Tekstweergave van GA-1922_MB009_00024
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Zijn
verscheiden
(4
Nov.
1847)
herdacht
hij
dooreen
concert,
7
Maart
van
het
volgende
jaar
gegeven
inde
remonstrantsche
Kerkte
Amsterdam.
Hij
speelde
toen
drie
werken
van
Mendelssohn
op
het
orgel,
liet
ook
eenige
ccmpositiëu
van
hem
zelf
voor
koor
ten
ge
-
hoore
brengen,
waaronder
een
Elegisch
Koraal
-
gezang
aan
de
grooten
overledene
gewijd.
„Bastiaans,
schrijft
het
boekske,
was
een
nobel
karakter;
nog
gew'agen
zij,
die
hem
gekend
hebben,
van
zijn
goedheid
jegens
menschen
en
dieren.
De
dieren
toonden
hem
hun
erkentelijkheid,
doch
de
menschen
w'aren
al
te
vaak
ondankbaar
en
maakten
misbruik
van
zijn
goedheid,
wat
hem
echter
nooit
verbitterde".
Wel
in
schrille
tegenstelling
hiermede
is
het
oordeel,
dat
dr.
A.
W.
Bronsveld,
die
hem
tijdene
zijn
haarlemsche
evangelie
be
-
diening
gekend
heeft
over
hem
geeft
inde
September
aflevering
van
de
Stemmen
van
waarheidenvrede
(1921,
757)
:
„Tijdensons
ver
-
blijf
te
Haarlem
hebben
wij
ook
meer
dan
eens
ervaren,
welk
een
lastig
man
inden
omgang
de
geniale
organist
der
Grootekerk
was".
J.
w.
E.
Openbare
Bibliotheek
en
Leeszaal.
Inde
Papierzeitung
van
24
November
breekt
een
A.
H.
C.
M.
een
lans
voor
het
gebruik
van
het
romeinschrift
in
duitsche
boeken
en
tijdschriften;
de
duitsche
drukletter
acht
hij
moeielijk
te
lezen
voor
niet-Duitschers.
„Hier
in
Amsterdam,
schrijft
hij,
ist
eine
vielbe
-
suchte
öffentliche
Bibliothek,
die
vonder
Stadtgemeinde
unterhalten
wird,
und
wo
auch
in
einem
besohdem
Raume
fast
alle
bedenkenden
Tageszeitungen
und
Zeitschriften
Europas
ausgelegt
sind.
Mit
Genugtuung
kann
man
da
feststellen,
dass
sich
die
deutschc
Blatter
sehr
eifrigen
Zuspruchs
erfreuen,
aber
man
kann
auch
bemerken,
wie
schwer
es
denen,
die
nicht
eine
Zeitlang
in
Deutschland
gelebt
haben,
wird,
sich
durch
sie
hindurch
zu
winden."
J.
w.
E.
De
St.
Elizabeths
vloed.
De
Dord
-
rechtsche
drukkerij
en
Uitgevers-Maatschappij
deed
mij
eveneens
toekomen
een
boekske
van
den
archivaris
der
gemeente
Dordrecht
J.
1
van
Dalen
(Jan
van
de
Maas)
over
deze
over
-
strooming,
die
18
November
1421
de
groote
Zuid-Hollandsche-
of
Dordtsche
Waard
en
daarmede
ook
Dordrecht
trof.
Aan
te
stippen
valt,
dat
Haarlem,
Delft,
Leiden,
Amsterdam
en
Gouda
2500
beiersche
guldens
hebben
uit
-
gelegd
om
de
verdronken
w'aard
te
hordijken.
J.W.
E.
VRAGENBUS
(Verzoeke
antwoorden
Heerengracht
68)
VRAGEN
Bijenkorf.
Van
waar
komt
de
naam
van
dit
winkel-verkoophuis
aan
het
Damrak
?
J,
W.
E.
J.
J.
L.
ten
Kate.
J,
C,
de
Man
vertelt
in
zijn
Twaalf
schedels
van
Reimerswale
(1893,
11),
dat
amsterdamsche
predikanten
inden
ouden
tijd,
wanneer
zij
hunne
oude
standplaats
Middelburg
weer
eens
opzochten,
gaarne
lieten
zingen
psalm
2
vs.
7,
omdat
er
zooveel
aspiraties
in
voorkomen.
De
anecdote
kan,
dunkt
me.
alleen
van
toepassing
zijn
op
de
psalmberijming
van
!773.
waar
acht
aspiraties
in
voorkomen,
o.
a.
~in
Hem
hun
heil,
hun
hoogst
geluk
be
-
schouwen”,
niet
op
de
vroegere
van
Dathenus,
die
slechts
drie
aspiraties
heelt.
In
dat
geval
denk
ik
inde
eerste
plaats
aan
J.
J.
L.
ten
Kate.
Ts
dit
juist
?
j.
W.
E.
Sloome.
Onder
de
liefelijkheden,
die
in
Amsterdam
gebruikt
worden
bij
twisten
eif
oneenigheden,
komt
ook
voor
het
woord
sloome.
Dit
scheldwoord
wordt
gemeenlijk
gebruikt
tegenover
iemand,
die
verstandelijk
niet
erg
uitblinkt,
of
traag
van
begrip
is.
1
Men
gebruikt
het
als
zelfstandig
naamwoord
en
zegt
dan
eenvoudig
sloome
zonder
meer,
of
zegt
:
~Dat
is
zoo’n
sloome”.
Wanneer
het
woord
tegen
een
amsterdamschen
straatjongen
gezegd
wordt,
beantwoordt
hij
het
met
een
rijmpje,
dus
:
A.
:
Sloome
!
B.
:
De
duvel
is
je
oorae
!
Het
wordt
evenwel
ook
als
bijvoegelijk
naamwoord
gebruikt,
want
de
volgende
uit
-
drukkingen
kan
men
vaak
genoeg
hooren,
n.l.
:
sloome
vent,
sloome
duikelaar.
Ineen
duitsche
roman,
waarin
nog
al
veel
joodsche
uitdrukkingen
voorkomen,
vond
ik
als
naamverkorting
voor
Salomo
-
Schlaume,
Zou
dus
ook
ons
woord
sloome
niet
evenzoo
afkomstig
kunnen
zijn
van
Salomo
?
J.
H.
Garms
Jr.
Jodenkettingen.
Waar
zijn
toch
de
jodenkettingen
gebleven?
Er
was
er
een
bij
de
Raampoort,
maar
die
is
weg.
Andere
zijn
'
eveneens
verdwenen.
Is
omtrent
dit
onderwierp
iets
van
belang
mee
te
deelen
?
E.
Koster
ANTWOORD.
Weg
is
Aaltje.
Mag
ik
uit
jeugdher
-
innering
nog
even
meedeelen,
dat
ik
vroeger
in
Friesland
van
Aaltje
hoorde:
Aaltje,
zat
op
’t
paaltje,
't
paaltje
brak
:
en
Aaltje
viel
inde
koeie-kak!
ook
wel
gevarieerd
met:
daar
lag
de
kleine
dikzak!
voor
den
laatsten
regel.
J.
K.
van
Loon.
16