Tekstweergave van GA-1923_MB010_00024

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM Amsterdam nooit bezocht, een Baedeker was te hulp moeten komen. Ook dat de Joden in zijn werken zoo een voorname rol spelen, is min of meer toevallig. Op zichzelf beschouwt Meynnk, die geen Jood noch van joodsche afkomst is, de Joden geenszins als de bevoor - rechte dragers van occulte wijsheid, al erkent hij ook de diepe beteekenis van de chassi - dische beweging. De Kabbala acht hij niet spe - cifiek joodsch, en evenmin oorspronkelijk joodsch, zij stamt ongetwijfeld indirect uit China, voor Meyrink de bron van alle occulte wijsheid. Tot de herhaalde keuze van Joden als vertolkers van zijn mystiek werd hij slechts gedreven door den wensch, menschen te schilderen, die buiten onze westersche denk - traditie staan. Beter ware het misschien geweest, daartoe Mongolen of Indiërs te kiezen. Maar zij staan te ver van ons af, om ineen realistische schildering te kunnen worden betrokken en bovendien wordt de wijsheid der Indiërs sterk overschat”. J. W. E. Te Amsterdam gevestigde organisa - ties. Tot aanvulling van de door den heer Henri Polak in No. 9 van den vorigen jaar - gang opgesomde bonden van werknemers en werkgevers wier zetel te Amsterdam is ge - vestigd, moge nog het onderstaande dienen. Werknemers : Algemeens Nederlandsche Uur - werkmakersbond. Werkgevers : Nederlandsche Bond van Hor - logemakers. Geen dezer beide kringen mag zich in het bezit vaneen eigen gebouw ver - heugen, doch de Nederlandsche Bond van Horlogemakers kan op zijn Museum en Archief van Tijdmeelkunde wijzen, sedert 1909 ge - vestigd in het Stedelijk Museum te Amster - dam en dus voor ieder toegankelijk. Ook op internationaal gebied neemt de Nederlandsche Bond van Horlogemakers een plaats in. 25 Oc - tober 1922 toch werd de Europeesche Unie van Horlogemakersbonden te Cassel gesticht en de Nederlandsche Bond met de leiding belast, terwijl tegelijkertijd de voorzitter van dezen Bond, de heer A. D. Spillner te Amsterdam, tot voorzitter van de Europeesche Unie van Horlogemakersbonden werd gekozen. J. D. Ketelaar. VRAGENBUS (Verzoeke antwoorden Heerengrachl 68) VRAGEN Bruggen of sluizen. Een enkele maal werd reeds in Amstelodamum geschreven over de eigenaardigheid, dat in Amsterdam veel bruggen met den naam van sluis worden be - titeld, b.v. Leliesluis, Osjessluis etc. Tot nog toe is geen bevredigende oplossing voor deze benaming gegeven. Mijns inziens moet bij den naam van sluis ook werkelijk aan een M'ater - keering worden gedacht; deze was dan zoo ingericht, dat ze ook als brug dienst deed, zie nog de bestaande, Eenhoornsluis, Haar - lemmersluis. Commelin schreef hierover reeds een on ander, n.l. bij de behandeling van de waterverversching van Amsterdam. Uit deze beschrijving valt op te maken, dat het grachtwater van Amsterdam op verschillende hoogten werd gehouden; het laagste watervlak was inde nabijheid van de Haarlemmerpoort, waar een paar watermolens het vervuild water uitmaalden. Is een en ander juist dan moeten inde stad verschillende waterkeeringen ge - weest zijn, wat ook hier en daar nog duidelijk valt waar te nemen. b.v. Leliegracht, Grim - burgwal etc. Kan ook iemand daarover na - dere gegevens verstrekken? H. J. B. Amsterdamsche bouwtrant. De am - sterdamsche grachtenhuizen, alsook die, welke inde Jordaan staan, hebben meestal een kelder of liever onderstuk, waarboven dan pas de feitelijke woning begint. Is deze bouw - wijze een gevolg, dat men droog en veilig wilde wezen, wanneer de een of andere zeedijk door - brak of komt het enkel om ruimte te winnen? Aan de oude zeedijken, b.v. Haarlemmerdijk en Nieuwendijk is deze bouwwijze niet gevolgd. H. J. B. Vlaamsche Studenten. Den 23sten Maart 1601 maakte Cornelis Boeckart, uit Aelst in Vlaanderen, zijn testament voor notaris L. Heylinck, waarbij hij onder anderen legateerde 2 pond Vlaamsch jaarlijks, ge - durende zes jaren aan „de arme vlaemsche studenten”. Heeft er dus eene organisatie dezer studenten bestaan ? Dr. W. Z. Frankendaal. Wie kan mij antwoord geven op de navolgende vragen omtrent de vroegere buitenplaats Frankendaal inde Watergraafsmeer, thans de Stadskweekerij ? Wanneer en door wien werd Frankendaal gesticht en het thans nog bestaande huis gebouwd ? Wie zijn tot het midden der vorige eeuw de opvolgende eigenaren dezer buiten - plaats geweest ? Naar ik in mijne jeugd vernam, was Franken - daal inde jaren 1840/50 eene gelegenheid tot ontspanning voor de Amsterdammers, waar buitenpartijen en bruiloften gegeven werden. Later was aldaar de Tuinbouw Maatschappij Linnaeus gevestigd. W. ANTWOORD Actrices. De grootmoeder van mevrouw Gusta Chrispijn—Mulder was van haar zelf Hilverdink. Wijlen J. H. Róssing schreef bij het vijf en twintigjarig jubileum van mevrouw G. Chrispijn—Mulder een uitvoerig artikel in het Nieuws van den Dag, waarin men nadere bijzonderheden kan vinden. A. H. Wolf. 16