Tekstweergave van GA-1921_JB019_00126

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
apotheker Meijer nog in functie was. Wegens vergevorderden leeftijd zag deze zich genooodzaakt tegen 1 Juli 1851 eervol ontslag met pensioen te vragen. 1 Men overwoog nu of de apotheek moest worden bestendigd of dat men weder als voorheen de medicamenten uit de Stads? en Gasthuis apotheek zou betrekken. Na verkregen medewerking van regenten over de beide gasthuizen en toestemming van het Gemeentebestuur, besloot men, met een proefneming voor een jaar, tot het laatste. Het daartoe genomen besluit van Burgemeester en Wethouders bepaalde, dat vanaf 1 Juli 1851 geheel zonder eenige ver? rekening uit de Stadsapotheek de geneesmiddelen voor de verpleegden en het inwonend personeel van het Werkhuis geleverd zullen worden. In onverhoopte gevallen van dringenden spoed, zoo werd overeengekomen, zou de apotheek van het Evang. Luth. Diaconiehuis, de medicamenten verstrekken. 2 De apotheek werd dus voorloopig opgeheven. De gereedschappen daartoe behoorende werden opgelegd en door den directeur bewaard. 3 Regenten namen in 30Juni 1852 het besluit tot finale opheffingen sedert bleet tot op den huidigen dag de stadsapotheek leverancierster der geneesmiddelen. Dat regenten niet gewoon waren over één nacht ijs te gaan, blijkt wel uit de wijze waarop eindelijk de gasverlichting in het gebouw tot stand kwam. In October 1847 was opnieuw een aanbieding tot aanbrenging van deze verlichting, nu van de Hollandsche Gasfabriek ingekomen, doch omreden het niet doelmatig scheen noch goedkooper bleek, werd er weder niet op ingegaan. Een nieuw aanbod kwam in September 1851 van de Amsterdamsche Pijp* gas Comp. Nu er meer voor voelende, werd echter omdat deze de oudste relatie bezat, de Hollandsche fabriek 4 (de Bruin & Zoon) uitgenoodigd tot een prijsaanbieding. Toch besloot men toen eerst nog tot een proefverlichting met 40 vlammen in het middengebouw, welke 1 Januari 1852 tot stand kwam. Op 1 Januari 1853 was het geheele gebouw met gas verlicht, uitgezonderd de woningen van het personeel. Toen dit het verzoek deed daarin eveneens gas te brengen werd dit van de hand gewezen. 5 Nu we toch van het gebouw spreken, willen we nog een kleine bijzonderheid 1 Not. 5 Maart 1851. 2 De apotheker van dat gesticht, kreeg voor zijne bemoeiingen in deze, gewoonlijk jaarlijks een kistje sigaren. 3 Hetgeen nog van den voormaligen apotheek? inventaris aanwezig was, werd omstreeks 1901 afgestaan aan dr. Daniëls tot plaatsing in het Historisch Pharmaceutisch Museum in het Stedelijk Museum. 4 Gelegen aan de Schans bij de Reguliersgracht. 5 Notulen 12 Jan. 1853. 78