Tekstweergave van GA-1923_JB020_00161
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
heer
Poederbach
tot
Directeur;
deze
werd
als
AdjuncDdirecteur
1
Juli
1916
opgevolgd
door
den
heer
J.
D.
Thumann.
Verder
had
wat
de
vrouwensafdeelingen
betreft
nog
deze
verandering
plaats,
dat
na
het
vertrek
van
de
Hoofdverpleegster,
1
op
1
Augustus
1915,
deze
functie
werd
gesplitst,
zoodat
hare
opvolgster
alleen
werd
belast
met
het
toe*
zicht
op
de
ziekenzalen,
terwijl
voor
de
leiding
der
vrouwensafdeelingen
en
ander
huishoudelijk
toezicht
de
functie
van
Hoofdopzichteres
werd
ingesteld.
Eenige
jaren
eerder
in
1911
was
het
besluit
genomen
de
invalideruafdeelingen
der
vrouwen
en
in
1913
ook
die
der
mannen
te
verdeden,
in
afdeelingen
van
„invaliden”
en
„zwakken”.
De
zwakken
zouden
een
meer
voegende
verzorging
krijgen
met
oppassing
gedurende
den
nacht,
terwijl
aan
deze
oolc
een
betere
voeding
werd
verstrekt,
vrijwel
overeenkomende
met
die
voor
de
Ziekenafdeeling.
Tevens
werd
toen
gebroken
met
het
oude
systeem,
dat
een
echtpaar
met
het
toezicht
was
belast
resp.
over
deze
mannen*
en
vrouwenafdeelingen.
Deze
wijziging
in
twee
groepen,
gepaard
met
nachtdienst,
maakte
aanstelling
van
meer
opzichters
en
opzichteressen
noodig.
Na
deze
mededeelingen
omtrent
het
bestuur,
leiding
en
organisatie
van
het
toezicht,
keeren
wij
tot
het
begin
van
dit
tijdvak
terug
om
ons
verhaal
te
vervolgen,
ten
aanzien
van
andere
wijzigingen
in
het
belang
der
verpleegden,
soms
aanleiding
gevende
tot
het
breken
met
oude
gewoonten.
Maken
wij
daartoe
eens
een
middagmaaltijd
in
dezen
tijd
mede,
op
de
afdeeling
der
valide
mannen.
De
groote
bel
van
het
huis
2
heeft
geluid
ten
teeken
dat
het
etensuur
daar
is.
De
mannen
loopen
aan,
om
zich
naar
hun
tafel
inde
eetzaal
te
begeven
en
intusschen
kunnen
wij
hunne
kleeding
eens
opnemen.
Hun
pakken
van
lichtbruin
pilow,
de
kleur
doet
aan
de
gevangenis
denken,
vinden
we
niet
aanlokkelijk,
zij
zouden
juist
worden
vervangen
door
zwarte
pilow*pantalon
en
donkerblauwe
jas
en
wat
ons
vooral
terstond
opvalt
is
het
mengelmoes
van
hoofddeksels.
Wij
zien
petten,
maar
ook
vele
fantasiehoeden,
stroohoeden
en
zelfs
bontmutsen;
beide
laatste
soorten
worden
gewoonlijk
het
geheele
jaar
door,
ongeacht
warmte
of
koude,
gedragen.
Uniformpetten,
welke
1
Die
in
1911
was
benoemd,
niet
meer
door
de
Commissie,
doch
door
den
Directeur
van
den
Geneeskundigen
Dienst.
2De
bel
door
scheuren
onbruikbaar
geworden,
moest
in
1906
afgenomen
worden.
Haar
opschrift
luidde:
„Me
fecit
Pieter
Seest
Amstelodami
1781”.
Zij
werd
vervangen
door
de
nog
voorhanden
zijnde
bel
(zelfde
fabrikaat
van
1771)
van
de
vorige
Koopmansbeurs.
103