Tekstweergave van GA-1921_MB008_00040

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM en der maagdenhuis-weezen. De jurk is’s Zon - dags van donkerblauw cachant, inde week vaneen soort blauw katoen, harmonique genaamd. J, p; De arbeidsbeurs en het dienstboden - vraagstuk. Verschenen is als nr. 2 van de Verslagen van bedrijven, diensten en covn - missiën der gemeente Amsterdam het typo - grafisch goed opgevatte, maar niet altijd goed gedrukte Verslag van de gemeente-arbeids - beurs te Amsterdam, over het jaar 1919, Het is moeilijk van dit boekske, 60 bladzijden groot, een Seknopt overzicht te geven ; de bemoeiingen der Beurs strekken zich daartoe over te veel bedrijfstakken uit. Ik bepaal mij tot een uittreksel van hetgeen bericht wordt o Ver de bemiddeling voor dienstboden (blz. 31) : aan- aan - biedingen vragen plaatsingen kindermeisjes 50 53 13 dagmeisjes 1188 4235 533 keukenmeisjes 10 133 2 werkmeisjes 112 167 24 meisjes alleen inw. .. 296 1336 88 tweede meisjes 60 467 31 noodhulpen 123 353 59 kooksters 14 28 4 kamermeisjes 47 41 12 overige beroepen ..270 11 17 „Bovenstaande cijfers geven een lielder beeld van den bestaanden, zeer nijpenden dienstbodennood. Zoowel het aantal aanbid - dingen, als dat der plaatsingen liep terug, terwijl de aanvragen van werkgeefsters vrij sterk vermeerderd zijn. Waar men thans ernstig zoekt naar een oplossing van het dienstboden-vraagstuk in vele onderling soms zeer uiteenloopende richtingen, is het niet te verwonderen, dat de bemiddeling de nadeelen ondervindt van de thans bestaande overgangsperiode". J, W. E, Harrewijn. Het parijsche Bulletin de la Société archéologique, historique ei artistique le vieux papier van October 1920 in Februari j.l. verschenen maakt melding vaneen brochure over de Harrewijns, de bekende graveurs-familie, geschreven doorÉmiie H. van Heurck. De oudst genoemde van dit geslacht is Jacob Harrewijn, in October 1660 te Am - sterdam geboren. J.W.E. Vingerhoed. Volgens d e Haagsche Post van 5 Februari mag Nedepland er zich op beroemen de bakermat van den vingerhoed te zijn. In 1654 gaf een amsterdamsch goud - smid, Nicolaas van Bierschoten, aan eene dame zulk een instrument als verjarings - cadeau ten geschenke met het schriftelijk verzoek „deze bekleeding als beschutting harer vingeren, wel als een blijk van hulde te willen aanvaarden". Het duurde nog tot het begin der achttiende eeuw, eerde vin - gerhoed meer bekend werd. En toen konden alleen nog de rijken zich die weelde ver - gunnen, want niemand dacht er aan een vingerhoed anders dan van goud te ver - vaardigen. Wel eigenaardig is het, dat het instrument een eeuwlang veelal aan den duim gedragen werd. J.W.E. VRAGENBUS [Verzoeke antwoorden Heerengracht 68) VRAGEN. Cachant en harmonique. In zijn artikel over de Kleeding der Walen-weezen, hiervoor gememoreerd, vraagt mr. A. Loosjes aan onze redactie, welke de verklaring is van cachaht en harmonique, het eerste den naam vaneen donkerblauwe stof, het tweede vaneen blauw' katoen. Wie kan de gewenschte inlichting ■geven ? J. W. E. Roode baksteen-bouw. Eerst is de Staalhof, toen de fraaie gevel inde kleine bocht van de Heerengracht onevenzijde, nu de Militie-zaal gerestaureerd ; zij prijken wederom inden vollen luister van den rooden baksteen-bouw en stellig zal de toondiepte en warmte van kleur inde eerst volgende jaren nog toenemen. Het sombere van andere baksteengevels van onze grachtenhuizen missen zij, omdat deze om utiliteits-redenen om de zooveel jaar gesausd worden met lijn-olie, als ik me niet vergis, althans met olie. Is die olie-behandeling een procédé, dat van meet af aan is toegepast ? Of is dit één der vele wandalismen onzer negentiende eeuw en was bijgevolg in deze dagen onzer Republiek het gevcl-aspect onzer grachten door de onbe - dorven kleur der gevels zooveel frisscher en fraaier ? Het tegenoverliggende perceel aan de kleine bocht der Heerengracht en het Huis met de Hoofden doet mij zulks veronder - stellen. j \y. E ANTWOORD. De zegen van Poxhoff. De naam Pothoff of Pothof ( beide vormen komen ook onder thans levende personen naar ik meen herhaaldelijk voor) en wel blijkbaar de gro - ningsche Pothof, van wien sprake is op blz. van Amstelodamum, komt o.a. voor inde Snikken en Grimlachjes van Piet Paaltjes, 2e dr., bl. VII/VHI en XV. I.atere uitgaven, die ik niet bij de hand heb, bevatten wellicht nadere ophelderingen, misschien ook in ver - band met hetgeen er van denzelfden schrijver aangehaald wordt op blz. 24 van het maand - blad. A. A, Ganderheyden. 32