Tekstweergave van GA-1922_MB009_00017

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELING VAN HET BESTUUR NIEUWE LEDEN Ten vervolge op de opgave in het vorig nummer deelt het Bestuur mede dat met ingang van i Januari 1922 nog tot het Genootschap zijn toegetreden: a. als donateurs: mr. J. Deking Dura, Nico van Gelder, A. G. Huisken, mr. Chr. Vermeer en J. H. van Vloodorp; h. als gewone leden: mr. J. H. de Bas, L. H Bours Lzn., N. Bühning, dr. Paul Cronheim, F. Schmidt Degener, mej. B. E.lDieperink, prof. dr. H, Fryda, C. A. Groenendijk, prof. dr. A. W. de Groot, mr. W. H. L. Haitink, Charles A. Ide, F. A. Landsman, P. van Ouwerkerk, dr. L. A. M, Riemens, dr. A. Sternheim en mevr. W. de Veer-de Lange. DANIËL STALPAERT Tot de bijna vergeten Amsterdammers uit de zeventiende eeuw behoort o.i. ten onrechte Daniël Stalpaert (of Stalpart en in stedelijke rekeningen ook wel Stalpert). Hij werd vermoedelijk in 1615 te Amsterdam geboren, en schijnt aanvankelijk de schilderkunst te hebben beoefend. Als hij in 1639 huwt met Margriete kransen, wordt hij kunstschilder genoemd. In 1648 wordt Stalpaert door de amsterdamsche Vroedschap tot stads-architect benoemd, met het oog op den bouw van het nieuwe stadhuis, waarbij hij, met Syman Bosboom en Willem de Kcyser onder oppertoezicht van Jacob van Campen, de leiding had en als zoodanig hij van 1 Augustus van dat jaar af in functie was op een bezoldiging van /1600 ’s jaars, plus 30 gulden mantelgeld, of, zooals wij zouden zeggen : vergoeding voor kleedij. Dat hij een bekwaam architect was, valt op te maken uit de omstandigheid, dat hij van 1648-1657 blijkbaar ten genoege van den ontwerper, bij den bouw van het stadhuis de leiding had vaneen groot gedeelte van den arbeid. In 1662 wordt hij, met den ingenieur Couk, aangewezen om Cornelis Dankerts bij het ontwerpen vaneen plan tot rooijing van grachten en straten inde nieuwe uitlegging behulpzaam te zijn. Het schijnt, dat Stalpaert zich vooral verdienstelijk gemaakt heeft door het teekenen vaneen plan (groot 1,22 bij 1,60 el) voor dat doel. Althans bij resolutie van Burgemeesteren van 31 Januari 1663 wordt hem een gratificatie van 100 ducaten voor zijn arbeid verleend. Stalpaert was echter geenszins tevreden met deze gratificatie, daar hij oordeelde, dat daarmee wel zijn werkzaamheden bij het afbakenen van grachten en straten was gehonoreerd, maar voor het teekenen van „die caerte self niets werd vergoed. Een verzoek in dien geest door hem gedaan aan Burgemeesteren, werd echter van de hand gewezen (29 Januari 1664). Het jaar van zijn overlijden is mij niet bekend. Gewoonlijk wordt 1664 of 1665 als zoodanig vermeld. Aangezien evenwel in 1669 met den bouw der Oosterkeik werd begonnen naar plannen van zijn hand, zal zijn dood wel vrij wat later te stellen zijn. Weissman vermeldt dat hij in 1670 om verhooging zijner jaarwedde verzoekt, hetgeen werd toegestaan. In 1682 was het ambt van stads-architect onvervuld, doch zooals Kroon opmerkt, de mogelijkheid bestaat, dat dit slechts een officieelc bevestiging beteekent vaneen reeds eerder practisch ingevoerden maatregel, daai blijkt, dat in 1680 het ambt was „gemortificeerd”. Werken van Stalpaert te Amsterdam uitgevoerd : Het Lands-Zeemagazijn, gebouwd in 1656-1657. De eerste steen werd gelegd in Maart 1656. Dit wordt als zijn beste zelfstandige werk beschouwd. 9