Tekstweergave van GA-1923_JB020_00144
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
In
verband
met
de
bij
reglement
nieuw
bepaalde
straf
van
„afzondering”
worden
de
arrestantenlokalen,
welke
zich
onder
de
vier,
van
de
binnen*
plaatsen
opgaande
trappen
bevinden,
weer
in
eere
hersteld.
1
Dat
daarvan,
toen
en
later,
vooral
na
uitgaansdagen
ten
aanzien
van
onhandelbare
beschon*
kenen,
nog
al
eens
gebruik
werd
gemaakt,
weten
wij
van
overlevering.
Omtrent
toepassing
dezer
straf,
of
wie
haar
kon
opleggen,
vonden
wij
echter
noch
in
reglementen
2
noch
inde
instructies
van
dien
tijd
iets
vermeld.
Overigens
staat
het
thans
in
bespreking
zijnde
tienjarig
tijdvak
voornamelijk
in
het
teeken
van
uitbreiding,
neen,
van
plannen
tot
uitbreiding
van
het
gebouw.
Alvorens
deze
echter
nader
te
beschouwen,
willen
wij
eerst
nog
eenige
aandacht
schenken
aan
de
Werkinrichting,
die
wij
reeds
al
te
lang,
immers
sedert
korte
poos
na
het
optreden
van
het
Burgerlijk
Armbestuur,
uit
het
oog
verloren.
Trouwens
ook
de
eerste
jaren
daarna
gaven
weinig
aanleiding
haar
tot
ons
onderwerp
te
kiezen;
haar
aard
en
de
soort
van
werkzaamheden
ondergingen
bij
de
vroegere
toestanden
slechts
zeer
geringe
wijzigingen;
alleen,
en
daarvan
werd
reeds
melding
gemaakt,
was
het
nieuwe
bestuur
overgegaan
ook
uit*
wonende
werklieden,
voornamelijk
wevers
en
naaisters,
in
of
voor
de
Werk*
inrichting
te
werk
te
stellen.
Zooals
wij
echter
weten,
besliste
de
Raad
in
1874
bij
de
reorganisatie,
dat
hieraan
geen
uitbreiding
mocht
worden
gegeven.
Toch
heeft
men
dit
nog
vrij
lang
gehandhaafd
niet
alleen,
maar
toen
tegen
het
einde
der
70er
jaren
de
bevolking
tot
beneden
de
300
daalde,
waren
het
deze
personen
vooral
die
de
Werkinrichting
in
staat
stelden
aan
de
be*
stellingen
van
geweven
stoffen
en
van
confectiewerk
voor
de
Marine
te
voldoen.
Het
jaarverslag
over
1879
zegt,
dat
inde
Werkinrichting
werkzaam
waren
73
verpleegden,
20
uitwonende
mannen,
meest
wevers,
terwijl
27
naaisters
geregeld
thuis
werk
verrichtten.
De
toeneming
van
het
getal
verpleegden
in
het
midden
en
eind
der
80er
jaren,
bracht
verbetering
in
deze
verhouding;
in
1887
namen
alweder
149
verpleegden
aan
het
werk
deel,
terwijl
toen
nog,
doch
voor
het
laatst,
16
1
Notulen:
7
December
1892.
2
Inde
verzameling:
Verordeningen,
reglementen,
instructiën
van
het
Burgerlijk
Arm*
bestuur
in
band
1902,
vonden
wij
het
in
1892
vastgestelde
reglement
voor
de
verpleegden
niet
opgenomen.
86