Tekstweergave van GA-1922_MB009_00019
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
reden
bestond
om
een
straat
naar
hem
te
noemen,
dan
t
bloote
feit,
dat
hen
juist
geen
anderen
naam
te
binnen
schoot.
Bronnen:
Bcuw-
en
Beeldhouwkunst
te
Amsterdam
inde
zeventiende
eeuw
door
A,
W
Weissman,
den
Haag,
z.
j.
Het
Amsterdamsch
Stadhuis
(1625
—1700)
door
A.
W.
Kroon.
Amsterdam
1667.
S.
Seeligman
in
het
Centraal
Blad
voor
Israëlieten
in
Nederland.
22
April
1921.
H.
T.
Duwaer.
Ter
aanvulling
van
het
bovenstaande
diene
dat
Daniël
Stalpaert
den
3d
en
Decem
-
ber
1676
inde
Nieuwe
Zijdskapel
is
begraven,
als
weduwe
nalatende
zijne
tweede
vrouw
Machteltgen
Lodder.
Hij
woonde
op
de
Keizersgracht
bij
de
Nieuwe
Spiegel
-
straat.
Elf
Juni
1678
werd
ook
zijne
weduwe
in
hetzelfde
graf
begraven.
Zij
lieten
geene
kinderen
na.
J
on
'
LANGS
DEN
WEG
De
kleine
steentjes.
De
Courant
van
4
Januari
schrijft:
„Wanneer
de
nieuwe
Damplannen
hun
beslag
krijgen
en
men
begint
met
de
,
verlaging
van
het
niveau,
de
verlegging
der
tramlijnen,
de
stoep
voor
den
ingang
van
’t
Paleis
en
een
andere
be
-
strating,
dan
kan
’t
wel
wezen,
dat
het
bekende
klinkerpad
vóór
de
hoofdwacht
meteen
inde
knel
komt.
„Die
historische
„kleine
steentjes!”
Hoe
-
veel
bekeuringen
en
hoeveel
molesten
door
de
Paleiswacht
vonden
in
vroeger
tijd
hun
aanleiding
in
het
betreden
van
dat
verboden
strookje
grond!
Het
servituut
cp
die
straat
-
klinkers
rustende
was
al
zoo
oud,
dat,
toen
voor
eenige
jaren,
een
garnizoens-commandant
voor
de
rechtbank
getuigenis
moest
afleggen
(naar
aanleiding
vaneen
delict)
omtrent
den
oorsprong
en
de
reden
van
die
verbodsbe
-
paling,
hij
zijne
onwetendheid
moest
erken
-
nen.
En
wanneer
een
plaatsmajoor
het
niet
wist,
hoe
zeu
dan
een
schildwacht
het
we
-
ten
1
De
zaak
gaf
zelfs
aanleiding
tot
een
zwaarwichtig
overleg
tusschen
het
gemeente
-
bestuur
en
den
intendant
der
koninklijke
paleizen,
en
een
plan
cm
door
paaltjes
of
andere
merkteekenen
aan
te
wijzen
waar
de
menschen
loepen
mochten
en
waar
niet.
Vol
-
gens
de
overlevering
werd
inden
zwaren
franschen
tijd,
toen
vele
behoeftigen
zich
van
hun
teveel
aan
kinderzegen
trachten
te
ontdoen,
daarvoor
wel
eens
het
schilderhuisje
cp
de
kleine
steentjes
gebruikt,
waar
men
pasgeborenen
te
vondeling
legde.
Daarom
zou
toen
de
bepaling
gemaakt
zijn,
dat
die
steentjes
niet
meer
belcopen
mochten
wor
-
den,
behalve
door
den
schildwacht.
„Niet
veel
ouder,
maar
niet
zoo
bekend
als
de
kleine
steentjes
te
Amsterdam,
waren
die
ts
Batavia.
„De
„koningin
van
het
Oosten”
had
haar
verboden
wandelpad
zco
goed
als
de
„koop
-
vorstin
aan
't
IJ
’,
en
het
dagteekende
uit
de
dagen
van
de
Loffelijke
Compagnie,
toen
het
historische
Kasteel
van
Batavia
nog
be
-
stond.
Dat
kasteel
werd
door
Daendels
ge
-
sloopt,
maar
het
stadhuis,
dat
in
1652
ge
-
bouwd
werd,
bestaat
nog,
en
in
die
omgeving
bevonden
zich
de
verboden
„kleine
steentjes”.
Het
betreden
daarvan
bracht
nog
’n
heel
andere
risico
mee
dan
een
simpele
bekeuring,
zooals
te
Amsterdam.
Men
kon
daar,
zoo
-
als
men
in
Indië
zegt,
een
„leelijk
koopje”
krijgen,
wanneer
men
als
baar
of
nieuweling
op
dien
verboden
grond
gelokt
werd.
De
nestor
der
Indische
kroniekschrijvers,
dominee
Francois
Valentijn,
verhaalt
daarvan:
;
„Alle
nagt
werd
er
door
de
borgers
op
't
gewaakt,
en
die
zich
’s
avonds
na
„negen
uuren
verstouten
dorst
cp
eenige
tre
-
,,den
na
omtrent
de
schildwacht,
op
de
steenen
"bij
het
bordes
of
portaal
te
komen
(want
langs
het
Stadhuis
en
langs
de
boeyen
aan
,
.wederzijden
is
het
met
graauwe
arduinsteenen
"belegt)
die
zou
zeer
licht
een
dragt
slagen
„met
zijn
piek
tusschen
hals
en
nek,
zonder
„aanzien
van
rang
of
persoon,
konnen
krip
„gen;
om
’t
welk
te
myden
men
buiten
die
’,steenen
op
't
plein
gaan,
en
antwoord
geven
„moet.
Ik
kenne
een
heer
van
zeer
veel
aan
-
’’zien,
die
als
Raad
van
Justitie
pas
op
„Batavia
gekomen,
en
nog
onkundig
van
deze
„gewoonte
zijnde,
een
dragt
weg
had
eer
hij
~’t
wist,
en
de
heer
die
hij
bij
zig
had,
een
;,oud
medelid
van
dien
Raad,
had
hem,
ik
„geloove
met
opzet,
geen
woord
er
aan
gezegt,
’‘gaande
stillekens
en
tijdig
buiten
den
steenen
„en
wat
ter
zijden
af
op
't
plein,
om
gelegen
-
heid
te
hebben
van
daarover
een
hertelijk
„bij
zig
zelven
te
lagchen”.
J.
W.
R.
Keizersgracht
672
—674
bij
de
Vijzel
-
straat.
—
In
Buiten
van
21
Januari
worden
behalve
de
monumenteele
gevel
van
het
huis
der
familie
Van
Loon,
afgebeeld
allerlei
kiekjes
van
het
interieur:
de
salon
en
een
zich
daarin
bevindende
deur,
de
vestibule,
het
trappen
-
huis,
ook
de
tuin
en
het
tuinhuis.
Het
per
-
ceel
is
waarschijnlijk
gesticht
in
1671
dit
jaartal
staat
inde
terug
wij
kende
borstwering
11