Tekstweergave van GA-1923_JB020_00060
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Daar
dan
ook
vinden
wijde
nog
weer
onlangs
bevestigde
bodemvondsten
overeen
uitgestrekt
terrein,
dat
de
traditie
aanwijst
als
dat
van
het
kasteel
der
heeren
van
Amstel.
Merkwaardig
genoeg
is
een
zeer
teekenend
detail,
dat
Von
Zesen
in
zijn
Beschreibung
der
Stadt
Amsterdam
mededeelt,
door
dezen
schrijver
zelf
niet
begrepen,
terwijl
ook
de
latere
historici
er
geen
aandacht
aan
hebben
geschonken.
Von
Zesen
dan
vermeldt,
wanneer
hij
de
Lieve
Vrouwe
Kapel
aan
den
Nieuwendijk
behandelt
slechts
zeer
ter
loops
„darinnen
der
Raht
auf
Frauentag
Seinem
ersten
Kirchgang
zu
halten
pflegte”.
Inderdaad
werd
ook
na
de
Alteratie
de
Raad
op
OnserWrouwendach
te
Lichtmis
gekozen.
Waarom
echter
richtte
de
nieuw
gekozen
Raad
zijn
eersten
gang
na
zijne
verkiezing
juist
naar
de
minst
aanzienlijke
kapel
der
stad,
terwijl
men
zou
verwachten
de
Oude
of
Nieuwe
Kerk
in
dit
verband
genoemd
te
zien.
1
Er
is
slechts
een
verklaring
mogelijk,
namelijk
dat
aldus
een
oude
traditie
gehandhaafd
bleef
uit
den
tijd,
toen
het
hoogste
gezag
in
Amstelland
nog
op
het
„huys
t’Amsterdamme”
zetelde
en
de
vertegenwoordigers
der
Amsterdamsche
poorterij
hier
inde
hofkapel
van
hun
landheer
in
hun
nieuwe
functie
op
plechtige
wijze
werden
ingeleid
en
kerkelijk
gesanctioneerd.
Blijkbaar
is
dit
gebruik
na
den
val
der
van
Amstels
door
Guy
van
Hene*
gouwen
voortgezet,
evenals
onder
het
grafelijk
bewind,
om
dan
in
elk
geval
in
1578
te
eindigen.
Het
wordt
in
dit
verband
volkomen
logisch,
dat
inde
weinige
oudste
bronnen
de
naam
Amsterdam
niet
voorkomt.
Amsterdam
gaat
schuil
achter
het
hoogere
gezag
van
den
landheer.
Niet
de
Amsterdamsche
raad
als
vertegenwoordiging
der
opidani,
zooals
wij
op
grond
van
het
tolzegel
van
1275
de
Amsterdammers
mogen
noemen,
richt
zich
tot
het
Lübecksche
college
om
een
daar
vastgehouden
kogge
terug
te
eischen,
maarde
heer
van
Amstel,
het
hoogere
gezag,
treedt
op
voor
de
geschonden
rechten.
Een
dergelijk
geval
van
achterstelling
en
geheel
schuilgaan
is
het
voorkomen
inden
gevel
van
het
Haagsche
raadhuis
van
het
wapen
van
de
grafelijkheid
en
het
ontbreken
van
het
embleem
der
gemeente
zelve.
Een
ander
voorbeeld
is
Tholen,
dat
tijdens
de
verpanding
aan
den
heer
van
Bergen
op
Zoom
1
In
1345
hoorde
Willem
IV
voor
zijn
noodlottigen
tocht
naar
Friesland
daar
de
laatste
mis.
In
1399
werd
zijn
lijk
daar
geplaatst
bij
de
overbrenging
naar
Henegouwen.
8