Tekstweergave van GA-1923_MB010_00048

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM VRAGENBUS (Verzoeke antwoorden De Lairessestraat 170 ) ANTWOORDEN Brug en Sluis. In Verdwijnend Oud- Amsterdam door J. H. Róssing (1916) léést men op bladz. 23: „Uit de binnenstad kwam men inde zeventiende eeuw op Uilenburg, overeen brug uit de Joden Houttuinen. Deze brug heeft een geschiedenis, zij is in Amsterdam de eerste houten brug geweest op een steenen voet. Om deze nieuwigheid werd zij genoemd de Steenvoetbrug, en ze heeft dien naam met verwisseling van brug in sluis als een brug van steen is, noemen de amsterdammers die „sluis” behouden, nadat zij dooreen steenen brug vervangen is en officieel genoemd werd : Steenvoetsluis, den naam dien zij nog heden draagt. De oude houten zeventiende-eeuwsche Uilenburgerbrug was bijzonder steil en hoog, een heele bult, zoodat de dichter Gerbrand Adriaenszoon Bredero die bultige brug tot beeld nam om een gedrocht vaneen kereltje met ’n bochel aan te duiden ; Hij het twee regterbeenen en twee slincker - kuyten, En hij het een moye platte buyck met een kamuysde rugh, Die soo ront en ghebochelt is als Ulenburghs - brugh. J. D. Ketelaar De antwoorden op mijn vraag over brug en sluis gaan feitelijk langs mijn vraag; ik had namelijk wat meer willen weten over de sluizen en waterverversching van Amsterdam. Dat de meeste, zoo niet alle bruggen, die nu nog den naam van sluis dragen, dat laatste ook werkelijk zijn geweest, blijkt wel-uit wat geschreven is in het tweede stuk van J. Wagenaar, Amsterdamse Geschiedenisse, derde deel bladz. 51/61. Op bladzijde 59 komt het volgende voor. „Het maaken van zo veele ilieuwe sluizen, ter gelegenheid van de verscheidene vergroe - tingen der stad en het leggen der Amstel - sluis in ’t bijzonder hadt de meeste oude binnensluizen noodeloos gemaakt; waarom de deuren, uit verscheidene derzelven, van tyd tot tyd, geligt werden, en de doorvaart en waterloop door dezelven vrijgelaten. Eenige sluizen, gelijk de Jan Rooden Poorts sluis zyn geheellyk verdweenen, andere gelijk het sluisje inde Heiligenweg en het sluisje ten einde der Leidsche graft, werden gedempt. Doch de sluizen, die nog kennelijk overge - bleven, maar van deuren ontbloot zyn, zyn de Ossensluis, het Boerenverdriet, de drie sluizen inde Utrechtschestraat enz.” Of de Hoogesluis vroeger ook van deuren voorzien geweest is ? Wagenaar beschrijft haar op bladzijde 72, doch spreekt dan van de Amstel-brug gemaakt inden jare 1662. „Deeze treffelyke brug rust op vyf en dertig halfronde boogen van gebakken steen gemet - seld. Waar ook later de nieuwe brug, Welke ook . gemetselde bogen had, van sluisdeuren is voorzien, zou dat misschien ook rriogelijk by de Hoogesluis gebeurd kannen zyn.” H. J. B. Deuntje van den kraaienknip. Zie hier de tekst, zooals die onlangs gedrukt is op een blaadje 'met andere volksliedjes door iemand, die „speelt op bruiloften en partijen". Ik heb vandaag eens heerlijk van de kraaien - knip genoten. Het kostte me drie ribben, want ze drukten me aan mooten. ’k Had eind'lijk ’n plaatsje en dat heb ik nog gesnapt. Doordat ik op mijn buurmans eksteroogen heb getrapt. Tot aan het voorbalkon, Als haring in ’n ton. Refrein. Inde kraaienknip, inde kraaienknip. Of je nou niet lekker gaat In zoo’n hobbelautomaat. Inde kraaienknip, inde kraaienknip, ’n Duppie heen, ’n duppie weer, Van 't Leidscheboschje naar de Meer. Ik zit vlak naast 'n dikke juf, die zei, nou moet je weten Ik heb me heele leven lang nooit in zoo’n ding gezeten. Maar ik heb vandaag ’n goeie bui, en zeg tegen . m’n man Het is me best een duppie waard as ’k ook r’s tuffen kan. Ze voelde zich zoo blij Als paling in gelei. Refrein De bruid gaat met haar bruidegom, de bruigom met z’n bruidje Nou niet meer in ’n diligence of samen in één schuitje. Ze gaan per auto naar ’t stadhuis, want je bent in ’n wip Getrouwd en de familie gaat mee inde kraaien - knip. En na den eed van trouw Dan ga je met je vrouw. Refrein De kraaienknip slaat allesdood, is het moderne wonder, De apie's, snorders en chauffeurs die loopen straks nog zonder. Ja, de gemeente weet het wel, ze denken met fatsoen, Het is toch allemaal maar om de dubbeltjes te doen. Daarom uit volle borst Voor vaderland en vorst. Refrein B. K. 40