Tekstweergave van GA-1922_MB009_00032

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM VRAGENBUS (Verzoeke antwoorden Heerengrachl 68) VRAAG Gefluit aan de Stadhouderskade bit de Hemonystraat. ledere avond, precies tien uur hooren wij, d. w. z. de bewoners onzer buurt een lang gefluit, dat hoog aan - yangt en lager uitscheidt; 't houdt ongeveer één minuut aan. Ook om vijf uur wordt het gehoord. Is het een boot ? Of is het een fabriek ? M. W.—L. ; Het gefluit wordt gegeven door de sirene van de electrische Centrale, Hoogte Kadijk. E. J. M.; E. J. E. ANTWOORDEN. Sloome. Het wil mij voorkomen, dit slosme hetwelk geen scheldwoord is, doch de aanduiding vaneen slap, sullig perso - naadje niets te maken heeft met Schlaume = Salomon, doch met het hebreeuwsche wcord Sjolsum = vrede, rust, kalmte. De omzetting van ol in lo komt meer voor. H. P. Bijenkorf. Voor jaren was er op den Nieuwendijk hoek Kolksteeg een klein, maar zéér druk beklant winkeltje in dames-hand - werken en manufacturen, de Bijenkorf. Ik meen zelfs dat in het bovenlicht van de deur een bijenkorf was afgebeeld. Vooral omstreeks St. Nicolaas en Kerstmis werd er queue ge - maakt, aangezien het tegenover de grootere luxe-handwerkwinkels scherp concurreerde. Er kwam spoedig uitbreiding met andere per - ceelen langs de Nieuwendijk inde richting Dam, niet huis aan huis, maar overslaand. Ten slotte bracht de firma, na de demping van het Damrak, de zaak naar het veel grootere gebouw op het Damrak over. Kn. De naam de Bijenkorf kan, voor - zoover ik weet, niets te maken hebben met de benaming vaneen oud pand in die buurt. Mij dunkt dat de verklaring vrij eenvoudig is. De Joden, die dezen monster-tempel van den wansmaak hebben opgericht, zullen natuurlijk gedacht hebben en de uitkomst heeft hen in het gelijk gesteld dat de Amsterdammers etl aan a^e k an ten geopenden „korf” als „bijen" zouden binnenvliegen, en er weer uitzwermen na aankoop van den aangeboden ersatz-honing. Zou het zoo niet wezen ? F. E. Posthumus Meyjes. ll e naam Bijenkorf komt of kwam als naam voor winkelzaken in Amsterdam meermalen voor, en is te vergelijken met de I lijt e.d., waarmede de nijvere eigenaar zijn toewijding aan en zijn ijver voor zijn zaak te kennen gaf. Zoo bestond er reeds inde tachtiger jaren op den Nieuwendijk een rnanufacturen-zaak van dien naam, aanvanke - lijk van de firma Goudsmit en Polak, later alleen van één der firmanten, den heer S. P. Goudsmit, die met zijn gezin de nog weinig omvangrijke zaak bestuurde. Deze zaak heeft allengs meer en meer uitbreiding gekregen; eerst werden de naastbijzijnde en later ook dein de aangrenzende steeg gelegen per - ceelen er bijgetrokken, totdat eindelijk be - sloten werd tot een geheele vernieuwing, waarvoor ook de bekende distilleerderij de Wilde Man moest wijken. Er werd op het juist toen vrij gekomen Beursterrein een tijdelijk verkooplokaal gebouwd, dat echter zoo’n succes voor de inmiddels ook wat haar debiet betreft uitgebreide zaak bleek te zijn, dat de firma, die ineen Naamlooze Vennoot - schap werd omgezet, besloot op het Beurs - terrein te blijven, en aan de bouwplannen op den Nieuwendijk, waar toen o. a. een bioscoop gekomen is, geen verdere uitvoering te geven. Zoo is op den Dam het meest populaire verkoophuis van onze stad verrezen, waarvan de directeuren o.a. de zoon en de schoonzoon yam wijlen S. P. Goudsmit zijn; het zijn diens initialen, die nog en terecht onder het vignet van de Bijenkorf prijken. Men moge nu, zooals b. v. dr. Haslinghuis ten vorigen jare in zijne voordracht voor Amstelodarnum deed, treffend spreken van onze „moderne bijen - korven” in vergelijking met ouderwetschc op hun beurt indertijd moderne winkels als van Sinkei, dit neemt niet weg, dat de naam Bijenkorf niet zinspeelt op de drukte en het gewriemel die er heerscht, maar regel - recht de herinnering bewaart aan een ouder - wetschen amsterdamschen winkelnaam. M. B. Indien ik mij niet bedrieg, was de naam van den kleinen winkel op den Nieuwen - dijk, door-de firma Goudsmit gedreven, de Bijenkorf en heeft de firma denzelfden naam gegeven aan het groote magazijn, dat zij later op het Damrak stichtte. H. P. Jodenkettingen. Deze dienden om de grenzen aan te duiden, waarbinnen de ge - loovige Joden op Zaterdag en feestdagen moeten blijven, het zgn. tgcem. Begeven zij zich daarbuiten, dan draagt hunne wandeling het karakter van reizen, hetgeen verboden is op genoemde dagen. Ik heb nog korten tijd geleden zulk een ketting gezien op de Wees - perzijde bij de Grensstraat. H. P. ERRATA Jodenkettingen. De steller der vraag in het vorige nummer was de heer E. Nootcr, niet L. Koster. 24