Tekstweergave van GA-1922_MB009_00044

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM sonen, met karren of andere rijtuigen inde stad komende, zullen vermogen hunne paarden aan des stads boomen vast te binden, ten einde geen nadeel door bijten of schillen aan de boomen worde toegebragt. ,Dat ook die geene. dewelke ezelinnen of geiten door de stad drijven, zullen hebben zorge te dragen, dat door dezelve beesten geen schade met bijten of anderzints aan de boomen worde toegebragt. ~Dat geene houtkoopers of andere, wie het zoude mogen zijn, eenig hout of andere goede - ren, hoe genaamt, zullen mogen stellen tegens of aan de stads boomen. ~En dat insgelijks niemand eenige hou - vasten, krammen, spijkers ofte ander ijzerwerk inde boomen zal vermogen te slaan, om daar aan te hangen of vast te maaken tuigen van paarden ofte eenige andere goederen. ..Gelijk mede niemand zal vermogen eenige lijnen van den eenen tot den anderen boom te trekken ofte vast te maaken, om daar op linnen of andere goederen te droogen of te lugten”. A. J. d’Ailly. Straatverkeer. In verband met het steeds toenemende straatverkeer, is het stellig niet zonder belang dit te vergelijken met dat in vroegere jaren. Aan de vriendelijkheid van ons mede-bestuurslid, den heer F. W. Wilde, dank ik onderstaande manuscript-aanteekening. Staat van rijtuigen en paarden gepasseerd door de Kalverstraat op 13 Februari] IS4O van ’s morgens acht tot ’s avonds acht uur. te zarnen 75 omnibussen met 2 paarden .... 150 47 batavieren ~ 2 ~ .... 94 5 calèchen ~ 2 ~ .... 10 1 fourgon ~ 1 paard 1 10 docterskoetsen ~ 2 paarden .... 20 1 o boerenwagens ~ 2 ~ .... 20 57 koetzen ~ 2 ~ ....114 1 lijkkoets ~ 2 ~ .... 2 1 vrachtslede ~ 2 ~ .... 2 2 diligences ~ 3 .... 6 1 koets ..3 ~ .... 3 57 vigelantes ~ 1 paard 57 41 vrachtsleden ~ 1 ~ .... 41 17 molenaarskarren ~ 1 17 3 aschkarren ~ 1 ~ .... 3 3 vuilniskarren ~ 1 ~ .... 3 2 chaisen ~ 1 ~ .... 2 7 melkkarren ~ 17 14 brommers ~ 114 28 fourgons ~ 2 paarden 56 1 bakkerskar ~ 1 paard .... 1 4 toesledèn ~ 1 ~ .... 4 5 postkarren ~ 1 ~ .... 4 losse paarden 4 tezamen 636 J. W. E. Zandstraat. De Courant van 15 Maart maakt melding van de beteekenis van dezen naam in het voorlaatste nummer van Amstelo danmm gegeven door den heer Gimpel en voegt er aan toe : ~Inden Zandhoek woonde het Oranje - vronvvtje (wed. v.d. Schaft) en inde Zandstraat Mietje Manheim, ’n soort van zielverkoopster, die er in haar kroegje dooreen bedrogen matroos werd vermoord. De liedjeszanger Meijer op den Dam maakte er toen een roerend vers op, dat aanving met de regels : Amsterdam, die groote stad, Die stad met zijn paleizen. Daar is ereis een moord gebeurd, Een moord om van te ijzen —" J. W. E. OUD EN NIEUW UIT AMSTERDAM’S VERLEDEN Het wapen van Amsterdam. Inde raadszitting van 5 April j.l. werd, op diens verzoek, eervol ontslag als gemeente-archivaris verleend tegen 1 Mei. aan ons ond-bestuurslid mr. W. R. Veder. L. v.d. 8., dit inde Tijd van 6 April memoreerende, brengt daarbij in herinnering het aandeel, dat mr. Veder indertijd gehad heeft inde vaststelling van het gemeente - wapen, zooals dat thans officieel is aangenomen en het verzet daartegen van de zijde van wijlen mgr. B. H. Klönne. Hij schrijft : ~De roomsche koning Maximiliaan bekleedde bij acte gedateerd Schiedam n Februari 1488 het wapen van Amsterdam ~metter crone van onsen Rijcke”. Hij deed dit eerstens om de trouw der inwoners en hun milde offers, vervolgens om de uitgebreide handelsbe - trekkingen en derdens „om sonderlinghe saken ..ons daertoe porrende”. Maximiliaan had n.l. in 1488 Marius geeft 1482 aan een zware ziekté lijdende, de gelofte gedaan naar de H. Stede te Amsterdam ter beevaart te gaan, zoo hij zijn gezondheid herkreeg. Na zijn genezing vervulde hij zijn gelofte, schonk behalve een gouden miskelk, vele kostbaar - heden en sierde de kapel met gebrande vensters. „Om deze redenen verrijkte Maximiliaan ons amsterdamsch wapenschild met de kroon van zijn Rijk. Dit was toen reeds dat van heden met de St. Andries-kruisen, hetwelk graaf Willem II in 1342 geschonken had, nadat Amsterdam tot vrije stad was verheven. ~Welke kroon heeft de vorst nu bedoeld toen hij in zijn schiedamsche acte sprak van de kroon van zijn Rijk? Op dat oogenblik natuurlijk alleen de koningskroon, want Maximiliaan was toen nog geen keizer en kon niet geven wat hij zelf niet had. Oorspronke - lijk is het amsterdamsch wapen dus begiftigd geworden met de koningskroon. ~Hierin ligt dus ook de verklaring, waaron we op de vele oude gravures niet de keizers - maar de koningskroon, ontmoeten. ~Niettemin behooren wij, naar mijne meening, 36