Tekstweergave van GA-1922_MB009_00026
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
lijkheid,
die
hem
inden
regel
niet
den
tijd
laat
voor
diepgaand
onderzoek.
Aan
den
eenen
kant
de
beschouwende
bespiegeling,
aan
de
andere
de
krachtig
willende
daad
;
hier
het
langzaam
rijpende
inzicht,
dat
alleen
al
op
zich
zelf
waarde
heeft
;
daar
de
door
de
ervaring
gescherpte
intuïtie,
die
de
sterke
behoefte
heeft
onmiddel
-
lijk
te
worden
omgezet
ineen
daad.
Geheel
andere
geestelijke
kwaliteiten
kenmerken
den
geleerde
en
den
koopman.
doch
zijn
er
ten
allen
tijde
mannen
geweest,
die
beide
hoedanigheden
in
zich
hebben
weten
te
vereenigen,
althans
min
of
meer.
Want
heel
dikwijls
blijkt
de
com
-
binatie
neer
te
komen
op
hypertrophie,
te
sterken
uitgroei
naar
den
eenen
kant.
Wetenschappelijke
kooplieden
zijn
niet
steeds
goede
kooplieden
geweest
;
tot
hun
eigen
schade
hebben
zij
dat
veelal
ondervonden.
Maar
zij
zijn
toch
altijd
mannen
van
beteekenis
in
hun
dagen
geweest,
omdat
zij
iets
medebrachten,
dat
de
meeste
wetenschappelijke
onderzoekers
ontbrak,
de
kennis
van
de
praktijk
van
het
handels
-
leven,
de
dikwijls
harde
realiteit,
die
zoo
consequent
onbarmhartig
is
voor
de
theore
-
tische
beschouwingen
en
de
daarop
gebouwde
raadgevingen
der
geleerden.
Zoo
is
het
woord
van
den
wetenschappelijken
koopman
altijd
van
waarde.
Zulk
een
wetenschappelijk
koopman,
naar
wiens
woord
reeds
in
zijn
eigen
tijd
waarlijk
wel
werd
geluisterd,
is
de
niet
onbekende
Johannes
Phoonsen,
over
wien
dr.
J.
G.
van
Dillen
in
het
zevende
Economisch-historisch
jaarboek
toch
heel
wat
nieuws
weet
mede
te
deelen.
Of
hij
een
Amsterdammer
van
geboorte
was,
blijkt
niet.
Maar
in
ieder
geval
is
hij
hier
in
1654
getrouwd
;
hij
was
toen
24
jaar
en
heet
„cousecoper”.
Hoe
lang
hij
dat
bedrijf
nog
heeft
uitgeoefend,
weten
wij
niet.
Vast
staat,
dat
hij
langen
tijd
als
boekhouder
op
het
kantoor
der
bekende
firma
Daniël
en
Mattheus
Lestevenon,
eender
aanzienlijkste
van
Amsterdam,
werkzaam
is
geweest.
Daarna
(of
daarnaast
?)
dreef
Phoonsen
ook
eigen
zaken
;
sinds
het
jaar
1667
heeft
hij
een
eigen
rekening
inde
Wisselbank
;
in
1677
noemt
hij
zich
„een
klein
medereeder
in
het
schip
en
medc-geinteresseerde
in
het
huis
van
de
Wissel
-
bank
.
Wij
kunnen
zijn
rekening
inde
boeken
der
Wisselbank
nagaan
van
Februari
1667
tot
bebruari
1678
;
dan
houdt
die
plotseling
op.
De
reden
daarvan
is
ons
bekend
;
den
16
Februari
1678
verzocht
Phoonsen
de
bemiddeling
van
Burge
-
meesteren
ter
verkrijging
vaneen
acte
van
sureté
de
corps
;
blijkbaar
hadden
dus
zijn
crediteuren
zijn
faillissement
aangevraagd.
Eerst
den
22
Augustus
1679
kwam
een
accoord
tot
stand
;
de
crediteuren
moesten
zich
tevreden
stellen
met
8
pet.
;
het
geheele
faillissement
bedroeg
niet
veel
meer
dan
een
ton.
De
oorzaak
van
deze
débacle
wordt
door
de
stukken
gegeven;
zij
zeggen,
dat
Phoonsen
„door
veelc
banqueroeten
en
andere
considerable
geleedene
schaede
gestelt
ende
gebracht
is
ineen
staet
van
onvermoogentheyt
omme
zijne
crediteuren
te
cunnen
voldoen”.
Bij
acte
van
22
Februari
1680
werd
Phoonsen
gerehabiliteerd.
Hij
had
blijkbaar
geen
neiging
om
zijn
geluk
nogmaals
inden
handel
te
beproeven
;
op
zijn
verzoek
werd
hij
den
4
October
1680
tot
makelaar
benoemd
en
n
April
d.a.v.
ook
tot
prijs
-
courantiei.
De
laatste
benoeming
vooral
bewijst,
welk
een
groot
vertrouwen
hij
nog
bij
Burgemeesteren
genoot
niettegenstaande
zijn
faillissement
;
zijn
goede
naam
had
blijkbaar
niet
geleden.
Hij
was
toen
trouwens
al
bekend
geworden
als
wetenschappelijk
schrijver
over
handelszaken
;
later
spreekt
men
zelfs
van
den
ermaarden
Ihoonsen.
De
kooplieden
van
den
modernen
tijd
kennen
zijn
boeken
niet
meer,
omdat
zij
ze
bij
hun
bedrijf
niet
meer
noodig
hebben.
Maar
in
zijn
dagen
was
Phoonsens
Wisselstijl
een
onmisbaar
hulpmiddel
op
ieder
kantoor.
De
eerste
diuk
daaivan
verscheen
in
1676.
Het
boek
is
een
uitvoerige
verhandeling
over
het
wisselrecht
te
Amsterdam
;
de
schrijver
geeft
tal
van
nuttige
wenken
aan
de
koop
-
lieden
en
bepleit
tevens
verschillende
wijzigingen
inde
ordonnantiën.
Als
bijlagen
zijn
bovendien
nog
de
wisselverordeningen
van
vele
andere
groote
handelsplaatsen
18