Tekstweergave van GA-1923_JB020_00054
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
1285
dan
vloeit
de
„wilde
zee”
het
Spaarne
binnen
en
wordt
veel
land
bedorven.
Ook
uit
de
Informacie
van
1514
blijkt
hoe
diep
landwaarts
in
alle
dorpen
klagen
over
onverwinlijke
schade
wegens
het
inbreken
van
den
Sparendam.
Noch
in
Amstelland,
noch
in
Rijnland
blijkt
het
stelsel
zoodanig
ingericht,
dat
het
bij
open
riviermond
bestaanbaar
kan
worden
geacht.
Met
het
gegeven
over
is
dus
het
bestaan
ook
van
de
beide
dammen
in
Amstel
en
Spaarne
1
in
1085
bewezen.
Nog
een
vroegere
dateering
is
echter
aannemelijk
te
maken.
De
Hollandsch—Stichtsche
grens
zien
wij
na
1018
steeds
meer
Oostwaarts
opschuiven.
Ambachten,
die
oorspronkelijk
Stichtsche
ontginningen
2
zijn,
behoor
ren
later
onder
Rijnland.
Vóór
1292
koopen
Kalslagen
en
Nieuw
veen
van
proost
Willem
en
zijn
broeder
Gijsbrecht
van
Amstel
het
recht
om
door
de
Damsluis
in
het
IJ
uitte
wateren.
De
Hinderdam,
de
toen
bestaande
waterkeering
m
den
Amstel
om
te
beletten,
dat
Rijnlandsch
water
in
Amstelland
binnenstroomde,
mocht
worden
weggenomen,
en
de
Bilredams
weer,
de
oorspronkelijke
dam
op
de
oude
grens,
moest
opnieuw
worden
gedicht.
Wanneer
Kalslagen
tot
Holland
is
gaan
behooren
is
niet
bekend.
Wel
weten
wij
dit
van
Bodegraven.
In
1018
wordt
het
doorgraaf
Dirk
111
op
den
Stichtschen
leenman
Dirk
Bavensz,
die
een
lastige
buurman
was,
veroverd,
3
althans
het
bedoelt
dan
het
leggen
van
den
inlaagdijk.
Er
is
slechts
redelijke
kans
een
buitendijks
geraakt
land
terug
te
vinden,
daar
waar
het
bestaan
van
zoodanig
land
later
blijkt.
Dit
nu
is
ten
zuiden
van
de
Haarlemmermeer
inde
buurt
van
Warmond
nergens
het
geval.
Noch
vaneen
Wendeldijk,
noch
vaneen
inlaagdijk,
zonder
welke
geen
uitterdijk
kan
bestaan
is
daar
eenig
spoor,
en
geen
plaatsnaam
is
er,
die
als
aanwijzing
zou
kunnen
strekken.
Er
is
werkelijk
niet
de
minste
reden
nieuwe
dijken,
dammen
en
sluizen
te
bedenken,
terwijl
alles
zich
logisch
aanpast
binnen
het
kader
van
het
ons
overgeleverde
stelsel.
Nog
heden
voert
te
Spaarndam
eendoor
het
vroeger
Stichtsche
Woerden
bekostigde
sluis
water
af.
dat
langs
Zwammerdam
het
oude
Rijnland
binnenstroomt.
Alle
oorkonden,
charters
en
kronijken
over
den
Zwadenburgerdam,
den
Wendeldijk
en
den
Sparendam,
beginnende
met
den
eersten
twist
bij
Bodegraven
in
1018
vinden
in
deze
oplossing
hunne
verklaring.
1
Inde
Gids
1918
verwerpt
prof.
J.
Huizinga
een
hypothese
van
dr.
te
Lintum,
die
den
dam
van
de
oorkonde
van
1255
„Apud
Spernedam”
naar
Haarlem
zou
willen
verplaatsen.
2
Te
Achttienhoven
herinneren
namen
als
St.
Maartensdijk
en
St.
Maartenskerkhof
op
oude
kaarten
nog
aan
dit
wereldlijk
bestier
der
Utrechtsche
Kerk.
3
Wel
de
inleiding
tot
de
twisten
van
1165
en
1226
over
den
afvoer
van
het
Stichtsche
water
langs
den
Rijn.
4