Tekstweergave van GA-1920_MB007_00089
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
MEDEDEELINGEN
VAN
HET
BESTUUR
BEZICHTIGING
DER
INRICHTING
VOOR
VUILVERBRANDING
De
Directeur
der
Stads-reiniging
heeft
zich,
op
verzoek
van
het
Bestuur,
bereid
verklaard
de
leden
van
het
Genootschap
met
hunne
Dames
inde
gele
genheid
te
stellen
de
inrichting
voor
vuilverbranding
aan
de
overzijde
van
het
IJ
te
bezichtigen.
In
overleg
met
den
Directeur
is
dit
bezoek
voorloopig
uit
gesteld
tot
eender
eerste
maanden
van
1921.
Nadere
mededeelingen
zullen
zoo
spoedig
mogelijk
worden
gedaan.
AMSTERDAM
TEN
TIJDE
VAN
DESCARTES
Toen
de
groote
wijsgeer
Rmé
Descartes
zich
in
1634
in
Amsterdam
vestigde,
was
de
stad
in
sterken
groei.
Zij
was
reeds
ongeveer
twee
eeuwen
de
grootste
koop
-
stad
van
Holland
naar
het
getuigenis
van
Philips
van
Bourgondië;
zij
zou
nu
meer
en
meerde
grootste
handelsstad
der
wereld
worden.
En
zij
groeide
over
haar
muren
en
grachten
heen.
Tot
1612
was
de
Heerengracht
de
grens
der
stad
geweest;
daarna
begint
de
sterke
uitzetting
der
stad
naar
het
geniale
plan
van
burgemeester
Oetgens
en
de
zijnen.
Dat
plan
schonk
Amsterdam
zijn
prachtigen
concentrischen
vorm
;
het
gaf
de
stad
haar
heerlijken
grachtengordel,
dien
wij
zoo
goed
kennen
en
dien
de
vreem
-
delingen
zoo
bewonderen.
Tusschen
de
Keizersgracht
en
de
Prinsengrachtwas
in
het
plan
een
ruim
plein
uitgespaard
;
op
dat
plein
werd
een
kerk
ontworpen.
Met
die
West
erkerk
begon
men
in
1620
te
bouwen
;
in
1631
was
zij
voltooid
en
verhief
zij
hoog
haar
torenspits
boven
oud
en
nieuw
Amsterdam.
Vlak
daarbij,
inde
Westerkerkstraat,
zooals
men
toen
zeide,
aan
de
Westermarkt,
zooals
het
thans
luidt,
vestigde
zich
Descartes.
Nog
kan
men
zich
deze
omgeving
denken,
zooals
zij
toen
was.
Nog
staat
daar
ongerept
de
indrukwekkende
Westerkerk,
als
de
beste
proeve
van
de
monumentale
kunst
der
zeventiende
eeuw.
Nog
staat
daar
ook
het
huis
van
Descartes,
met
zijn
ongerepten
zeventiende-eeuwschen
gevel
alleen
de
ramen
zijn
een
eeuw
later
veranderd
als
een
uitnemend
staal
van
den
burgerlijken
huizenbouw
van
die
dagen.
Ook
het
interieur
geeft
nog
vrijwel
de
in
-
deeling
en
het
aspect
van
den
tijd
van
Descartes.
Zoo
kunnen
wij
ons
nog
zeer
goed
de
dagelijksche
omgeving
van
den
grooten
geleerde
realiseeren.
Er
is
in
die
woonplaats
wel
eenige
symboliek
te
zien.
Descartes
of
Cartesius,
zooals
men
in
Holland
gewoonlijk
zegt,
heeft
stellig
de
bescherming
der
Kerk,
allerminst
de
protestantsche
Kerk
gezocht.
Maar
hij
woonde
hier
toch
onder
den
Westertoren,
die
fier
op
zijn
top
de
keizerskroon
draagt,
het
symbool
van
Amsterdams
grootheid
en
macht.
Hij
zocht
hier
de
bescherming
der
stadsregeering,
die
hem
de
grootste
gave
kon
schenken
en
ook
verleende,
die
hij
noodig
had,
de
geestelijke
vrijheid.
Cartesius
zocht
in
Amsterdam
de
eenzaamheid,
die
de
vrijheid
van
den
denker
zoo
trouw
vergezelde.
Hij
zocht
en
vond
de
eenzaamheid,
die
de
een
vindt
inde
ruischende
bosschen,
de
ander
inde
verre
heide,
de
derde
aan
en
inde
oneindige
zee
;
hij
vond
ze
inde
woeling
der
groote
stad.
Wien,
die
de
eenzaamheid,
de
soms
benauwende
ver
-
latenheid
van
den
mensch
inde
menigte
kent,
zal
het
verwonderen,
dat
de
groote
geleerde
hier
in
het
woelige
Amsterdam
vond
wat
hij
zocht?
Geestelijke
vrijheid
verleende
hem
de
regeering
van
Amsterdam;
zonder
bezwaar
kon
hij
hier
in
1641
zijn
Medüaiiones
de
prima
phüosophia
en
in
1644
zijn
Principia
philosophiae
uitgeven.
Maar
hij
heeft
hier
in
Nederland
en
in
Amsterdam
meer
ge
-
vonden
dan
vrijhe
d;
zijn
invloed
was
nergens
zoo
groot
als
in
Nederland.
Het
Cartesia
-
nisme
is
zeker
wel
eender
meest
sprekende
trekken
van
het
geestelijk,
vooral
van
het
wetenschappelijk
leven
in
het
Nederland
der
zeventiende
eeuw.
Cartesianen
waren
81