Tekstweergave van GA-1920_MB007_00084

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM zoeken der voornaamste musea van Europa ; wanneer dit goede vruchten heeft opgeleverd, dan is het inde eerste plaats aan hem te danken. De voortreffelijke archivaris, die veel meer was dan een uitstekend geleerde en wiens invloed op het Amsterdam der „tachtigers” groot is geweest, overleed kort daarop, toen met het gebouw nauwelijks was begonnen. „Bij de voltooiing werd mr, J. E. van Someren Brand tot conservator aangesteld. De erf - laatster had bepaald, dat haar verzameling, als Sophia Augusta Stichting alleen tegen betaling van / 1 toegankelijk mocht worden gesteld. Doch die verzameling had weinig te beteekenen en was volkomen onvoldoende c m er een reeks van zalen mede te vullen. Van Someren Brand heeft er toen de interieurs opgesteld, afkomstig uit de huizen aan de Heeren- en Keizersgracht, dis voor het maken der Raadhuisstraat zijn gesloopt. Jaren lang is bij daarmede bezig geweest, zelf sloeg hij de hand aan het werk en hij volbracht, wat menig vakman onmogelijk achtte. Nauwelijks was de laatste zaal afgewerkt, of ook Van Someren Brand kwam te overlijden. Gelukkig kreeg hij inden tegenwoordigen conservator C. W. H. Baard een uitmuntend opvolger”. J. W. E. Het amsterdamsche straatleven. Aan deze tentoonstelling in het stedelijk Museum gehouden uit de Historisch-Topografische Atlas van de stad Amsterdam, is ruimschoots aandacht geschonken. Geopend van 25 Au - gustus tot 12 September werd zij in die paar weken bezocht door 6517 bezoekers. Ook de geïllustreerde pers (Panorama 8 eji 15 September, Leven 21 September) gaven afbeeldingen, evenals de dagbladpers beschou - wingen. Ziehier wat de N. Roti. Crt. van 15 Sept. (Ocht. C-) schreef : „Natuurlijk is er maar weer een greep gedaan uit den heelen rijken voorraad, maar wat er is, geeft toch reeds een goed beeld van het kleurige leven, dat oudtijds te zien was op onze markten, aan de veren en in het algemeen langs de straat; aan ambacht en bedrijf, aan verkeer (zoowel te voet als per karos, per slede, trek- en tentschuit, rijtuigen, diligence, trams en eindelijk auto's) ; aan volksverzame - lingen bij branden, terechtstellingen of andere openbare gebeurtenissen ; aan de echt-amster - damsche oploopjes of relletjes en oproerige bewegingen van allerlei aard ; aan volks - feesten en optochten ; aan kermissen, die weer een geheel eigen plaats onder de volksfeesten innamen, en begrafenissen, die ook vaak eene publieke vermakelijkheid waren en zijn; aan de bedienaar dier begrafenissen, onze nog altijd populaire „kraaien”, aan straat - figuren van allerlei aard. „Een groot aandeel in het straatleven lever - den oudtijds (en leveren nog altijd) de venters. Men krijgt echter den indruk dat er vroeger heel wat meer langs de straat gevent werd, en zeker heel wat anders dan nu. Op een oude kinderprent zooals er nog wel inde snoep - winkels inde Jordaan verkocht worden vond ik tal van straatroepen, die nu niet meer gehoord worden, zooals; Mostert, Mostert; Warme Waaffelen ; Jenever te koop ; Schoor - steenvegen, hou ; Haspelen en Spillen Spin - rokke ; Swavelstok groot gemak ; Kruyt voor katte en muyse ; Lanteernen Blaes ; balken ; Profytelyke lampe; Dekens koop dekens; enz. enz. En dan allerlei combinaties met „Hael” : hael sla, hael radijs, hael peeren, suyker peeren, hael rapen, sant raepen. „Op een andere kinderprent uit folklo - ristisch oogpunt zijn die oude, naïeve, slordig gekleurde houtsneden en de daaronder staande rijmpjes van veel gewicht ! is de amster - damsche kermisvreugd voorgesteld. Men ziet erop, het oude kermiswenschen dat thans nog inde najaarsgroeten voortleeft; koek - hakken en knuppelen van allerlei gedierte ; gansen, katten enz. En men laat zich wegen. De Quakzalver op zijn Theater, Roert hier lustig zijn snater, „En het vroolijke kermisvolk doet zich te goed aan allerlei lekkernij : Warme plaatkoek, dik en bol Eet daarvan jou buikje vol. „Of wel voor degenen die een hartiger brokje verkiezen : Wat zijn dat mosselen blank en vet, Zij zijn ook goed, zei Moeder Bet. „Tot slot gaat men natuurlijk naar de her - berg een gebruik dat nog niet gansch en al is uitgestorven in ons lieve vaderland en onze goede stad : Nadat wij alles hebben bekeken, Zullen de herberg ook in steken. „Van Ter Gouw is er eene kleine curieuse ver - zameling penteekeningen, welke hij, omstreeks het midden van de vorige eeuw, maakte van allerlei personen en zaken die op straat zijn aandacht trokken. Zoo bijv. vaneen poppe - kast of ronzebons; een savooysche orgel - draaier; de nieuwe overhaal aan het Rokin (het nog altijd bestaande pontje); een oud-am - sterdamsch pothuis met kippenhok voor de deur; een oude gebied paal en een banpaal, zooals er inde omgeving van de hoofdstad nog verscheidene gevonden worden ; de evo - lutie van de stadsverlichting, voorgesteld door : een kaarslantaarn (1550), een lamp - lantaarn (1750) en een gaslantaarn (1850). Vaneen krabbeltje van de eerste brievenbus die te Amsterdam geplaatst werd (in 1851) en de eerste (straat) naambordjes en buurt - bordjes (ingesteld in Januari 1851) ; de diverse „schouwburgen” van de straat, als: de rarekiek, aartsvader van den bioscoop, Jan 76