Tekstweergave van GA-1921_MB008_00045

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM digen stijl van Pieter Corneliszoon Hooft, dat de Mulder Drost er vermoedelijk deel aan heeft gehad. Die tekst bevat alles, wat wij omtrent het leven van Hendrik de Keyser weten. ~Onse konstenaar is gheboren int jaar ons Salighmaeckers 1567 ; sijn Vader, die ghenoemt was Cornelis de Keyser, is gheweest een kistenmaecker, en ’t schijnt wel of door sulcks, te weten de Schrijnwercking, welcke onder ’t Bouwen als saecke der Werckinge behoort, onze konstenaar mach ’t eerst toegangh tot de Bouw - konste ghekregen hebben, of andersins door de konst-liefde des Vaders toe-ghe - stiert, of oock wel door eygen genegentheyt en over-een-kominghe met der konste, mach aengeraeckt sijn. Onder sijne Meesters is wel de voornaemste geweest de vader van Abraham Bloemaert, schilder tot Uytrecht, sijnde een Beelt-houwer, bij dewelcke onze Keyser inde Bouw-konst dapper heeft toegenomen en seer ghevorderd is ; boven dien is hij oock int Beeld-houwen seer uytnemende geworden ende gantsch vast int Bootseeren, door ’t welck hij oock in so goeder en meerder achtingh is gekomen als yemandt van sijnen tijdt. Het jaer 1594, sijnde een man vast inde 27 jaren, is hij tot Bouwmeester der wijdt vermaerde koopstad Am - stelredam aenghenomen, seker een schoone en gewenschte saecke voor sijn konste”. Deze mededeelingen, hoe kort ook, zijn nog niet eens alle juist. Vermoedelijk is De Bray afgegaan op wat de zonen van De Keyser vertelden. Hij kon de archieven niet raadplegen, zooals wij dit thans kunnen doen. Uit de stukken blijkt inde eerste plaats, dat het jaar van Hendrik de Keysers geboorte 1565 en niet 15Ö7 is geweest. Want als De Keyser den 6den April 1591 te Amsterdam in ondertrouw wordt opgenomen met Beyken van Wildere is hij 25 jaar oud. Vreemd is het, dat op het portret van De Keyser, hetwelk aan den tekst van De Bray voorafgaat, te lezen is, dat de meester werd geboren ~1565, den 15 May”, en De Bray toch 1567 als het geboortejaar noemt. Waar Cornelis de Keyser woonde, toen zijn zoon Hendrik geboren werd, zegt De Bray niet. Maar het gedicht van Vondel, onder het portret geplaatst leert ons, dat „de kayser van de kunst te Utrecht geboren is. Dit wordt door de stukken bevestigd. Cornelis de Keyser was een meubelmaker, die inde zestiende eeuw, toen men zich als huisraad voor - namelijk van kisten bediende, waarin allerlei werd geborgen en waarop men zat, „kistenmaecker” genoemd werd. Dat Hendrik de Keyser door de meubelmakerij „toegangh tot de Bouwkonste” gekregen heeft, is zeer goed mogelijk. De vader van Abraham Bloemaert, die als den voornaamsten meester van De Keyser genoemd wordt, heette Cornelis Bloemaert. Wij weten slechts weinig van dien kunstenaar. Allerlei werk wordt hem toegeschreven, doch zonder bewijs. Dat Cornelis een man van groote bekwaamheid geweest moet zijn, volgt hieruit, dat de stad Amsterdam hem den isten April als ingenieur in haar dienst nam. Tezelfdertijd vestigde zich ook Hendrik de Keyser inde Amstelstad, waar hij spoe - dig daarna trouwde en den 24sten October115 1 poorter werd. W’ij mogen aannemen, dat De Keyser te Amsterdam een steenhouwerswerk - plaats had geopend, daar hij in 1594 Hendrik Jansz als leerling aannam, „omme hem te leeren het steenhouwen, contrefeyten ende alle cyraet te maecken, gelijck een steenhouwer tot sijnder neeringhe noodich ende van doen heeft”. Maar wij kunnen geen enkel werk, door De Keyser toen gemaakt, aanwijzen. Terwijl De Bray zegt, dat De Keyser in 1594 »f°t Bouw-meester der wijdt vei - maerde koopstadt Amsterdam is aenghenomen”, leeren de stukken, dat hij den I9den Juli 1595 als „stadssteenhouwer ende beeltsnijder” is beëedigd. Den titel van architect heeft de-meester nooit gevoerd, al was hij, volgens zijn instructie, belast met het maken van „der stede modellen, patronen ofte ontwerpselen . In het boek zijn niet alle werken van De Keyser afgebeeld. En daar de reke- 37