Tekstweergave van GA-1921_MB008_00025
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
MEDEDEELINGEN
VAN
HET
BESTUUR
LEDENVERGADERING
op
Maandag
14
Maart
1921,
des
avonds
te
8
ure,
inde
Benedenzaal
van
het
Stedelijk
Museum.
_
T
TT
.
Voordracht
met
lichtbeelden,
door
den
heer
dr.
E.
J.
Haslmghuis,
secretaris
van
afd.
A.
der
Rijkscommissie
voor
de
Monumentenzorg;
Het
amsterdamsche
interieur.
Inleiding
tot
eene
inventarisatie
der
oude
amsterdamsche
binnenhuizen.
Ruime
introductie.
Het
Bestuur
noodigtalle
belangstellenden
dringend
uit
tot
bijwoning.
*
*
BEZOEK
AAN
DE
INRICHTING
VOOR
VUILVERBRANDING
De
Directeur
der
Siadsreininging
heeft
zich
welwillend
bereid
verklaaid
aan
een
aantal
leden
van
ons
Genootschap
op
Woensdag
13
en
27
April,
inden
namiddag,
gelegenheid
te
geven
tot
bezichting
van
de
Innchling
voor
I
utlver
-
branding
op
den
Papaverweg
over
het
IJ.
Aan
ieder
bezoek
kunnen
hoogstens
30
personen
deelnemen.
Introductie
kan
daarom
niet
worden
toegestaan
Aan
dames
wordt
het
bezoek
om
technische
redenen
(gevaar
voor
toilet
beschadiging)
ontraden.
Den
leden,
die
aan
dit
bezoek
willen
deelnemen,
wordt
verzocht
voor
16
Maart
e.k.
daarvan
mededeeling
te
doen
aan
den
Secretaris
dr.
Joh.
C.
Breen,
Keizersgracht
18.
Daarna
zullen
hun
toegangsbewijzen
worden
gezonden.
Indien
meer
dan
60
aanvragen
inkomen,
kan
het
volgende
jaar
een
tweede
bezichtiging
plaats
hebben.
*
*
NIEUWE
LEDEN
Sinds
de
vorige
opgave
zijn
tot
het
Genootschap
toegetreden
de
volgende
Da
mps
pti
Hperen
*
a.
als
donateur:’
J
M.
Kijzer
en
J.
P.
van
Rossnm;
b
als
gewone
leden;
Mr.
IVL
van
Regteren
Altena,
Frans
Duyvensz,
Mevr.
Gertrud
Kijzer—Lanz,
J.
A.
Laan
Jr,
C.
Over
de
Linden,
J.
da
Silva
en
Th.
C.
L.
Smit.
*
*
*
DE
TUINEN
IN
DE
OUDE
STAD
Het
Bestuur,
zich
aansluitend
bij
het
verzoek
van
den
Bond
Heemschut
en
van
de
Vereeniging
Hendnck
de
Keyzer,
heeft
zich
ineen
adres
gewend
tot
Burge
-
meester
en
Wethouders
om
met
den
meesten
aandrang
te
verzoeken
artikel
83
van
de
Bouwverordening
in
zijnen
ouden
vorm
te
herstellen
en
daarmede
de
oude
bepalingen
betreffende
het
niet
bebouwen
der
tuinen
aan
de
oostzijde
der
Keizersgracht,
tusschen
de
Brouwersgracht
en
de
Leidschegracht
en
aan
de
Heeren-
en
Keizergrachten
ten
oosten
van
de
Leidschegracht,
opnieuw
van
kracnt
te
doen
worden.
De
thaiis
bestaande
regeling
geelt
er
aanleiding
toe,
dat
er
steeds
meer
tuinen
aan
hunne
oorspronkelijke
bestemming
worden
onttrokken
en
voor
het
grootste
gedeelte
worden
bebouwd.
Het
inrichten
der
woonhuizen
tot
kantoren
en
fabrieken
wordt
op
deze
wijze
bevorderd,
waardoor
het
karakter
der
grachten,
welke
vroeger
het
grootste
sieraad
der
stad
uitmaakten,
onherroepelijk
te
ooi
gaat.
Het
bestuur
verzoekt
daarom
deze
zaak
ernstig
te
overwegen
en,
eer
het
te
laat
is
en
de
schoonheid
der
grachten
onherstelbaar
is
vernietigd,
op
de
aan
-
gewezen
wijze
in
te
grijpen
en
tot
handhaving
der
oude
bepalingen
te
besluiten.
17