Tekstweergave van GA-1923_JB020_00143

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Dit reglement behoefde naar de voorschriften de goedkeuring van Burgen meester en Wethouders en nu bleek dat de laatste overweging bij het College geen instemming kon vinden; tegen onherroepelijke uitzetting bleven bezwaren bestaan. Hoewel men deze houding onwelwillend vond, werd besloten het concept te handhaven, doch nu zonder eenige interpretatie der uitzetting. Daarop is de goedkeuring verkregen. Als een nagalm van dezen bewogen tijd vinden we nog vermeld, het tegen het eind des jaars gevraagd ontslag van de beide geneesheeren dr. Sleeswijk en dr. Michelsen. Ging de laatste meer uit solidariteit met zijn collega heen, de eerste die met de behandeling der mannemafdeelingen was belast, vertrok om den grievenden laster waaraan hij in enkele der klachten, had blootgestaan. 1 Naar aanleiding van het vertrek der Directrice werd besloten, thans de vers andering inde verhouding te brengen, welke men reeds vroeger op het oog had gehad, n.l. aanstelling vaneen Adjunctedirectrice, die dus ondergeschikt zou zijn aan den Directeur. 2 Als zoodanig werd benoemd mejuffrouw J.J. A. Bosch Evers. Volgens instructie zou hare taak in hoofdzaak omvatten de vers pleging der zieken, de zorg voor de voeding en huishouding, het toezicht over de keuken, benevens de algemeene leiding der vrouwemafdeelingen. Om het bijzondere van het geval dat legaten worden vermaakt aan het Armenhuis, tot nog toe was dit nimmer geschied, als ook om de sympathieke bestemming, willen wijde vermelding daarvan niet achterwege laten. Nadat reeds in Maart 1889 van mevrouwde Weduwe LehmannsElkan ingevolge den wensch van wijlen haar echtgenoot de heer A. Lehmann, een bedrag van f 500 was ontvangen ten behoeve van de ziekenafdeeling van het gesticht, werd in 1891 door de executeuren inde nalatenschap van wijlen den heer R. Lehmann een som van f 1000 ter beschikking gesteld, eveneens voor de ziekenafdeeling van het Armenhuis. De gelden werden voorloopig gevoegd bij het „fonds speciaal” (bij de latere opheffing van dit fonds zouden deze gelden afzonderlijk worden beheerd). In 1893 had daaruit een aankoop plaats van 100 vilten pantoffels voor de ziekenzalen. Vermoedelijk daarom wordt het „fonds Lehmann" waarvan thans nog een bedrag over is ook wel als het „Pantoffelfonds” aangeduid. 3 1 Jaarverslag 1892. 2 Notulen 27 April en 8 Juni 1892. 3 Notulen 27 Maart 1889; 22 April 1891 en 12 April 1893. 85