Tekstweergave van GA-1924_JB021_00040
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Eender
eerste
regeeringsdaden
van
Hare
Majesteit
de
Koningin
was
de
indiening
vaneen
wetsontwerp
tot
verbetering
van
dezen
verbindingsweg
met
de
zee.
De
Staten-Generaal
hechtten
daaraan
hun
goedkeuring
en
sedert
werd
hieraan
jaren
achtereen
gewerkt.
Groot
waren
de
aangebrachte
wijzigingen.
In
1898
bedroeg
de
diepte
9
M.
A.P.
thans
10.30
M.
A.P.,
terwijl
de
bodem
van
25
M.
tot
50
M.
werd
verbreed.
De
tegenwoordige
toestand
bleek
echter
nog
niet
bevredigend,
zoodat
een
onteigeningsprocedure
in
gang
is,
om
aan
het
kanaal
een
bodembreedte
van
100
M.
en
een
diepte
van
15,50
M.
te
geven.
De
spoorwegovergang
aan
de
Hembrug
werd
eveneens
verbeterd.
Bedroeg
de
vrije
doorvaarthoogte
van
de
oude
Hembrug
6,40
M.
+
N.A.P.,
die
van
de
nieuwe
is
10,70
M.
;
van
de
vrije
doorvaartwijdte
zijn
de
maten
resp.
19,50
en
55
M.
Deze
brug
werd
in
1907
voor
het
spoorwegverkeer
geopend,
nadat
reeds
eerder
te
Velsen
de
nieuwe
spoorbrug
in
gebruik
was
genomen,
die
ook
voor
het
scheepvaartverkeer
veel
minder
belemmerend
is
dan
de
oude.
De
draaibrug
voor
voetgangers
en
tram
aldaar
werd
vervangen
dooreen
pontveer.
In
het
schutten
te
IJmuiden
tracht
men
thans
weder
verbetering
te
brengen
door
den
bouw
vaneen
nieuwe
groote
sluis,
waarvoor
zoowel
het
Rijk
als
de
Gemeente
zich
aanzienlijke
offers
getroosten.
Ook
aan
de
entrepotdokken
en
kaden
werd
veel
zorg
besteed.
In
1890
werd
het
oude
Gemeentelijke
Handelsentrepót
aan
het
Kadijksplein
voor
2J
millioen
gulden
van
het
Rijk
gekocht,
onder
de
verplichting,
dat
de
Gemeente
vóór
1
Januari
1900
een
nieuw
entrepot
zou
bouwen.
Dit
geschiedde.
In
het
aanvangsjaar
van
de
nieuwe
eeuw
werd
de
eerste
pakhuisruimte
in
gebruik
genomen.
Met
den
bouw
van
verschil
-
lende
kademuren,
o.a.
aan
de
Ertskade
en
op
het
IJ-eiland,
werd
in
1898
aangevan
-
gen
;
aan
de
Silokade
meerde
in
dat
jaar
voor
het
eerst
een
zeeschip,
terwijl
in
1901
de
beide
bouwvallige
houten
scheepssteigers
aan
den
Westerdoksdijk
dooreen
nieuw
steenen
hoofd
van
200
M.
lengte
en
5°
M.
breedte
vervangen
werden.
De
kade
-
lengte
voor
diepgaande
schepen,
welke
in
het
jaar
1898
circa
2000
M.
groot
was,
vermeerderde
door
deze
en
dergelijke
werken
tot
12000
M.
!
Het
aantal
droogdokken
in
1898
zes
(waarvan
het
grootste,
het
Wilhelmma
-
dok
met
een
hefvermogen
van
7500
ton)
is
sedert
verdubbeld;
terwijl
bovendien
een
drijvend
dok
voor
25.000
ton
en
drie
gegraven
dokken,
waarvan
het
grootste
27.000
ton
hefvermogen
zal
verkrijgen,
in
aanbouw,
deels
zelfs
reeds
voltooid
zijn.
Het
tot
stand
brengen
van
al
deze
nieuwe
werken
wijst
op
een
belangrijke
toeneming
van
het
scheepvaartverkeer.
Deze
vond
ook
inderdaad
plaats.
Het
aantal
aangekomen
zeeschepen
bedroeg
in
1898
1871,
metende
6.076.634
M
3
;
in
1923
304
1
roetende
4