Tekstweergave van GA-1923_MB010_00034
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Toen
in
1775
eene
vacature
bestond
aan
de
leidsche
Hoogeschool,
werd
hij
tegen
veler
verwachting
niet
benoemd.
In
1785
riep
Amsterdam
hem:
den
vijf
en
twin
-
tigsten
April
van
dat
jaar
deed
hij
inde
Doorluchtige
school
zijne
intrede,
alweder
met
een
onderwerp,
dat
op
Newton
betrekking
had:
hoe
men
inden
geest
van
New
-
ton,
de
hypothesen
inde
natuurkunde
moet
opvatten
(De
hypothesibus
physicis,
quomodo
sint
e
menie
Newtoni
intelligendae).
Hij
bleef
Amsterdam
trouw,
ook
toen
hij
in
1795
eene
benoeming
naar
Leiden
ontving.
Aan
het
Athenadeum
was
hem
ook
het
onderwijs
inde
wiskunde
opgedragen,
dat
hij
te
Franeker
aan
zijn
ambtgenoot
Ypey
had
overgelaten,
en
de
over
dit
vak
gegeven
colleges
gaven
aanleiding
tot
zijn
eerst
in
het
Latijn
en
later
in
het
Hollandsch
uitgegeven
Grondbeginsel
en
der
Meetkunde,
dat
nog
lang
inde
negentiende
eeuw
werd
gebruikt.
Te
Amsterdam
kwam
hij
vanzelf
meer
met
het
leven
in
aanraking
dan
in
het
stille
Franeker.
Alras
nam
hij
eene
leidende
plaats
in
bij
de
Maatschappij
Felix
Meritis:
hij
heeft
daar
meer
dan
honderd
redevoeringen
gehouden!
De
amsterdamsche
admiraliteit
wenschte
iets
te
doen
voor
de
verbetering
van
het
onderwijs
der
zee
-
lieden:
in
1787
en
1788
gaf
Van
Swinden
daartoe
een
drietal
werken
in
het
licht.
Na
de
revolutie
had
hij
de
leiding
bij
dein
1795
te
Amsterdam
gehouden
volks
-
telling
en
evenzoo
ontwierp
hij
dein
1796
ingevoerde
eerste
nummering
der
hui
-
zen.
Hij
werd
voorzitter
van
dein
plaats
van
het
oude
Collegium
Medicum
inge
-
gestelde
Commissie
voor
het
geneeskundig
Toeverzicht.
Inde
Verzameling
van
Stuk
-
ken
en
Rapporten,
die
deze
commissie
in
1798
uitgaf,
was
een
negental
verhandelingen
gen
van
zijne
hand,
o.a.
een
rapport
over
de
beide
Gasthuizen.
In
ditzelfde
jaar
werd
hij
met
Aeneae
naar
Parijs
afgevaardigd
om
deel
te
nemen
aan
de
conferentie
voor
de
vaststelling
van
het
metrieke
stelsel.
Hij
werd
met
een
drietal
fransche
geleerden
benoemd
inde
commissie
tot
vaststelling
van
den
meter,
en
trad
op
als
haar
rapporteur.
Na
een
afwezigheid
vaneen
jaar
keerde
van
Swinden
naar
Amster
-
dam
terug,
doch
weldra
moest
hij
weer
verlof
als
hoogleeraar
nemen,
wegens
zijne
benoeming
tot
lid
van
het
Uitvoerend
Bewind
der
Bataafsche
Republiek,
in
Juni
1800;
hij
bekleedde
dit
directeurschap
tot
hij
ten
gevolge
van
den
staatsgreep
van
14
September
1801
aftrad.
Gedurende
zijn
lidmaatschap
had
hij
den
stoot
gegeven,
tot
de
door
Krayenhoff
verrichte
geodesische
metingen.
Na
het
weder
opvatten
van
zijn
wetenschappelijken
arbeid
schreef
hij
de
veel
geprezen
Verhandeling
over
volmaakte
maten
en
gewichten
(1802);
en
ook
later,
tot
in
iBr6
toe,
gaf
hij
allerlei
tafels
uit
over
de
nieuwe
maten,
gewichten
en
munten.
In
1804
werd
hij
in
eene
eigenaardige
polemiek
gewikkeld
met
professor
Adr.
Kluit,
die
ineen
noot
in
zijne
Geschiedenis
der
hollandsche
Staatsregering,
zich
minder
vleiend-
had
uitgelaten
over
de
ongezondheid
van
Amsterdam.
Getrouw
aan
zijne
revolutionaire
principes,
weigerde
hij
in
1807
eene
benoeming
inde
door
Lodewijk
Napoleon
gestichte
Ordre
de
l’Union,
evenals
hij
in
1815
de
orde
van
den
Nederlandschen
Leeuw
zou
afwijzen.
Niettemin
schonk
koning
Lo
-
dewijk
hem
zijn
vertrouwen,
door
hem
te
benoemen
tot
voorzitter
van
het
Comité
-
centraal
voor
den
waterstaat.
Ook
was
hij
lid
en
rapporteur
der
commissie
tot
het
ontwerpen
vaneen
plan
tot
een
verbeterde
inrichting
der
Hoogescholen,
en
had
hij
een
groot
aandeel
inde
voorbereiding
van
de
oprichting
van
het
Koninklijk
Neder
-
landsch
Instituut
van
Wetenschappen,
Letterkunde
en
Schoone
Kunsten,
dat
later
omgezet
is
inde
Koninklijke
Academie
van
Wetenschappen.
Van
Swinden
was
langen
tijd
president-commissaris
van
het
Fonds
ter
aanmoe
-
diging
van
den
Zeedienst,
waaruit
de
Kweekschool
voor
de
Zeevaart
wordt
onderhou
-
den.
Zeer
trof
hem
de
sluiting
dezer
inrichting
door
Napoleon,
en
hij
richtte
bij
die
gelegenheid
tot
de
machthebbers
scherpe
woorden
;
met
groot
enthousiasme
hield
hij
dan
ook
bij
de
wederoprichting
der
Kweekschool
op
28
Februari
1814,
de
openings-
26