Tekstweergave van GA-1920_MB007_00099

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM doelen de nummers 181, 183 en 185. Inde beide eersten en ineen aan de Spuistraat gelegen huiswas de bekende steendrukkerij van Tresling gevestigd. „Wij zijn gisteren eens naar de verwulften gaan kijken. Een ervan is al gedeeltelijk weg - geruimd, hoewel het zich nog duidelijk af - teekent ; het andere is echter nog geheel intact. Het is als een lange, lage kelder met een boogvormig baksteenen gewelf. Aan de oude bestemming als waterweg herinneren nog inden muur ter weerszijden op geregelde afstanden, ingemetselde blokjes zandsteen met daarin bevestigd groote ijzeren ringen z.g. pikgaten, ten dienste der schippers. Naar de hoofdopzichter voor den bouw van het nieuwe gedeelte van de Twentsche Bank, de heer Seeger, mij mededeelde, is in het tweede nu reeds grontendeels weggeruimde verwelft zoo’n pikgat gevonden, met daarin gebeiteld het jaartal 1670. Dat is dus reeds eene aan - wijzing van den tijd waarin deze verwulften gebouwd werden. De verwulften liggen 1.40 M. onder A.P”. Uit de verdere mededeeling, blijkt dat deze wulften een deel vormden vaneen ~verw - ulfte steeneboogh” van den N. Zijds Voor - burgwal tot het Singel om onder de huizen door met schuiten en schepen te kunnen varen. Aan den Voorburgwal stond op de boog de stad=-paaid estal. ..Deze stal en de woningen daarbij behoorende waaronder ook de stads-apotheek, werden in 1753 aan Holland ~tot een Generaal Pcst-comptoir” verkocht voor de som van / 45000. De stads-paardestal werd dus afgebroken om plaatste maken voor het postkantoor, maarde „verwulfte „Steeneboogh” waarop destal gebouwd was, was twee eeuwen later nog aanwezig. Oudere stadgenooten zullen dien boog vlak voor het oude postkantoor nog wel herinneren. „Om nu echter terug te keeren tot de twee verwulften tusschen Spuistraat en Singel (eertijds genoemd Koningsgracht), waarvan hiervoor sprake is, zij ten slotte nog mede - gedeeld dat die in 1652 gebouwd zijn. De plaats, waar de nu afgebroken huizen tusschen Singel en Spuistraat stonden, was in 1652 nog onbebouwd. Op het zeldzame exemplaar van de kaart van Balthazar Florisz van 1625 dat het Archief bezit komt ze nog niet voor”. J. W. E. Wertheimpark. - Het terrein tegenover den Hortus, in 1898 Wertheimpark gedoopt, werd in 1682 tot bosch verplant. Bodewijk Napoleon heeft, naar het schijnt, het plan gehad hier eenigen meerderen welstand te doen aanbrengen; zijn Jardindußoi zou wan - deldreven, tuinversieringen en ook een bad-in - richting gekregen hebben. Het bleef echter bij het plan. Tijdens de inlijving bij Frankrijk werd er een houten gebouwtje gezet, waar de fransche autoriteiten zitting hielden om de conscrits in te lijven. Bijna veertig jaar later kwam een groot gedeelte van het terrein in handen van Jan Eduard Stumpfï, eigenaar van Frascati inde Nes, en J. W, van der Meerde Wijs. Er werd een groot gebouw gezet voor concerten, exposities e.d,; het eerste seizoen liep van i Mei 1849 tot 30 April 1850. Bijna 25 jaar heeft het Park, het middelpunt van het amsterdamsche muziekleven bestaan, eerst onder directie van genoemden J. E. later onder diens neef Willem Stumpff. Toen bleek, dat de Parkzaal te klein en het Park-orchest te onvoldoende geschoold was, kwam, na een moeielijken tijd van overgang, het Concertge - bouw aan de vanßaerlestraat in 1888 de plaats innemen van het Park; onderwijl was dat reeds gesloopt en was de Parkschouwburg al - daar gebouwd (1881), die inde twintigste eeuw is afgebroken. Aldus vertelt de heer C. J. Gimpel in het Handelsblad van 6 October, naar aanleiding van het denkbeeld, dit terrein aan den Hortus Botanicus te trekken om tot een arboretum te worden gebruikt. J. W. E. Jordaan. De Bouwwereld van 27 October geeft een beschouwing over het onlangs ver - schenen deel over dit stadsdeel, waarin de gemeentelijke woningdienst publiceerde zijn technisch woningonderzoek en systematische perceelsbeschrij ving van Amsterdam. Het blad is het niet in ieder opzicht eens met deze ambtelijke publicatie. ~Inde inleiding tot het eigenlijke verslag komt een onbillijkheid voor. Er bestaat geen grond voor het verwijt aan de vroeg-zeven - tiende-eeuwsche vroedschap, dat de Jordaan aan zijn lot werd overgelaten, zoodat een volkswijk ontstond ,die in elk opzicht alle „mogelijke nadeelen in zich vereenigt”, terwijl langs de hoofdgrachten o.a. de onschendbaar - heid der ruime binnen erven werd verzekerd. ~Immers, de thans ingetrokken en dooreen artikel der politie verordening vervangen keur, welke de bebouwing der binnen-erven beperkte, werd eerst uitgevaardigd voor de midden - zeventiende-eeuwsche uitbreiding, die van 1658, welke beginnend bij de I.eidschegracht, den halven cirkel van Amsterdam’s grondplan voltooide. Toen echter was de Jordaan reeds volbouwd. Het laatst werd in 1650 de noorde - lijkste punt, de Driehoeksstraat, betimmerd. De patricische buurten, welke gelijktijdig met de Jordaan ontstonden, waren en zijn nog niet gevrijwaard tegen exploitatie der tuinen. Wat dat betreft, werd dus met ongelijke maten gemeten. ~En dat de straten nauw waren, kan even - min een verwijt zijn. De Jordaan was welis - waar inde eerste plaats een wijk van kleine luyden en zuiniger aangelegd dan de straten en grachten der voorname kooplieden. Gesteld men had er toenmaals over gedacht, dan nog zou het niet wel mogelijk zijn geweest om bin- 91