Tekstweergave van GA-1921_MB008_00046
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
ningen
van
het
stads-fabrieksambt,
waaruit
zou
kunnen
worden
nagegaan,
wat
er
in
De
Keysers
tijd
te
Amsterdam
gebouwd
is,
verdwenen
zijn,
mag
het
een
gelukkig
toeval
genoemd
worden,
dat
er
een
exemplaar
van
de
zoogenaamde
Kroniek
van
Staets
bewaard
bleef,
die
een
opsomming
van
de
werken,
welke
de
stad
tusschen
1595
en
1628
ondernam,
geeft.
Hendrik
Jacob
Staets
was
stads-timmerman
inden
tijd,
dat
Hendrik
de
Keyser
het
ambt
van
stads-steenhouwer
bekleedde
en
Cornelis
Danckerts
de
Rij
stads
-
metselaar
was.
Dit
driemanschap
heeft
de
„ontwerpselen”
van
De
Keyser
uitgevoerd.
Inde
Kroniek
van
Staets,
een
„rijm”,
dat
de
stads-timmerman
door
zijn
schoonzoon
domhuis
Jacobus
Laurentius
liet
schrijven
en
dat,
gedrukt,
aan
de
leden
der
regeering
werd
gezonden,
wordt
Staets
als
de
man
voorgesteld,
die
alle
werken
tot
stand
bracht,
terwijl
noch
van
De
Keyser,
noch
van
Danckerts
gerept
wordt.
Staets
wilde
namelijk
de
heeren
bewegen,
hem
een
toelage
op
zijn
wedde
te
geven,
wat
hem
ook
gelukte.
Maar
het
is
te
begrijpen,
dat
de
zoons
van
De
Keyser,
toen
zij
van
dit
„rijm”
kennis
kregen,
waarin,
onder
meer,
gezegd
werd,
dat
Staets
de
Noorderkerk
had
ontworpen,
meenden
voor
de
eer
van
hun
overleden
vader
te
moeten
opkomen
en
dat
dit
de
aanleiding
is
geweest,
dat
d
eArchiteclura
Moderna
in
het
licht
verscheen.
Veel
werk
heeft
De
Keyser
inden
tijd,
dat
hij
Amsterdam
diende,
gemaakt.
Maar
veel
van
dit
werk
is
óf
verdwenen,
óf
verminkt.
De
fraaie
huizen
aan
den
Dam,
aan
beide
zijden
van
den
Vijgendam
en
op
den
hoek
van
den
Dam
en
de
Beurssteeg,
verdwenen
;
de
Zuiderkerk
werd
ombouwd,
van
haar
gekleurde
vensters
beroofd
en
door
galerijen
ontsierd
;
de
Haringpakkerstoren
en
de
Jan
Roodepoortstoren
werden
inde
negentiende
eeuw
gesloopt,
welk
lot
ook
de
Beurs
op
het
Rokin
en
de
Haarlemmerpoort
te
beurt
viel;
de
gevels
van
huizen,
inde
Architectura
Moderna
gigebeeld,
zoekt
men,
op
één
na,
thans
te
vergeefs
;
ook
andere
gevels,
door
De
Keyser
gebouwd,
gingen
teloor.
Maar
er
is
nog
genoeg
over,
dat
ons
doet
zien,
welk
een
buitengewoon
kunstenaar
Hendrik
de
Keyser
was.
De
Zuiderkerktoren,
de
Montalbaanstoren
en
de
Munt
-
toren
getuigen,
met
hoe
grooté
fantasie
hij
één
motief
wist
te
varieeren.
De
Wester
-
kerk
en
de
Noorderkerk
doen
hem
ons
als
schepper
van
zeer
oorspronkelijke
monu
-
menten
kennen.
De
gevels
van
het
Oost-Indische
Huis
en
van
de
Militiezaal
nu
weer
in
eer
hersteld
■
—
spreken
van
zijn
speelsch
vernuft.
Zulk
een
meester
heeft
het
zeker
verdiend,
dat
het
nageslacht
hem
eert.
A.
W.
Weissman
LANGS
DEN
WEG
Bezoek
aan
de
Inrichting
voor
vuil
-
verbranding.
Deze
bezoeken
hebben
op
13
en
27
Aprilplaats
gehad.
Beide
malen
werd
een
groep
van
ongeveer
25
personen
door
den
heer
A.
M.
Noppen,
ingeuieur-hoofd
der
afdeeling,
op
zeer
vriendelijke
wijze
ont
-
vangen
en
rondgeleid.
Na
de
beschrijving,
die
in
het
vorige
nummer
werd
opgenomen,
is
het
niet
noodig
hier
uitvoerig
te
herhalen
wat
er
te
zien
was,
en
is
het
voldoende
te
vermelden
dat
alles
met
belangstelling
werd
bezichtigd.
Joh.
C.
B.
De
gerestaureerde
Militiezaal.
Het
Nieuws
van
den
Dag
van
5
Maart
schrijft
:
Er
zijn
inde
oude
stad,
en
daaronder
verstaan
wij
het
Amsterdam,
dat
tot
ongeveer
het
midden
van
de
negentiende
eeuw
werd
inge
-
sloten
door
de
bolwerken
van
de
Buitensingel
-
gracht,
in
hoofdzaak
twee
soorten
van
behui
-
zingen,
wier
stijl
om
zoo
te
zeggen,
een
vol
-
strekte
tegenstelling
vormt.
’t
Zou
te
ver
voeren,
hier
uiteen
te
zetten,
hoe
dat
komt,
maar
wie
geen
vreemdeling
is
inde
geschiedenis
der
bouwstijlen,
weet
dat
een
dergelijk
verschijnsel
niet
aan
grillig
-
heid
van
den
bouwmeester
mag
worden
toegeschreven,
dat
de
tegenstelling,
hoe
groot
het
vormverschil
moge
zijn,
slechts
schijnbaar
is
en
dat
in
het
wezen
der
zaak
de
eene
periode
inde
bouwkunst
(en
in
alle
kunst)
noodwendig
reeds
in
het
vorige
tijdvak
lag
opgesloten.
Wat
is
’t
nu
interessant,
als
in
eenzelfde
stad,
naast
de
huizentypen,
die
wij
allen
38