Tekstweergave van GA-1922_MB009_00023

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM in het vaderlijk huis inde Warmoestraat, waar hel veilen van boeken hcofdzaak werd. Op 1 Mei 1901 werd de zaak verplaatst naar het Singel bij de Torensluis. ~R. W. P. leefde voor zijn vak en kende er den polsslag van als maar weinigen in Neder - land. Ongelooflijk uitgebreid was zijn kennis van boeken en als gids door de wereld der oude boeken vooral, was hij tot ver over de grenzen van Nederland bij bibliografen en bibliofielen bekend. Hij was van oude boeken een echte goéde vriend, eerde hun levenser - varingen en volgde hun verderen levensloop. Duidelijk spreken van die vriendschap de toelichtingen en omschrijvingen uit zijn cata - logi. Zoo thuis in boeken is alleen iemend, die er behalve zijn hoofd ook zijn hart bij heeft en met zoo grooten ijver en lust drijft alleen hij zijn zaken, die er tegelijk een deel van zijn ideaal mee verwezenlijken kan. Bij De Vries was dit het vormen vaneen prachtige eigen antiquariaat en zonder litterator te zijn, had hij een scherpen kijk op ja, haast kon men spreken vaneen aangeboren intuitie voor —de waarde der boeken en veer de stroening en inde waardeering der litteratuur ,Er zijn veel jongeren onder de letterkundigen vol minachting voor de zoogenaamde „cata - logus makers”, maar R. W. P. jaagt hun het schaamrood naar de kaken ; want met Fred. Muller heeft hij de catalogi der nederlandsche boekveilingen gebracht op een in hun soort hoog wetenschappelijk peil. Steeds zorgvul - diger werden de rubriceeringen geschift, de noten werden steeds waardevoller dcor strenge nauwkeurigheid en deugdelijkheid. Zoo werd een catalogus van De Vries een ware delica - tesse voor alles wat boekenvriend was en boekenkenner. Zijn kennis had De Vries uit de praktijk en het is geen versleten uitdrukking als we van hem zeggen, dat tallcoze boeken door zijn handen zijn gegaan. Met bergen boeken om zich heen heeft De Vries altijd zelf de veilingen van zijn firma voorbereid en de catalogi samengesteld. Jarenlang trad De Vries cok zelf bij de veilingen op als auctio - naris”. In 1879 werd De Vries bibliothecaris van de Vereeniging van den Boekhandel ; van de bilbiotheek gaf hij in 1885 een nieuwen cata - logus uit. Tusschen 1890 en 1903 had hij herhaaldelijk zitting achter de bestuurstafel der Vereeniging, van 1900 tot 19°3 rvas hij vice-president, in 1908 president en jaren lang lid van den Commissie voor de Bouwstoffen ; in 1908 werd hem het eere-lidmaatschap aange - boden. Behalve lid van talrijke genootschappen was hij lange jaren secretaris van het Konin - klijk Oudheidkundig Genootschap en bestuurs - lid van Amstelodamum. In 1905 vierde hij zijn gouden jubileum als boekhandelaar. „Zoo werden de verdiensten gehuldigd van den autodidact, die in boeken - kennis zijn meerdere niet had, den man, voer wien een vak, droeg voor buitenstaanders, een bron werd van levensgeluk, en bij wien veelzijdige vakkennis gepaard ging met een groote goedmoedigheid, eenvoud en hulpvaar - digheid (van boekenstof hebben noch zijn humeur noch zijn gezondheid ooit iets geleden). Zoo was R. W. P. de Vries voor allen die in Amsterdam boeken en oudheden liefhadden, een steun en meestal ook een vriend. Veel - zijdig met een misschien wat ouderwetsche omslachtigheid, was hij ook een echt ouder - wetsch degelijk werker; deze eenvoudige Amsterdammer was een patriciër in zijn vak . H. B. . E. B. Kielstra, wiens levensbericht door prof. Blok inde Levensberichten van de Maat - schappij der nederlandsche Letterkunde voor - komt, heeft in zooverre betrekkingen met Amsterdam gehad, dat hij jaren lang de zeer gewaardeerde koloniale medewerker van het Algemeen Handelsblad is geweest. Door zijn tijdschriftartikelen ~trok hij reeds spoedig de aandacht der redactie van het Handelsblad, dat hem begin 1889 als medewerker voor koloniale aangelegenheden koos. Hij nam dit aanbod met beide handen aan en heeft zestien jaren lang in dat blad met groote kennis van zaken de belangstelling voor Indië ten onzent weten te verlevendigen ; dikwijls hebben zijne zaakrijke, beknopte, gematigde artikelen, die samen wel 3600 kolommen van het blad beslaan, de publieke opinie op allerlei indische hervormingen voorbereid en inde goede richting helpen leiden" ~ Bij het Handels - blad werd zijn medewerking zoo zeer op prijs gesteld, dat men hém na tien jaar commissaris van het blad maakte”. Een andere amster - damschc werkzaamheid was op tooneelgebied : „Hij was nog voor allerlei te vinden, zelfs voor het lidmaatschap, ja het voorzitterschap voor den Raad van Beheer bij het Nederlandsch Tooneel, welke bezigheid toch vrij ver buiten zijn gewonen gezichtskring lag ; de lokkende stemmen van de heeren De Ranitz en Gom - pertsz konden hem spoedig ook tot bet aan - nemen van dien post overhalen : het moest iemand uit Den Haag zijn, en een bekende persoon, die hem zou kunnen vervullen en Kielstra was ervoor te krijgen”. Aan be - heerschende beteekenis is deze functie echter niet geworden. hl. B. Johannes Bastiaans. In December herdacht de Haarlemsche Bachvereeniging haar vijftigjarig bestaan. In het uitgegeven pro - grammaboek wordt een biografie gegeven van den oprichter Baslirans, overleden in 1875 als organist der Grootekerk te Haar - lem, die van 1839 tot 1858 in gelijke functie was aan de Zuiderkerk te Amsterdam. Bas - tiaans was een overtuigd voorstander van de muziekrichting van Mendclssohn , wiens onderricht hij ook te Lcipzig genoten had 15