Tekstweergave van GA-1923_MB010_00020
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
bogen.
Reeds
13
Mei
waren
drie
commissarissen
van
de
fortificatiën
benoemd
en
in
Juni
nog
dne,
meest
leden
of
oud-leden
der
regeering.
Hun
werd
11
Juni
opge
-
dragen
de
buitenpoorten
te
doen
maken
en
kort
daarna
bruggen,
gebouwen
en
alles
wat
voor
de
verdediging
hinderlijk
kon
zijn
te
doen
afbreken,
het
geschut
en
andere
oorlogsbehoeften
naar
de
wallen
te
doen
voeren.
Officieren
en
ambtenaren
hadden
hen
in
alles
te
gehoorzamen.
Intusschen
was
er
groot
gebrek
aan
ingenieurs.
In
Juni
kwam
eindelijk
te
Amsterdam
de
ingenieur
Dumont,
die
ook
elders
veel
gedaan
heeft
voor
de
verdedigingswerken.
Hij
deed
o.a.
in
elk
bastion
twee
wachthuizen
bouwen.
Op
de
groote
brug
over
den
Amstel,
de
Hoogesluis,
werd
een
borstwering
voor
in
-
fanterie
gemaakt
en
ter
weerszijden
van
den
Amstel
een
batterij
opgeworpen
van
vier
stukken.
Zulk
een
uitgestrekte
omwalling
en
de
buitenposten
vorderden
samen
een
bewapening
met
een
groot
aantal
stukken
geschut.
Dat
gaf
natuurlijk
allerlei
moeilijkheden;
toch
heeft
de
stad
in
al
het
noodige
naar
behooren
kunnen
voorzien;
zelfs
heeft
zij
nog
geschut
kunnen
afstaan
aan
de
linie
van
Muiden
tot
Ouwerkerk,
aan
den
Uithoorn
en
het
Woerdensche
verlaat
en
zelfs
aan
het
belegerde
Groningen.
Wat
de
bezetting
betreft,
deze
bestond
aanvankelijk
alleen
uit
schutterij,
in
April
1672
vijf
regimenten,
sterk
54
00
ruan.
Zij
werd
11
Juni
met
drie
compagniën
infanterie
vermeerderd,
terwijl
16
Juli
nog
2000
waardgelders
en
400
busschieters
waren
aangeworven.
Men
had
echter
vooral
voor
de
buitenposten,
meer
eigenlijke
soldaten
noodig,
waarom
dan
ook
herhaaldelijk
is
gevraagd.
De
bezetting
bestond
zoo
op
8
Juli
uit
60
compagniën
schutters
(10000
man),
14
compagniën
soldaten
(2200
man)
en
vier
compagniën
cavalerie
(260
man),
waaronder
twee
vrijwillige
compagniën
„van
de
jonkheid
van
de
stad”.
Inde
tweede
helft
van
Augustus
werd
deze
bezetting
tot
ongeveer
vier
vijfde
teruggebracht.
In
November
en
December
werd
zij
echter
met
1800
matrozen
vermeerderd.
Ook
de
verdediging
van
de
zeezijde
was
geregeld.
De
Ruyter
zond
25
Juni
uit
’s
lands
vloot
twee
fregatten
en
negen
jachten
naar
het
Pampus,
waar
een
paar
dagen
later
ook
het
schip
de
Admiraal
Tromp
geplaatst
werd.
Op
de
binnenwateren
werden
overal
gewapende
uitleggers
gestationeerd.
Zoo
was
Amsterdam
gereed
den
vijand
te
ontvangen.
Intusschen
is
het
gelukkig
niet
noodig
geweest;
tot
een
beleg
van
Amsterdam
is
het
in
1672
niet
gekomen.
H.
B.
LANGS
DEN
WEG
Stille
Zijden.
Inde
Oprechte
Haarlem
-
sche
Courant
van
17
Januari
schrijft
de
amster
-
damsche
correspondent
:
~Wij
hebben
in
Amsterdam
eenige
drukke
verkeerswegen,
die
ook
hun
stille
zijden
hebben,
welke
door
de
overheid
met
groote
stiefmoederlijkheid
behandeld
zijn
en
die
allen
hun
eigenaardigheden
hebben.
Drie
daarvan
wil
ik
in
dit
schrijven
wat
nader
in
oogenschouw
nemen,
en
zulks
naar
aan
-
leiding
van
plannen,
die
omtrent
één
daarvan
thans
hangende
zijn.
~De
drie
stille
zijden,
waarover
ik
een
en
ander
zeggen
ga,
zijn
allen
gelegen
in
het
hart
der
hoofdstad
en
allen
hebben
zij
een
oude
geschiedenis.
~De.eerste
dan
is
de
stille
zijde
van
het
Damrak.
Elke
provincie-bewoner,
die
ooit
Amsterdam
bezocht,
kent
vanzelf
het
Dam
-
rak,
als
zijnde
de
voornaamste
toegangsweg
tot
het
hart
der
stad;
een
flinke
breede
straat,
met
breed
trottoir
en
tóch
nog
vaak
te
smal,
omdat
het
op
sommige
punten
al
te
dikwijls
door
samenscholende
niets
-
doeners
voor
den
voetganger
onbegaanbaar
wordt
gemaakt.
Aan
den
stillen
kant
heeft
het
slechts
twee
groote
gebouwen,
de
Koop
-
mansbeurs
en
het
warenhuis
de
Bijenkorf,
waartusschen
zich
bevindt
het
Beursplein,
dat
aan
den
anderen
kant
door
het
gebouw
van
den
Effectenhandel
begrensd
wordt.
„Vóórdat
de
Beurs
op
het
Damrak
was
geplaatst,
vertoonde
die
stille
zijde
van
dien
verkeersweg
zich
als
een
rij
onoogelijke
huizen
ineen
er
van
was
o.a.
jaren
lang
het
bureau
van
het
destijds
bekende
blad
Recht
voor
Allen
gevestigd.
Met
het
ver
-
rijzen
van
de
Beurs
en
later
van
het
Effecten
-
handel-gebouw
is
die
kant
eenigermate
ver
-
beterd,
maar
stille
zijde
is
het
gebleven,
want
tusschen
de
Beurs
en
de
oude
huizen
is
een
leelijke
nauwe
doorgang
ontstaan,
en
het
Beursplein
voor
den
Effectenhandel
is
ook
allesbehalve
mooi.
Een
ruime
plek,
12