Tekstweergave van GA-1924_JB021_00011
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
VERSLAG
VAN
DEN
PENNINGMEESTER
OVER
HET
24
S
TE
BOEKJAAR.
Het
is
mij
aangenaam,
een
bevredigend
verslag
over
den
financieelen
toestand
van
ons
Genootschap
in
zijn
24
ste
jaar
te
kunnen
geven.
De
feitelijk
iets
lagere
ontvangst
van
contribntiën
door
vermindering
van
het
aantal
leden
werd
gedekt
dooreen
gift
vaneen
thans
helaas
ontslapen
belang
-
stellend
donateur.
Onze
in
het
23
ste
boekjaar
reeds
betaalde
paleis-uitgave
bracht
dit
jaar
f
270.
in
kas.
Bij
het
vergelijken
van
de
kas-uitgaven
in
het
23s
ste
en
24
ste
jaar,
dient
er
mede
rekening
gehouden
te
worden,
dat
er
in
het
eerste
jaar
geen
schulden
meer
te
voldoen
waren,
terwijl
in
het
tweede
jaar
nog
f
2230.
—
aan
rekeningen
openstaan.
Na
vol
-
doening
van
dezen
post,
blijkt
het
saldo
in
kas
ongeveer
f
850.
—
hooger
te
zijn
dan
verleden
jaar,
een
vooruitgang,
die
ook
uit
de
balans
blijkt.
De
kosten
van
het
Jaarboek
en
Maandblad
bedroegen
dit
jaar
f
6280.
—,
bij
een
oplaag
van
1350
exemplaren
en
op
een
leden-aantal
van
1190,
dus
gemiddeld
f
4.65
per
gezamentlijk
exemplaar
en
f
5.27
per
lid.
Indien
men
in
aanmerking
neemt,
dat
het
overgroote
deel
onzer
contribuanten
slechts
f5.
—
bij
draagt,
moet
men
tot
de
conclusie
komen,
dat
öf
deze
uitgave
te
hoog,
óf
deze
contributie
te
laag
is.
Zoodra
de
andere
ontvangsten
zouden
gaan
ophouden
te
vloeien,
zou
dit
euvel
aanstonds
aan
den
dag
treden.
Moge
dit
een
aansporing
zijn
voor
onze
leden
en
donateurs,
om
hunne
contributie
te
verhoogen;
evenals
het
voor
het
Bestuur
een
prikkel
is,
de
grootste
zuinigheid
te
betrachten.
De
Penningmeester:
A.
E.
d’AILLY.