Tekstweergave van GA-1922_MB009_00013
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
„gen
wat
te
hoog
liep,
aan
alle
meester-hand
-
„werksluiden,
die
zig
met
der
woon
herwaards
„begeeven
wilden,
twee
jaaren
of
langer,
ter
„bescheidenheid
van
Burgemeesteren,
te
goede
„te
houden
:
welk
besluit,
ongetwyfeld,
veelen,
„
die,
met
den
tegenwoordigen
oorlog
inde
„Spaansche
Nederlanden,
Brabant
en
Vlaan
-
deren
verlieten,
herwaards
gelokt
heeft”.
Opnieuw
werden
plannen
beraamd,
nu
om
de
houten
Oosterkerk
dooreen
steenen
te
vervangen,
en
zoo
lezen
wij
dat
Burgemeesteren
en
Thesaurieren
door
_
den
Raad
gemachtigd
werden
„om
inde
plaatse
der
voor
eenige
„jaaren
gestigtte
houten
predikloots,
die
op
„Raapenburg
stondt,
op
Wittenburg,
door
„Kerkmeesteren
derzelve,
eene
nieuwe
steenei}
„kerkte
doen
bouwen,
en
de
penningen,
daar
-
„toe
vereischt,
van
tyd
tot
tyd,
op
intrest
te
„ligten,
tegen
drie
ten
honderd,
ten
laste
van
„de
Stad,
mids
dezelven
wederom
afleggende,
„uit
de
verkooping
en
andere
voordeelen
van
„de
graven,
zo
verre
zulks
zou
konnen
strekken”.
„In
1669
nog
werd
met
het
graafwerk
een
aanvang
gemaakt
en
twee
jaar
daarna,
27
September
1671,
was
het
bouwwerk
van
Daniël
Stalpert
gereed
;
Zondag
4
October
1671
leidde
ds.
Nicolaas
de
la
Plancque
de
gods
-
dienstoefening,
„Veel
is
er
uit
de
geschiedenis
van
de
Oos
-
terkerk
niet
bekend.
Weinig
kerkgebouwen
zijn
er,
waarvan
het
archief
zoo
slecht
is
onder
-
houden”.
„Zooals
dat
met
alle
oude
gebouwen
gaat,
door
de
tijden
is
er
veel
\erdwenen.
De
vier
gedenkramen,
waarin
het
wapen
en
zege!
der
stad;
en
de
wapens
der
toen
regeerende
bur
-
gemeesteren
zijn
nimmer
teruggevonden.
De
negen
koperen
kaarskronen
behooren
eveneens
tot
het
verleden.
De
ouderwetsche
kronen
moesten
vervangen
worden
door
lampen,
toen
door
gas,
daarna
door
gasgloeilicht,
en
de
moderne
mensch
eischte
het
electrische
licht
voor
zich
op.
Men
behoorde
met
zijn
tijd
mede
te
gaan.
Het
uurwerk
inden
toren,
overgenomen
van
de
Beurs
van
Hendrick
de
Keyser,
moest
in
1876
plaats
maken
voor
een
ander.
„Het
eerste
orgel
was
een
geschenk
van
den
heer
E.
van
Vocrthuyzen,
die
inden
jare
1817
met
een
aantal
vrienden
de
kosten
voor
hun
rekening
namen.
Op
Zondag
19
October
1817
werd
het
instrument
dooreen
leerling
van
het
blindeninstituut,
de
eerste
organist,
voor
de
godsdienstoefeningen
in
gebruik
genomen.
Tachtig
jaren
heeft
dit
dienst
gedaan.
Toen
bleek
het
te
klein
en
verhuisde
het
naar
de
Overtoomkerk,
waar
het
na
twintig
dienst
-
jaren,
juist
honderd
jaar
oud,
werd
opgeruimd.
Intusschen
was
het
orgel
van
de
Nieuwe
Kapel
naar
de
Oosterkerk
overgeplaatst,
en
op
ditzelfde
orgel
leidt
thans
nog
eiken
Zondag
de
heer
G.
ter
Braake
het
gezang
der
ge
-
meente”.
