Tekstweergave van GA-1921_MB008_00083
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
en
in
tuinen
liggen
ze
te
verweeren.
Waar
ze
zijn
ingemetseld,
in
Dordrecht
en
te
Haarlem
namen
we
dit
waar,
is
hunne
hoogte
boven
den
grond
te
gering
en
komen
de
voorstellingen
niet
tot
hun
recht.
In
het
fragmentengebouw
van
het_
Rijks
-
museum
komen
de
enkele
ingenietselde
steenen
goed
tot
hun
recht,
maar
niemand
zal
tevreden
zijn
met
de
wijze
waarop
ze
weer
in
het
theekoepeltje
inden
tuin
zijn
geplaatst.
Het
kan
intusschen
vrijwel
niet
anders.
Het
zou
een
onderwerp
voor
een
prijs
-
vraag
kunnen
zijn
waar,
bijv.
in
ons
Stedelijk
Museum,
een
geschikte
plaats
voor
de
gevelsteenen
zou
zijn
aan
te
wijzen.
Ten
slotte
nog
dit.
Tot
nu
toe
zijnde
steenen
vrijwel
alleen
beschouwd
als
curiosa
zonder
meer.
Wij
zien
inde
steenen
iets
anders.
Dit
de
vaak
primitieve
voorstellingen
en
onderschriften
spreekt
tot
ons
het
voorgeslacht
zijn
ongekun
-
stelde
taal.
Het
w'as
de
gewone
man,
die
zijn
steen
koos
en
den
steenhouwer
op
-
dracht
gaf
zijn
voorstelling
tot
werkelijkheid
te
maken.
Die
het
ook
weer
deed
zoo
goed
en
zoo
kwaad
het
ging.
Steen
en
voorstelling
spreken
de
taal
van
het
volk
tor
het
volk.
Leerend,
vermanend,
boertig,
vroom,
hatelijk,
vertolken
zij
wat
er
omging
inde
volksziel
ten
tijde
van
hun
ontstaan.
Dn
het
behoeft
wel
geen
betoog,
dat
hoe
meer
steenen
bijeen
zijn
te
brengen,
des
te
gemakkelijker
zat
het
zijn
om
hun
taal
te
leeren
verstaan.
Latere
geslachten
zullen
ons
dank
weten,
wanneer
wij
hen
de
verzameling
in
steen
gehouwen
oorkonden,
die
wij
ons
voor
-
stellen
bijeen
te
brengen
als
onvergankelijk
studie-materiaal
hebben
nagelaten.
November
1921.
V
;SSEK
LANGS
DEN
WEG
Straatnamen.
De
amsterdamsche
cor
-
respondent
van
de
Provinciale
groningschè
courant
schrijft
in
het
nummer
van
i
©ctober
;
„Elke
uitbreiding
van
de
stad
beteekent
het
toevoegen
vaneen
aantal
nieuwe
straten,
kaden
en
pleinen
bij
de
reeds
bestaande.
Al
die
nieuwe
straten
van
zulk
een
nieuwe
wijk
moeten
een
naam
hebben.
„Over
het
algemeen
kan
men
wel
zeggen
dat
door
alle
tijden
heen
inde
hcofdstad
het
geven
van
namen
nogal
systematisch
is
gebeurd,
zcodat
een
Amsterdammer,
al
kent
hij
ook
niet
alle
straten
(en
welke
Amsterdam
-
mer
kent
die
nog)
toch
altijd
wel
weet
in
welke
buurt,
althans
in
welke
richting
hij
moet
gaan.
„Onze
voorouders
begonnen
reeds
de
stra
-
ten
in
het
stuk
dat
nog
binnen
de
veste
lag,
en
daarom
zoo
dicht
opeen
werd
gebouwd
als
Jordaan
(Jardin)
bekend
staat
den
naam
te
geven
van
allerlei
bloemen,
als
Anjelier,
Egelantier,
Roos
enz.
Wanneer
men
op
dit
compas
gaat
varen
zou
men
de
Tulpstraat
daar
ook
behooren
te
vinden.
Echter
deze
straat
is
ineen
geheel
ander
gedeelte
van
de
stad.
Haar
naam
heeft
echter
met
de
bloem
niets
te
maken.
De
Tulpstraat
is
gedoopt
ter
herinnering
aan
den
bekenden
hoogleeraar
van
dien
naam.
Op
dergelijke
kleine
afwij
-
kingen
heeft
men
niet
kunnen
letten,
al
zouden
zij
ook
aanleiding
kunnen
geven
tot
vergis
-
singen.
„Zoo
langzamerhand
is
het
bebouwde
Amsterdam
al
grooter
en
grooter
geworden.
Vooral
inde
laatste
halve
eeuw
zijnde
straten
gelijk
paddestoelen
uit
den
grond
gekomen.
Zoo
achtereenvolgens
is
er
de
schilderswijk,
het
Staatsliedenkwartier
en
vele
andere
kwar
-
tieren
gekomen.
~Toen
heeft
de
uitbreiding
een
cogenblik
stil
gestaan,
„Nu
heerscht
er
zooals
begrijpelijk
is
met
den
woningnood
een
ware
bouwwoede,
al
gaat
het
lang
nog
niet
hard
genoeg.
Het
is
wel
zeker
waar,
dat
het
aantal
woningzoekenden
nog
in
de
duizenden
loopt.
Een
aantal
nieuwe
straten
hebben
namen
noodig.
Tot
nu
toe
was
men
steeds
gebleven
inde
richting
van
het
herden
-
ken
van
bekende
en
dikwijls
zelfs
weinig
bekende
personen.
Er
is
toen
een
andere
weg
ingeslagen.
„Aan
den
overkant
van
het
IJ
inde
indu
-
striewijk
hebben
we
toen
namen
gekregen
naar
de
gereedschappen,
als
Hamer,
Schaaf,
Beitelstraat
enz.
Er
is
ook
een
wijk
verrezen
waarvan
de
namen
der
straten
genoemd
zijn
naar
edelgesteenten
als
Diamant,
Topaas,
Granaat,
Smaragd.
Ook
dit
is
een
weg.
„Het
doopen
van
die
straten
gaat
heelemaal
niet
plechtig.
Een
van
de
wethouders,
geweon
-
lijk
die
van
het
onderwijs,
doet
de
voordracht
aan
den
Raad
en
meestal
zonder
debat
is
de
zaak
in
orde.
„Niet
alzo
o
echter
de
laatste
maal.
Een
nieuw
stel
namen
was
voor
een
nieuwe
wijk
al
weer
bedacht.
Ditmaal
was
de
keuze
geval
len
op
de
insecten
en
zoo
zouden
we
krijgen
een
Korte-Bijenstraat,
een
Bijenplein,
een
Mierenplein,
een
Pauwoogstraat,
een
Koriptcr-
75