Tekstweergave van GA-1922_MB009_00014
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
L.
Moritz,
J.
Kamphuizen
(bekend
door
zijne
allegorische
schildering
op
het
tooneelgordijn
van
den
Hollandschen
Schouwburg),
C.
de
Kruif
en
Hansens.
„Dit
panorama
werd
„begunstigd”
met
de
hooge
bescherming
van
den
Koning
en
van
den
Burgemeester
dezer
stad,
terwijl
Willem
I
ook
dooreen
persoonlijk
bezoek,
in
gezel
-
schap
van
de
koninklijke
familie,
van
zijne
belangstelling
blijk
gaf.
Mede
is
het
doek
bezichtigd
door
den
Prins
van
Oranje
en
Milord,
luitenant-generaal
Hill,
„opperbevel
-
„hebbers
der
legers
van
dezen
dag".
„Bij
de
stichting
van
het
Panorama-gebouw
inde
Plantage
werd
de
parijsche
inrichting
van
dien
aard
ten
voorbeeld
genomen.
Aan
drie
bekende
architecten,
de
heeren
Gosschalk,
Salm
en
Van
Gendt,
werd
opgedragen
„ieder
„voor
zichzelf”
een
plante
ontwerpen.
Als
plaats
werd
aangewezen
de
Plantage-Prinsen
-
gracht,
die
voor
een
deel
moest
worden
ge
-
dempt.
Vijf
Juni
1878
verscheen
het
voorstel
van
B.
en
W.,
om
daartoe
de
medewerking
der
Gemeente
te
verleenen,
dat
spoedig
daarop
door
den
Raad
is
aangenomen,
dank
zij
vooral
de
medewerking,
den
steun,
van
mr.
G.
van
Tienhoven,
den
lateren
burgemeester
van
Amsterdam,
toentertijd
nog
wethouder
voor
de
financiën,
bevorderaar
van
kunsten
en
wetenschappen
als
geen
ander.
Eind
October
is
daarop
de
Panorama-Maatij.
opgericht,
met
een
kapitaal
van
/
250
000.
De
namen
der
directeuren
noemde
ik
reeds
hierboven;
het
waren
de
heeren
Schadd
c.s.,
architect
werd
dc
heer
Gosschalk
;
29
October
1878
is
door
dezen
aanbesteed
het
dempen
van
de
nieuwe
Prinsengracht
inde
Plantage;
het
ophoogen
van
het
terrein;
het
maken
van
riool
en
schoeiïng
enz.
om
later
het
gebouw
op
te
plaatsen.
(Door
dit
riool
vindt
nog
altijd
de
waterverversching
van
de
vijvers
van
Artis
plaats).
Laagste
inschrijver
was
W.
J.
van
Berkum
voor
ƒ23
273.
Negen
April
1879
volgde
de
aanbesteding
van
den
bouw.
Hiervoor
waren
laagste
inschrijvers
de
heeren
Cruyff
en
Schouten
voor
de
somma
van
/
145
900,
En
ten
slotte
werd
het
maken
van
de
kap
gegund
aan
de
Koninklijke
fabriek
van
stoom-,
en
andere
werktuigen,
directeur
J.
M.
van
der
Made,
voor
/
16
500,
ofschoon
hare
raming
iets
hooger
was
dan
die
vaneen
der
buiten
-
landschs
inschrijvers.
„Volgens
het
plan
van
den
heer
Gosschalk
is
toen
het
cirkelvormige
gebouw
verrezen,
dat
er
nu
nog
staat,
en
dat
bij
een
diameter
van
veertig
meter,
eene
hoogte
heeft
van
vijftien
meter.
De
koepel
werd
gedekt
door
den
Keizerskroon.
Bij
de
verbouwing
zal
alleen
de
romp
blijven
staan.
De
geheele
voorgevel,
die
indertijd
geprezen
is
als
een
juweeltje
van
renaissance,
met
de
open
gallerij
daarvoor,
zal
verdwijnen,
en
plaats
maken
voor
den
ultra-modernen
gevel,
die
de
architect
Wijdeveld
ontworpen
heeft.
