Tekstweergave van GA-1923_JB020_00071
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
zich
toen
zoover
hebben
uitgestrekt.
Indien
wij
onder
het
„beghinenland”,
welks
rente
in
1308
inde
grafelijke
rekeningen
geboekt
staat,
het
terrein
van
het
tegenwoordige
begijnhof
1
mogen
verstaan,
zou
dit
eveneens
voor
het
Spui
als
grens
omstreeks
1300
pleiten.
Vergelijken
wijde
ligging
van
de
begijnhoven
te
Brugge
en
te
Dordrecht
ineen
uithoek
der
stad
en
dooreen
gracht
om*
geven,
dan
voldoet
het
Amsterdamsche
begijnhof
aan
zoodanige
voorwaarden.
Aan
de
oostzijde
was
het
hof
beschut
door
de
Begijnensloot,
de
oudste
„grafte”
achter
de
huizen
van
de
Kalverstraat,
aan
de
zuidzijde
door
het
Spui
en
aan
de
westzijde
door
den
tegenwoordigen
Voorburgwal,
waarschijnlijk
de
voortzetting
der
(Boeren)wetering.
Mogen
wij
het
Spui
in
1300
als
zuidelijke
grens
aannemen,
dan
is
daaruit
ook
ten
opzichte
van
de
dateering
van
den
Middeldam
een
uitgangspunt
gewonnen.
De
ontwikkeling
van
Amsterdam
immers
vervolgt
langs
de
Oude
Zijde
niet
inde
Nes,
die
eerst
laat
bebouwd
wordt,
maar
gaat
van
de
kern
aan
het
IJ
langs
de
Warmoesstraat
en
Kerkstraat
tot
den
Middeldam
en
van
daar
langs
de
Nieuwe
Zijde
naar
het
Spui.
IJwaarts
van
den
Middeldam
en
„die
Plaetse”
komt
op
het
oude
kasteelterrein
eerst
na
1304
een
stedelijke
bebouwing.
Nog
in
het
begin
der
vijftiende
eeuw
zijn
daar
groote
strooken
onbebouwd,
zooals
de
boomgaard
van
Willem
Eggert,
waar
de
Nieuwe
kerk
verrees,
en
het
terrein
van
het
Geertruidenklooster.
De
Middeldam
is
dus
de
schakel,
en
de
uitbreiding
langs
de
Kalverstraat
geschiedt
eerst
na
de
verlegging
van
den
oudsten
Amsteldam.
Ook
al
nemen
wij
aan
dat
de
groei
van
Amsterdam
in
haar
eerste
begin
slechts
langzaam
is
geweest
en
het
eenmaal
tot
den
Middeldam
uitgebreide
complex
daarna
in
sneller
tempo
is
aangewassen,
toch
zal
de
verplaatsing
van
den
oudsten
dam,
waardoor
het
Damrak
tot
een
haven
werd,
tot
omstreeks
1200
zijn
terug
te
brengen.
Wanneer
men
daarbij
rekening
houdt
met
de
verschillende
aanwijzingen
omtrent
handel
en
zeevaart
reeds
inde
dertiende
eeuw,
dan
is
een
andere
conclusie
niet
wel
mogelijk.
Hoe
gunstig
de
reede
in
het
IJ
ongetwijfeld
was,
veiliger
en
beter
beschermd
lagen
de
ontladen
schepen
in
winterlaag
in
die
haven,
inde
nabijheid
van
het
kasteel.
Aan
de
oostzijde
vinden
wij
bij
de
grens
van
1342,
die
bepaald
werd
door
1
In
1184
werd
te
Luik
door
Lambert
le
Bègue
het
eerste
Begijnhof
gesticht.
Dat
te
Middelburg
wordt
gezegd
in
1208
reeds
te
hebben
bestaan.
15