Tekstweergave van GA-1921_MB008_00074
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
heeren
burgemeesteren
en
thresaurieren
te
helpen
besoliciteeren
een
bequaam
erf
en
plaats
tot
hetzelve
waartoe
gecommitteerd
zijnde
broeders
van
den
bouw
E.
fr.
Beukelman,
De
Koek
en
daarnevens
fr.
Van
Hoorn
en
Lamberti”.
De
magistraat
van
Amsterdam
nam
dit
verzoek
gunstig
op
en
gaf
de
keuze
tus
-
schen
een
terrein
nabij
de
Amstelkerk
tegenover
de
joodsche
kerk
of
aan
den
Amstel.
Men
bepaalde
zich
tot
het
laatste
en
toen
daarvan
kennis
gegeven
werd
zei
burgemeester
Corver:
Wij
geven
u
dat
erf,
en
wenschen
u
veel
geluk
daarmede!
Bouwt
gijlieden
naar
hetgeen
dat
best
is,
zonder
dat
gij
ergens
aan
gebonden
zijt”.
Met
het
ontwerpen
der
plannen
werd
groote
spoed
gemaakt.
Tijdens
de
discussie
erover
werd
het
grondwerk
reeds
aanbesteed
voor
48
stuivers
de
roe
en
het
inslaan
der
masten
voor
28
stuivers
per
stuk.
Het
heele
gebouw
werd
gevestigd
op
1432
masten.
Op
18
October
1681
werd
reeds
de
eerste
steen
gelegd
en
in
het
begin
der
maand
Februari
1683
was
men
gereed.
Op
22
Fe
-
bruari
werden
de
eerste
honderd
vrouwen
opgenomen.
Dit
getal
nam
geleidelijk
toe.
Zij,
die
de
meeste
bedeeling
genoten
werden
het
eerst
opgenomen.
In
1718
schonk
Jan
van
Aken
een
groot
legaat
en
stelde
de
diaconie
in
staat
het
huis
naar
den
tuin
toe
te
vergrooten.
Nu
konden
ruim
honderd
mannen
gehuisvest
woiden,
die
18
October
1719
hun
intrek
namen.
Bij
gelegenheid
van
het
eerste
eeuwfeest
waren
er
reeds
in
totaal
9444
personen
verzorgd
en
ver
-
pleegd,
Dit
eerste
zoowel
als
het
tweede
eeuwfeest
werd
met
groote
plechtigheid
gevierd
en
van
milde
bijdragen
uit
de
gemeente
bekostigd.
Uitgenomen
een
flinken
brand
in
Februari
1726
werd
het
huis
nimmer
door
onheilen
van
beteekenis
getroffen.
Bijzonder
zorgwekkend
is
voor
deze
groote
stichting
de
tijd
der
fransche
o\eiheeisching
geweest.
Natuurlijk
waren
de
economische
moeilijkheden
talrijk.
De
pas
doorleefde
oorlogsjaren
kunnen
ons
daarvan
wel
een
idee
geven.
Er
waren
echter
ook
zoigen
van
anderen
aard.
In
1811
werd
het,
gebouw
opgeëischt
door
het
Departement
van
Oorlog.
Het
Bestuur
weigerde
aan
dien
eisch
te
voldoen.
Nadat
op
27
April
de
Hertog
de
Plaisance
in
persoon
het
huis
geïnspecteerd
rad
met
het
oog
op
de
aanvraag
en
de
gevolgde
weigering,
kwam
er
op
28
April
een
schrijven
dat
het
huis
den
volgenden
dag
in
bezit
genomen
zou
worden.
Op
den
2qsten
Aprilwas
het
Bestuur
van’s
morgens
zeven
tot’s
avonds
zeven
aanwezig
om
het
protest
tot
het
uiterste
vol
te
houden.
Men
had
zich
twee
notarissen
geassumeerd
tot
het
eventueel
opmaken
vaneen
proces-verbaal
De
bedreiging
werd
echter
niet
uitgevoerd.
Wel
werd
later
het
Regentenkantoor
en
cJe
groote
zaal
meermalen
gerequi
-
reercl
door
den
raad
van
recruteering
en
conscriptie.
Ook
had
er
in
1813
‘de
loting
voor
de
nationale
garde
plaats.
W'at
zal
het
een
vreugde
geweest
zijn
toen,
in
1814,
Willem
I
als
Souvcrein
Vorst
binnen
Amstels
muren,
op
11
Maart
het
eerste
hofbal
inde
groote
zaal
gegeven
werd.
Prachtige
afsluiting
vaneen
tijdperk
vol
leed!
Doorgiften
van
den
vorst,
de
magistraat
en
de
burgerij
werden
de
oudjes
niet
vergeten
en
kregen
bij
extra
malen
hun
deel
aan
de
feestvreugde.
Als
curiosum
verdient
nog
vermelding
dat
op
23
September
1816
de
eerste
pioeve
van
gasverlichting
in
Amsterdam
inde
groote
zaal
en
inden
tuin
p
aats
vond.
De
koninklijke
familie
was
met
een
luisterrijk
gezelschap
aan
-
wezig
om
dit
wonder
te
aanschouwen.
Natuurlijk
zouden
nog
vele
interessante
bijzonderheden
uit
de
geschiedenis
van
het
Oude
Vrouwen-
en
Mannenhuis
te
vertellen
zijn
en
vooral
over
het
levender
bewoners
in
vroeger
tijden.
66