Tekstweergave van GA-1922_MB009_00042
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Ook
schijnt
men
toen
het
transept
te
hebben
willen
verhoogen,
doch
daaraan
is
geen
gevolg
gegeven.
Bij
het
verhoogen
van
het
koor
zijnde
vier
pijlers
inde
viering
verzwaard,
doch
niet
vernieuwd,
want
de
voormalige
ronde
pilaren
zijn
nog
in
deze
pijlers
aanwezig.
Rondom
het
koor
werd
toen
een
omgang
gemaakt,
welke
op
vrij
onbeholpen
wijze
tegen
de
zijbeuken
aansluit.
Inden
loop
der
jaren
werden
rondom
de
kerk
verschillende
kapellen
gesticht
en
aan
de
noordzijde
en
aan
de
zuidzijde
een
in
-
gangs-portaal
aangebouwd.
Uit
architectonisch
oogpunt
is
de
kapel
aan
de
noordzijde
inde
Enge
Kapel
-
steeg
een
zeer
merkwaardig
voorbeeld
van
den
overgang
van
de
Gothiek
tot
de
Renaissance.
Men
ziet
duidelijk
dat
de
bouwmeester
zich
nog.
niet
geheel
van
de
gothische
traditie
kon
losmaken,
doch
toch
sterk
geïnspireerd
werd
door
de
vormen
der
Renaissance.
Er
is
geen
jaartal
op
dit
kapelletje,
doch
op
de
oude
kaart
van
1536
van
Cornelis
Anthonisz.
komt
het
reeds
voor.
Ook
de
port
aal-aan
bouw
aan
de
zuidzijde
aan
het
Oudekerks-plein,
mede
om
-
streeks
1530
gebouwd,
vertoont
reeds
enkele
renaissance-motieven
en
de
borst
-
wering
is
sierlijk
gebeeldhouwd
met
de
wapenschilden
van
Karei
V
gedekt
door
de
keizerlijke
kroon.
Boven
in
dit
portaal
is
de
z.g.
Ijzeren
Kapel,
eertijds
de
bewaarplaats
van
de
oudste
stedelijke
handvesten
en
archieven.
Nevens
het
zuiderportaal
werd
in
het
laatst
der
zestiende
eeuw
een
aanbouw
gemaakt,
bestemd
voor
kerkmeesters-kantoor.
Inde
achttiende
eeuw
is
dit
ver
-
trek
sierlijk
betimmerd
en
met
gestucadoorde
plafond-overwelving
voorzien,
alles
in
Rococo-stijl.
Aan
het
einde
van
den
zuidelijken
zijbeuk
is
in
gothische
vormen
een
slanke
en
sierlijke
doopkapel
aangebouwd
tegen
den
westergevel.
Deze
kapel
werd
in
later
tijd
de
grafkapel
van
burgemeester
Cornelis
de
Graeff,
Heer
van
Zuydt
Polsbroek
enz.
en
werd
toen
aan
de
kerkzijde
afgesloten
met
een
marmeren
hek
-
werk
met
koperen
hekken
en
bekroond
met
beeldhouwwerk
van
den
grooten
Quellijn.
Inde
lengte-as
van
de
kerk
tegen
den
westgevel
was
oorspronkelijk
een
toren
gebouwd
van
geringere
afmetingen
dan
de
tegenwoordige
toren.
In
1564
werd
de
oude
toren
afgebroken,
waarna
met
den
bouw
van
den
thans
bestaanden
toren
een
aanvang
werd
gemaakt.
Deze
bouw
was
in
1566
voltooid.
In
1738
is
het
buiten-metselwerk
van
den
steenen
onderbouw
ommanteld
en
zijn
van
gehouwen
steen
nieuwe
omlijstingen
om
deur-
en
venster-openingen
en
om
de
galmgaten
aangebracht.
Als
ontwerper-bouwmeester
van
den
prachtigen
Oudekerks-toren
wordt
ver
-
meld
Joost
Janszoon,
bijgenaamd
Bilhamer,
terwijl
de
sierlijke,
slanke
houten
bovenbouw
en
spits
moet
zijn
saamgesteld
door
Jelis
Janszoon
van
Groningen
met
hulp
van
den
stadstimmerman
Hendrik
Janszoon
en
diens
opvolger
Pieter
Janszoon.
De
toren
is
tot
den
eersten
trans
opgebouwd
van
baksteen
met
bergsteen
en
verder
geheel
van
hout
met
lood
en
leien
gedekt.
Hij
heeft
een
hoogte
van
70,70
M.
boven
het
Oudekerks-plein.
Het
prachtige
klokkenspel
is
vervaardigd
door
den
beroemden
klokkengieter
Hemony.
Het
uitwendige
van
de
Oudekerk
is
in
hoofdzaak
in
baksteen
opgetrokken,
met
spaarzaam
gebruik
van
bergsteen
aan
banden,
raam-omlijstingen,
steunbeeren
en
topgevel-bekroningen.
Enkele
gevelvlakken
zijn
met
een
tufsteen-bekleeding.
Het
inwendige
van
de
Oudekerk
geeft
veel
belangrijks
te
bezichtigen.
Buitengewoon
fraai
geschilderde
glasramen
uit
1555
versieren
een
kapel
aan
34