Tekstweergave van GA-1922_MB009_00067
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
van
deze
Jordaansche
schetsen
geven
blijk
van
den
bijval
waarmede
ze
werden
gezongen.
Dat
de
Amsterdammers
overigens
gaarne
hun
stad
hooren
verheerlijken,
bleek
uit
de
Ode
aan
het
IJ.
eender
zangnummers
uit
de
matrozenschets
de
Jantjes.
Wanneer
mevrouw
Cor
Smit
en
de
heer
Emile
Timrott
zongen
Aan
de
oevers
van
het
IJ
Voel
ik
’t
geluk
in
mij,
Bij
’t
rinkelen
van
de
tram
't
Is
de
hartklop
van
Amsterdam,
Het
zilveren
waterlint
Het
IJ
dat
is
mijn
vrind,
Daar
droom
ik
van
leed
en
van
plezier
Aan
d'oevers
van
mijn
rivier.
dan
zong
de
heele
schouwburg
mee,
en
was
klaterend
applaus
hun
belooning.
Die
verheerlijking
van
Amsterdamwas
ook
een
reden
van
het
succes
van
het
lied
Amsterdam
boven
al!
dat
gezongen
werd
op
de
muziek
van
Wien,
dn
Stadt
meiner
Trdume,
al
zal
de
aardige
walsmuziek
ook
wel
het
zijne
daartoe
hebben
bijge
-
dragen.
Vooral
het
refrein
:
O
heerlijk
Amsterdam,
De
stad
waar
ik
op
de
wereld
kwam,
Jij
met
je
typische
Rembrandtplein,
Zult
steeds
de
stad
mijner
droomen
zijn.
O
heerlijk
Amsterdam
Waar
ik
’t
voor
het
zwakke
geslacht
ontvlam.
Nergens
heb
ik
zooveel
pret
gehad,
Als
inde
Amstelstad.
is
langen
tijd
zeer
populair
geweest.
D.
S.
LANGS
DEN
WEG
Paleis.
Inde
Bouwwereld
is
onlangs
door
prof.
Vander
Kloes
betoogd,
dat
„het
geheele
gebouw,
het
werk
vaneen
geëerd
kunstenaar,
uit
het
oogpunt
van
constructie
vol
fouten
en
nu
één
groot
wrak
is".
Aan
-
leiding
daartoe
was
de
onderhanden
zijnde
restauratie
van
den
paleis-koepel.
Het
Handelsblad
deelt
echter
mede,
dat
het
gemeentelijk
bouw-
en
woningtoezicht
het
geenszins
eens
is
met
dit
oordeel.
„De
heer
ir.
M.
A,
H.
Tjaden,
directeur
van
dezen
dienst,
heeft
nog
kort
geleden
den
koepel
geïn
-
specteerd
en
deelt
volstrekt
niet
het
pessi
-
misme
van
prof.
Vander
Kloes,
zoomin
over
den
toestand
van
dit
onderdeel
als
van
het
geheele
paleis”.
J.
W.
E.
Paleis—Raadhuis.
Inde
Staats
-
begrooting
voor
1923
is
onder
hoofdstuk
I
Huis
der
Koningin
een
post
opgenomen
„voor
verdere
werkzaamheden
rakende
de
restauratie
van
het
Koninklijk
Paleis
op
den
Dam
te
Amsterdam”.
Ter
toelichting
van
dezen
begrootingspost
wordt
het
volgende
medegedeeld.
Inden
loop
van
1922
is
inde
eerste
plaats
de
vernieuwing
voltooid
van
de
loodbekleeding
van
het
paleisdak
en
is
ver
-
volgens
begonnen
met
de
vernieuwing
van
de
leibedekking
van
die
dakschilden,
welke
ver
-
teerd
bevonden
waren,
alsmede
met
het
herstel
van
den
koepel.
Deze
laatstbedoelde
voorziening
levert
zóó
groote
moeilijkheden
op,
dat
niet
dan
met
de
uiterste
voorzichtigheid
en
langzaam
kan
gevorderd
worden
en
niet
met
zekerheid
vooruit
kan
uitgemaakt
worden,
of
dit
werk
in
dit
jaar
wel
zijn
volledig
beslag
zal
kunnen
krijgen.
In
1923
zal
verder
moeten
worden
voortgegaan
met
de
voorziening
van
de
dakschilden
en
met
het
onderzoek
en
de
restauratie
van
de
wanden
der
binnenplaatsen
van
het
gebouw,.
H.
B.
Brand
der
luthersche
nieuwekerk.
Den
18
Septemberwas
het
honderd
jaar
geleden
dat
de
ronde
luthersche
kerk
aan
het
Singel
in
brand
opging.
Ontdekt
werd
het
vuur
’s
mid
-
dags
omstreeks
één
uur
was;
zes
uur
later
het
pleit
beslecht
en
het
gebouw
uitgebrand.
Van
een
en
ander
vertelt
de
heer
H.
G.
Bom
Jr.
in
Vuur
en
water
van
15
Septemper.
De
kerk
was
gebouwd
van
1668
tot
1671
;
het
koepel
-
vormig
dak
was
gedekt
met
rood
koperen
platen,
waarvoor
bij
den
bouw
door
den
zweedschen
Koning,
Karei
XI,
verlofwas
gegeven
dit
materiaal
tolvrij
uitte
voeren.
Aanbiedingen
aan
het
kerkbestuur
deze
koperen
platen
te
verkoopen
en
door
andere
koperen
platen
te
vervangen,
zijn
steeds
af
-
geslagen.
Ook
de
Wartburg
van
15
September
59