Tekstweergave van GA-1921_MB008_00056
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
ben
ik
ter
audiëntie
geweest.
Mij
kwam
voor,
dat
de
Koning
zeer
afgevallen
w’as.
Hij
is
zeer
wel
ontvangen.De
inspectie
der
schutterij
gaat
morgen
niet
door.
Zij
moest
op
den
Dam
geschieden
en
nu
zegt
men,
of
geeft
voor,
dat
wanneer
Z.
M,
hier
is,
geene
gewapende
troepen
op
den
Dam
mogen
komen”.
En
den
volgenden
dag:
„De
Prins
van
Oranje
is
gisteren
middag
hier
gekomen,
en
des
avonds
met
het
geheele
Hof
inde
comedie
geweest.
Ik
heb
hooren
zeggen,
dat
hij
in
het
begin.niet
wel
onthaald
is,
en
hij
zich
toen
ook
zeer
verscholen
heeft
gehouden
in
zijne
loge,
doch
dat
ineen
der
tusschenbedrijven
er
eensklaps
een
geroep
van
„leve
de
Prins
van
Oranje"
ontstaan
is,
en
de
comedie
daarop
gedaverd
heeft”.
Verder
den
17
April
:
„De
indruk
dien
de
koninklijke
familie
hier
gemaakt
heeft
komt
mij
voor
onbeduidend
geweest
te
zijn.
De
Koning
kwam
hier
Vrijdag
tegen
vijf
a
zes
uur,
ging
Zaterdagavond
naar
de
comedie,
Zondag
-
avond
naar
Felix,
Maandag-
en
Dinsdag-avond
naar
de
comedie
en
vertrok
Woensdag-morgen.
Al
dit
gaan
naar
de
comedie,
in
tijden
waarin
een
ieder
wist
dat
in
zijn
hart
geheel
andere
zaken
moesten
omgaan
dan
lust
tot
comedie,
heeft
een
zeer
slechten
indruk
gemaakt.
Overigens
heb
ik
niet
kunnen
ontdekken
dat
zijne
komst
alhier
eenig
bepaald
doel
gehad
heeft,
anders
dan
een
algemeene
wensch
om
Amsterdam
vaster
aan
zich
te
verbinden.
Men
weet
nu
nauwelijks
meer
dat
de
Koning
hier
geweest
is.
Ten
aanzien
van
den
Prins
van
Oranje
heeft
de
komst
van
het
Hof
meer
indruk
achtergelaten,
en
wel
eene
indruk
van
verzoening.
Hij
heeft
zich
daar
veel
moeite
toe
gegeven
en
het
komt
mij
voor
hem
ge.ukt
te
zijn.
Men
had
verwacht
dat
de
meeste
officieren
van
de
schutterij
niet
bij
hem
op
de
audiëntie
zouden
komen,
en
velen
hadden
ook
dit
voornemen.
Zij
zijn
evenwel
gekomen
en
gingen
tevreden
henen.
De
Prins
sprak
met
alle
de
hcofdofficieren,
en
met
eenige
kapiteins
en
luitenants,
onder
dewelke
ik
ook
was”.
Intusschen
begon
de
liberale
beweging
in
Amsterdam
te
groeien
;
de
directeur
van
politie
Wiselius
hield
haar
scherp
in
het
oog.
Den'2
Mei
1831
schrijft
hij
aan
Van
Maanen
:
„Er
is
geen
twijfel
aan
of
er
bestaat
eene
partij,
welke
het
daar
stellen
van
eene
geheel
nieuwe
grondwet
drijft,
om
het
koningschap
te
doen
brengen
op
denzelfden
niets-beteeke
-
nenden
voet
als
in
Frankrijk,
Zelfs
hoorde
ik
1.1.
Woensdag
onder
een
twaalftal
menschen
een
gesprek
voeren
hetwelk
een
duidelijke
strekking
had
tot
de
demokratie
en
de
geheele
omverwerping
van
den
troon.
