Tekstweergave van GA-1924_JB021_00037

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
VIJF EN TWINTIG JAAR AMSTERDAMSCH GEMEENTEBELEID (1898-1923) DOOR W. DE VLUGT, BURGEMEESTER VAN AMSTERDAM Er is nog weinig geschreven over de allerjongste geschiedenis van onze stad. Toch is het alleszins de moeite waard, de ontwikkeling van Amsterdam inde laatste jaren na te gaan. Ik heb daarom niet willen weigeren, toen de Redactie van Amstelo - damum mij verzocht, hetgeen ik elders over dit onderwerp schreef, nader te willen uitwerken voor haar Jaarboek. De stof is zoo rijk, dat ik niet meer heb kunnen doen, dan het aangeven van groote lijnen. Toch zal ook deze korte schets reeds doen zien, welk een levenskracht onze stad in het besproken tijdperk ten toon spreidde. Uiterlijk der stad. Laat mij met het uiterlijk van de stad aanvangen. De uitbreiding van 1896, waarbij Amsterdam met gedeelten van de gemeenten Sloten, Diemen en Nieuwer-Amstel was vergroot, bleek spoedig zoo onvoldoende, dat reeds drie jaar later, op initiatief van eenige raadsleden plannen voor een nieuwe annexatie werden ontworpen. Niet zonder moeite kwam eindelijk in 1920 een wet tot stand, waarbij de gemeenten Buiksloot, Nieuwendam, Ransdorp, Watergraafsmeer en Sloten benevens gedeel - ten van de gemeenten Westzaan, Zaandam, Oostzaan, Diemen, Ouder-Amstel en Nieuwer-Amstel werden ingelijfd. De grondoppervlakte der Gemeente vermeerderde door deze uitbreiding van 4630 H.A. tot 17455 H.A. d.w.z. het „Amsterdam” van nu is ongeveer 3| maal dat van 1898 ! Het aanzien der stad veranderde sterk. Inde eerste plaats : geheel nieuwe buurten verrezen en verrijzen nog steeds. Thans terwille vaneen systematische bebouwing, volgens vooraf ontworpen stratenplannen. Behalve op den aanleg van kleinere stadsdeelen als de Transvaalbuurt, de Indische buurt en de Spaarndammerbuurt hebben deze betrekking op de Uitbreiding-Zuid,