Tekstweergave van GA-1923_JB020_00063
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
volgens
Boxhorn
niet
onder
de
steden
is
verschenen
en
inde
consenten
over
beden
in
1520
niet
wordt
genoemd.
Zoo
is
ook
verklaarbaar,
dat
wanneer
Amsterdam
zich
in
1475
beroept
op
een
twee
of
drie
honderd
of
meerjarig
privilegie,
sedert
zoo
lang
bestaand,
dat
„geen
meensche
ter
contrary
gedeyncken
en
mach”
voor
den
vrijen
handel
inde
stad
en
’t
land
van
Vollenhove,
blijkt,
dat
niet
Amsterdam
zelf
maar
Amstelland
als
rechthebbende
wordt
genoemd.
Evenmin
komt
de
naam
Amsterdam
voor
ineen
privilegie
voor
den
vrijen
handel
in
Lijfland,
dat
door
den
Aartsbis*
schop
van
Riga,
zooals
uit
diens
zegel
blijkt
in
1277
werd
verleend.
Aangezien
privilegiebrieven
geen
verhandelbare
antiquiteiten
zijn,
kan
men
moeilijk
anders
concludeeren
dan,
dat
het
in
1277
door
Amsterdamsche
schippers
hier
is
aangebracht.
1
Deze
aanwijzingen,
dat
de
Amsterdamsche
handel
en
zeevaart
zich
reeds
in
de11e3
e
eeuw
zelfs
ook
tot
de
Oostzee
heeft
uitgestrekt,
worden
eerst
duidelijk,
wanneer
men
zich
de
beteekenis
van
het
zoogenaamde
tolzegel
van
1275
juist
voor
oogen
stelt.
Zooals
ook
prof.
Brugmans
aanneemt,
dateert
dit
zegel
van
het
zelfde
jaar
als
de
bekende
privilegiebrief
van
Floris
V.
Evenals
andere
havensteden
2
die
als
embleem
een,
al
naar
gelang
van
hun
beteekenis,
grooter
of
kleiner
scheepstype
in
hun
zegel
voeren,
karakteriseert
Amsterdam
zich
in
dit
tolzegel
als
een
haven,
waar
het
allergrootste
type
der
handelsschepen
van
over
zee
verkeerde.
Slechts
op
deze
wijze
is
te
verklaren,
dat
Floris
V
Amsterdam
van
zoodanig
belang
achtte,
dat
hij
haar
een
privilegie
schonk,
dat
slechts
aan
zeer
enkele
zijner
eigen
steden
sedert
kort
was
verleend.
De
beste
illustratie
vaneen
reeds
belangrijk
verkeer
van
Amsterdam
uit
naar
de
Hollandsche
steden
met
binnenvaartuigen,
die
dein
het
IJ
van
over
1
Amsterdam
staat,
wat
hare
oudste
archiefstukken
betreft,
volstrekt
niet
ten
achter
bij
de
andere
Hollandsche
sieden.
Daarbij
valt
te
bedenken,
dat
geen
enkel
stuk
of
register
uit
de
archieven
der
van
Amstels
tot
ons
is
gekomen.
Een
duidelijk
bewijs
voor
een
intensiever
groei
van
Holland,
dan
men
gewoonlijk
aanneemt
is
de
vloottoerusting
voor
den
kruistocht
van
1217.
2
Zie
over
de
verschillende
scheepstypen
inde
zegels
mijn
Ontstaan
van
Amsterdam.
1917.
Dat
op
dit
zegel
geen
zijroer
te
zien
is
doet
niets
ter
zake.
Het
is
het
oudere
type
met
ronde
stevens.
Ook
op
de
zegels
van
Bergen
1276,
Medemblik
1294,
en
Parijs
1200
is
dit
zijroer
niet
aangegeven.
9