Het
bestuur
van
de
Vereeniging
voor
den
Effectenhandel
heeft
aangekondigd
dat
het
op
de
a.s.
vergadering
een
voorstel
zal
doen
om
een
verandering
aan
te
brengen
in
Ket
provisiereglement.
Naar
aanleiding
daarvan
gaf
de
N.
Rolt.
Crt.
van
19
November
Av.
Deen
lijstje
van
de
vijftien
duitsche
banken,
die
zich
op
het
oogenblik
in
Amsterdam
bevinden.
1.
De
N.V.
Handel
Mij.
de
Bary,
met
een
kapitaal
van
/
6
millioen.
Een
van
de
oprichters
was
de
directeur
der
Disconto
Gesellschaft,
wier
belangen
De
Bary
hier
ter
stede
vertegen
-
woordigt.
2.
De
commanditaire
vennootschap
Men
-
delssohn;
kapitaal
/
5
millioen,
een
onder
-
instelling
van
de
berlijnsche
firma
van
den
-
zelfden
naam;
deze
vennootschap
voert
hier
de
opdrachten
van
de
Rijksbank
en
van
de
duitsche
regeering
uit.
3.
Een
filiaal
van
de
Deutsche
Bank.
4.
De
commanditaire
vennootschap
Phoehl
en
Gutmann
;
met
een
kapitaal
van
/
3000000
vertegenwoordigt
de
Dresdner
Bank.
5.
De
N.V.
Vonder
Heydt-Kerstens
Bank
5