Tekstweergave van GA-1920_MB007_00098
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Rozengracht
was.
Den
volgenden
dag
was
het
Zondag
en
werd
het
Heilig
Avondmaal
gehouden
onder
leiding
van
ds.
Rulitius.
Er
was
echter
geen
duitsche
nabetrachting
:
„Herr
Comenius
aber
verrichte
te
mitt
uns
das
gebethe,
und
hernach
nahm
er
uns
auff
sein
stübel,
vertrauet
uns,
wie
weit
er
mitt
den
Visionibus
Drabicianis
kommen,
und
was
ihn
bewogen,
nach
des
Keysers
todt
selbige
inden
druck
zu
geben”.
Hier
wordt
gedoeld
op
een
boekje,
dat
nog
in
1657
zou
verschijnen
onder
den
titel
Lux
in
tenebris,
hoe
est
prophetiae
donum,
en
waarin
visioenen
van
Kotter,
Poniatowska
en
Drabik
waren
opgenomen.
Comenius
vertelde
zijnen
gasten
dit
niet
zonder
bedoeling,
want
reeds
den
volgenden
dag
zette
hij
hen
aan
het-
werk.
„Den
2
Juli
spannt
uns
herr
Comenius
an
zur
arbeit,
gab
uns
die
praefation
über
die
Visiones
ins
Deutsche
zu
übersetzen,
wie
auch
in
folgender
tagen
den
tractat
De
prophetia
et
prophetis”
.
Den
volgenden
Zondag
was
het
gezelschap
te
gast
bij
Laurens
de
Geer
„in
seinem
wunderschönen
haus"
en
kort
daarop
verliet
Hartmann
de
stad
om
een
rondreis
door
het
zuiden
van
ons
land
te
maken.
Half
Augustus
keerde
hij
te
Amsterdam
terug,
droeg
Comenius
het
ingezamelde
geld
af
en
vertrok
daarna
naar
Engeland.
Comenius
heeft
te
Amsterdam
hard
gewerkt.
Dr.
Rogge
schreef
in
1892
inden
Navorscher:
„Meer
dan
veertig
grootere
en
kleinere
werken,
in
het
Latijn
en
in
het
Boheemsch
geschreven,
hebben
hier
voor
het
eerst
of
in
eene
nieuwe
uitgave
het
licht
gezien.
Zoowel
stichtelijke
geschriften
als
school
-
drama’s
worden
er
onder
gevonden.
Voor
zijn
vriend,
den
predikant
JoanncS
Rulitius,
met
wien
hij
bijna
dagelijks
omging,
stelde
hij
een
aanhangsel
bij
zijn
Vestibulum.
Inden
Pool
Joh.
Seidelius
en
den
Duitscher
Philipp
von
Zesen
vond
hij
mannen,
die
hem
bij
de
vertaling
van
zijn
Eerste
deet
der
School
-
geleerdheid
en
zijn
Ontbloote
deur
der
taaie
ter
zijde
stonden”.
Vier
December
1662
werd
hij
in
het
Boekverkoopers-
en
Boekdrukkersgilde
op
-
genomen.
Of
hieruit
met
dr.
Rogge
mag
worden
afgeleid,
dat
hij
zelf
een
boekhandel
dreef,
zou
ik
zonder
meer
niet
durven
bevestigen.
Nog
in
1657
werden,
op
kosten
van
De
Geer,
bij
de
drukkers
Chr.
Cunradus
en
Gabriël
a
Roy
zijne
Opera
omnia
didactica
gedrukt
in
vier
folio-deelen.
De
amster
-
damsche
admiraliteit,
aan
wie
hij
een
present-exemplaar
had
gezonden,
be
-
stelde
er
15
exemplaren
van,
die
zij
met
/
500
betaalde.
In
1661
schonken
Burgemeesteren
hem
/
60
voor
de
opdracht
vaneen
strijdschrift
tegen
de
Socinianen;
want
hoe
vreedzaam
Comenius
ook
moge
geweest
zijn,
hij
heeft
steeds
zijn
geloof,
zoowel
tegen
Socinianen
als
Cartesi
-
anen,
met
kracht
verdedigd.
Een
zijner
laatste
geschriften
was
een
Vredesbode
ter
gelegenheid
van
den
vrede
van
Breda
tot
alle
volken
gericht
„om
Christus,
den
Vorst
des
Vredes,
die
tot
de
volken
van
vrede
zal
spreken,
plaatste
geven”.
Daarop
liet
hij
nog
volgen
zijn
Unum
necessarium,
het
Eéne
Noodige.
Den
Isden
November
1670
is
Comenius
ontslapen.
Zijn
stoffelijk
overschot
rust
inde
voormalige
waalsche
kerkte
Naarden.
Joh.
C.
B.
LANGS
DEN
WEG
WULFTEN
TUSSCHEN
HET
SINGEL
EN
DEN
N
Z.
Voorburgwal.
De
amsterdamsche
redacteur-correspondent
van
de
Nieuwe
Rotter
-
damsche
Courant
schrijft
in
het
Avondblad
van
5
November
het
volgende
:
„Dezer
dagen
heeft
men
het
blok
oude
huizen
tusschen
Singel
en
Spuistraat,
begrensd
eenerzijds
door
het
zoogenaamde
Witte
Huis
inde
Raadhuisstraat
en
anderzijds
door
de
Twentsche
Bank,
afgebroken
in
verband
met
de
uitbreidingsplannen
van
die
Bank.
Daarbij
zijn
blootgelegd
twee
groote
verwulften,
blijkbaar
vroeger
een
waterverbinding
vormen
-
de
tusschen
Singel
en
Nieuwe
Zijüs
Achter-
Burgwal
(de
tegenwoordige
Spuistraat).
In
latere
jaren
dienden
die
verwulften
als
kelders
voor
de
huizen,
welke
men
er
opgebouwd
had,
en
die
zich
tengevolge
van
die
min
of
meer
verheven
ligging
aan
de
Singelzijde
onder
-
scheidden
door
zeer
hooge
stoepen.
Wij
be-
90