Van
de
hand
van
de
heer
G.
D.
Bom
H.Gzn.,
oudste
ouderling
van
de
Oosterkerk,
zal,
zoo
meldt
het
blad,
binnen
korten
tijd
een
geschied
-
kundig
overzicht
dier
kerk
verschijnen.
J.
W.
E.
Het
Panorama.
De
Gemeenteraad
heeft
onlangs
besloten
medewerking
te
verleenen
het
Panorama-gebouw
inde
Plantage
in
te
richten
tot
volks-schouwburg.
De
amster
-
damsche
correspondent
van
de
N.
Rolt.
Crt.
schrijft
naar
aanleiding
daarvan
in
het
blad
van
10
December:
„Panorama’s
waren
hier
ter
stede,
nu
bijna
een
halve
eeuw
geleden,
geen
nieuwtje.
Naar
MJartin
K.(alff),
redacteur
van
het
Handels
-
blad,
goed
kenner
en
populair
beschrijver
van
zijn
vaderstad,
destijds
in
dat
blad
schreef,
werd
reeds
in
1805
„een
aanzienlijk
voor
-
stander
en
beminnaar
der
schoone
kunsten”
aangespoord
om,
evenals
de
heer
Prévost
de
steden
Parijs
en
Londen
in
panorama
af
ge
-
heeld
had,
ook
een
panorama
van
„deze
ver
-
„maarde
wereldstad”
te
laten
vervaardigen,
door
bekwame
kunstenaars
binnen
hare
muren
geboren
en
opgevoed.
Aldus
luidt
het
inde
Beknopte
beschrijving
ervan,
uitgegeven
door
P.
J.
Uylenbroek,
waarin
nopens
dit
„alge
-
„zigt"
verschillende
bijzonderheden
worden
meegedeeld.
O.
m,
leest
men
daarin:
„Het
„standpunt,
vanwaar
men
deze
uitgestrekte
„stad,
het
omgelegen
verrukkelijk
Amstelland,
„het
scheeprijk
IJ,
de
Haarlemmer
Meir,
en
„een
gedeelte
van
de
Zuiderzee
overziet,
is
de
„tweede
omgang
van
den
toren
der
Oude
„Kerk”.
„De
heer
Prévost,
van
wien
boven
sprake
is,
ontwiei'p
later
ook
een
„Panorame
d’Am
-
sterdam,
pris
de
la
tour
de
Montelbaen”,
dat
te
Parijs
vertoond
is.
Of
Prévost
dit
werk
ook
hier
ter
stede
heeft
laten
zien,
is
niet
met
zekerheid
gebleken.
„Naar
tijdsorde
volgt
dan:
het
panorama
van
Waterloo,
achter
de
Nieuwekerk,
aan
het
uiterste
zuidwestelijke
gedeelte
der
stad.
Later
is
dit
doek
ook
vertoond
in
,
,het
pano
-
rama
van
Amsterdam”,
dat
in
1818
op
het
„Leidscheplein
over
den
Schouwburg
stond.
„In
zijne
beschrijving
deelt
Maaskamp
nopens,
„het
panorama
van
Waterloo
o.a.
mede:
„De
„rotonde
is,
bij
gelegenheid
van
de
roemrijke
„overwinning,
op
den
8
July
van
den
jare
„1815
te
Waterloo
behaald,
in
zeer
korten
tij
d
„daargesteld.
In
hetzelve
ziet
men
in
levens
-
„groote
beelden
op
den
voorgrond,
de
zege
-
vierende
helden
van
den
glorierijken
en
altoos
„gedenkwaardigen
dag,
die
Nederland
zooveel
„roem
verschafte.
Men
heeft
verder
een
alge
-
„meen
en
zeer
uitvoerig
overzicht
van
het
„slagveld,
in
alle
deszelfs
deelen;
deze
ten
-
toonstelling
is
onder
directie
van
den
onder
-
nemer
en
eigenaar
E.
Maaskamp,
uit
echte
„bronnen
samengesteld”.
„Dat
doek
was
door
„de
vermaardste
„kunstenaren”
dezer
stad
geschilderd,
als;
5