Tekstweergave van GA-1923_JB020_00077

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
toebehoorend huis met den boomgaard verbrand, waarna de Kennemers Muiden en Weesp inde asch leggen en hunne plundering tot Breukelen voortzetten, gelijk door den schrijver der Egmondsche jaarboeken wordt bericht. Wanneer men zich de gesteldheid van Amstelland voor oogen stelt, is de gang van zaken niet moeilijk te volgen. Vanaf den zeedijk, die in dezen het uitgangspunt moet zijn, zijn er slechts twee wegen door Amstelland aan te wijzen. De eene langs de Zijdwinde of Amstelkadewas niet toegankelijk, dan nadat de aanvaller zich eerst zoude hebben meester gemaakt van het kasteel te Amsterdam. De andere was die vanaf den Diemerafloop door het gebied „die Vene” of het Veen, zooals de omgeving van Diemen nog op oude kaarten staat aangegeven, evenals bezuiden Diemerbrug Nieuwe Veen. Deze laatste heerweg werd volgens dit bericht dus gekozen. De zeedijk, op die plaats zonder voorland en onmiddelijk te scheep bereikbaar, was gemakkelijk aan te vallen, daarentegen, wegens het ontbreken van achterwaartsche verbin* dingen, bezwaarlijk te verdedigen; terwijl de aanvaller, eenmaal daar genesteld, na het doorgraven van den dijk er moeilijk was aan te tasten, zooals ook in 1573 is gebleken. Wel lezen wij van verzet, maarde zwakke stelling is blijk* baar spoedig prijsgegeven. Het is begrijpelijk dat in het gebied die Vene veel buit viel te behalen. Daar lag het rijke Diemen, een reeds tot bloei gekomen ambacht, immers Witsen 1 vermeldt, als curiositeit inde kerk aldaar, een gebrandschilderd glas, dat 1136 gedateerd was. Ook het einddoel is niet twijfelachtig. Het „domus Giselberti”, dat verbrand werd, is het „huis te Amstel” zooals Ouderkerk toen nog heette. Prof. Brugmans heeft reeds betwijfeld of wij in dit „domus” een versterkt kasteel mogen zien. Nergens is sprake van de verdediging er van. Hoe bezwaarlijk het is een open hof te verdedigen tegen plunderende troepen, zoo is het echter zeer goed mogelijk den aanval vaneen ommuurd kasteel af te slaan. Men zou aan dit argument kunnen toevoegen, dat ook de bizondere nadruk, die gelegd wordt op het verbranden van de vruchtboomen, zonder verwachting van nieuwe ontkieming, dezen indruk van het onbelangrijke van het wapen* feit nog versterkt. 1 Witsen. Scheepsbouw. App. 10. „Deze kerk is geweldigh out, men vint daer in zeker glas, onder een geschildert Doots*hoofd, het jaer elf hondert en zes en dartig staen, op deze wijze Cl 0136. zoodat de kerk ten alderminsten al van die tijdt af heeft gestaan”. 21