Ik
hoop
dat
hij
(d.
w,
z.
die
nieuwe
gevel)
zich
thuis
moge
gevoelen
inde
oude
Plantage!
„Eén
en
twintig
December
1880
vond
de
opening
van
het
panorama-gebouw
inde
Plantage
plaats.
Er
werd
toen
een
doek
ver
-
toond,
geschilderd
door
Tetar
van
Elven,
en
voorstellende
het
Beleg
van
Haarlem
door
de
Spanjaarden
in
1573.
Tot
de
genoodigden
behoorden
twee
nakomelingen
van
Kenau
Simonsz
Hasselaar,
den
heer
Hooft
Hasselaar;
burgemeester
van
Purmerend
en
zijne-
zuster
mej.
Kenau
Hasselaar.
„Aanvankelijk
was
een
ieder
inde
wolken
over
het
gebouw
zoowel
als
over
het
doek.
„Waar
vroeger
een
smerige
breede
waterplas
„tegen
een
onoogelijk
soort
van
plantsoentje,
„met
afbraak,
balken
en
andere
fraaie
zaken
„gestoffeerd,
aanliep,
is
nu
een
gebouw
ver
-
hezen,
een
sieraad
van
de
Plantage
en
van,
„de
Hoofdstad”
—zoo
juichte
het
Handelsblad.
„De
heeren
Schadd
c.s.
werden
als
om
strijd
door
de
kranten
geprezen
als
de
pioniers
voor
het
moderne
Amsterdam
een
lof
waarop
zij
ten
volle
recht
hadden;
en
ook
aan
Gosschalk
en
Tetar
van
Elven
werd
een
veer
op
den
hoed
gestoken.
Maar
al
spoedig
veranderde
de
stemming
ten
aanzien
van
den
laatste
of
liever
van
zijn
kunstwerk.
Het
duurde
niet
lang
of
hij
(het)
werd
met
hoon
overladen,
en
zoo
sterk
deed
zich
de
stem
der
critiek
hooren,
dat
de
directie
het
noodig
oordeelde
het
doek
eene
„herschep
-
ping
te
doen
ondergaan”
ofschoon
het
bezoek
van
het
publiek
groot
was.
(Op
9
Maart
1881
berichtte
het
Handelsblad
dat
het
Panorama
sinds
de
opening
bezocht
was
door
ongeveer
16500
personen.)
Ter
verbetering
van
de
perspectivische,
historische,
topo
-
grafische
en
strategische
gebreken
(men
merkt
wel,
dat
er
niet
veel
van
overbleef)
werd,
wat
wij
tegenwoordig
zouden
noemen:
eene
commissie
benoemd.
Ch.
Rochussen
leverde
eene
reeks
van
teekeningen,
waarnaar
N.
van
der
Waay
en
E.
J.
Witkamp
Jr.
op
het
doek
werkten,
terwijl
het
landschap
onder
handen
werd
genomen
door
W.
Koek
-
koek.
En
toen
was
iedereen
het
erover
eens,
dat
het
panorama
heel
mooi
was
geworden.
Alberdingk
Thijm
verklaarde
dat
het
nu
een
ware
en
groote
aanwinst
voor
onze
stad
was,
en
inde
Nederlandsche
Spectator
sprak
Bos
-
boom
zijne
opgetogenheid
uit
over
het
ver
-
nieuwde
doek.
Later
schreef
hij
in
het
Nieuws
van
den
Dag
o.
a.,
na
een
bezoek
in
gezelschap
van
zijne
vrouw:
„Zooals
gij
reeds
weet,
beschouwde
ik
het
„eerst
alleen,
maar
wilde
het
den
volgenden
dag
weêr
zien
met
mijne
vrouw,
opdat,
wat
ik
had
genoten,
ook
haar
deel
zou
worden,
en
toen
genoten
wij
beiden.
„Nadat
zij
het
schoone
gebouw
had
ver
-
laten
en
neergezeten
was
in
het
rijtuig,
sloot
zij
de
oogen,
zeggende:
„Spreek
nu
niet;
„laat
mij
in
stilte
voortgenieten
en
uitrusten".
6