Van
de
eene
en
de
andere
zijde
beijvert
men
zich
om
alles
wat
inde
Noordstar,
de
Standaard,
de
Arn
-
hemsche
Courant,
sommige
uitdrukkingen
en
redevoeringen
bij
de
Tweede
Kamer
der
Staten-Generaal,
enz.
zoodanigen
geest
ademt,
aan
minkundigen
ter
lezing
aan
tc
bevelen.
onder
bijvoeging
van
ophelderende
aanmer
-
kingen
(zoo
zij
heeten
moeten),
of
liever,
onder
het
voordragen
van
beginselen
en
het
uit
-
brengen
van
helklinkende
en
verblindende
magtspreuken,
welke
het
vertrouwen
op
het
gouvernement
noodwendig
moeten
verzwak
-
ken”.
Verder
den
x
8
Juli
;
„Bij
de
mindere
klassen
wordt
bitter
gemurmureerd
over
het
lang
wegblijven
onzer
uitgetrokken
schutters
en
over
gebrek
aan
arbeid
en
vertier.
Minder
evenwel
bezwaart
mij
dit,
dan
de
onverge
-
noegdheid
onder
de
handeldrijvende
inge
-
zetenen
en
de
gesprekken,
welke
gehouden
worden
over
eene
toekomstige
inrigting
van
ons
staatshuishouden.
Sommigen
beweren
openlijk,
dat
voor
een
zoo
bekrompen
landje
geen
koningschap
meer
voegt.
Anderen
komen
er
voor
uit,
dat
zij
den
ouden
staatsvorm
terug
verlangen
en
onder
de
zoodanigen
worden
zelfs
gevonden,
die
niet
ecns
eenen
stadhouder
dulden
willen.
Het
is,
kortom,
de
oude
aristo
-
kratie,
welke
het
hoofd
werder
begint
op
te
steken.
Dit
evenwel
verwondert
mij
niet,
want
dat
Z.
M.
zich
onze
aristokraten
even
-
min
ooit
tot
ware
vrienden
zoude
kunnen
maken
als
den
hoogen
adel
van
België,
heeft
bij
mij,
van
den
beginne
af,
ontwijfelbaar
vastgestaan.
De
vrijwillige
negotiatie
wordt
ook
blijkbaar
tegengewerkt,
en
de
koopmans
geest
berispt
uit
de
hoogte
alle
maatregelen,
welke
slechts
min
of
meerde
commercie
belemmeren
:
in
die
gevallen
kent
men
noch
België,
noch
cholera”.
Den
5
Augustus
;
„Hoe
de
geesten
hier
gestemd
zijn,
behoef
ik
niet
te
melden,
want
dit
laat
zich
ligtelijk
nagaan
;
maar
hetgeen
elders
niet
gemakkelijk
berekend
kan
worden
is,
dat
zeker
hoog
en
illustre
personaadje
(natuurlijk
de
Prins,
van
Oranje)
de
volledigste
restitutie
in
integrum
geobtineerd
heeft".
De
Katholieken
trachten
de
fondsen
te
drukken,
maar
Wiselius
nam
daartegen
zijn
maatregelen.
Eerst
.na
den
tiendaagschen
veldtocht
kwam
ér
eenige
kalmte.
H.
B.
VRAGENBUS
(Verzoeke
antwoorden
Heerengraoht
68)
VRAGEN.
Kerkte
Diemen
Is
het
juiste
jaar,
omstreeks
1805,
bekend,
waarin
de
oude
kerk
te
Diemen
is
afgebroken
?
W.
Croockewit
W.A.z.
Dukdalf.
De
palen
in
het
IJ,
waaraan
schepen
gemeerd
worden,
worden
gemeenlijk
duc
d’Alven
genoemd.
Ik
meende
steeds
zulks
in
verband
te
moeten
brengen
met
den
Ijzeren
Hertog.
Nu
vind
ik
echter
inde
Brochhaus'
Lexicon
:
„Dückdalven
(vom
Niederdeutschen
Diek
(Deich)
und
Dalle,
Dolle,
Pfahl,
nicht
von
duc
d’Albe
Herzog
von
Alba)”.
Is
het
bekend
of
de
opvatting
van
Brockhaus
in
deze
juist
is
?
D.
Rahusen.
48