Tekstweergave van GA-1920_MB007_00082
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
kring
bijeen.
Zoo
trof
Descartes
bij
den
nuntius
M.
de
Bagné
een
zekeren
Chandoux,
die
met
zijn
reformistische
ideeën
opgang
maakte.
Door
den
kardinaal
De
Bérulle
naar
zijn
meening
gevraagd,
pleitte
Descartes
tegen
de
bestaande
logica
en
stelde
een
methode
voorop,
waarvan
de
mathesis
de
basis
was.
Dat
onderhoud
is
de
aanleiding
geworden
voor
Descartes
om
vele
jaren
later
zijn
Discours
de
la
méthode
te
schrijven.
De
aanvang
van
Descartes’
leven
zou
allerminst
er
op
wijzen,
dat
hij
als
denker
door
alle
eeuwen
moest
voortbestaan.
In
1586
geboren
in
La
Haye
tusschen
Tours
en
Poitiers
werd
hij
door
zijn
vader
op
het
Jezuïeten-college
van
La
Flèche
geplaatst,
waar
hij
zijn
leermeesteis
last
bezorgde
door
zijn
drang
om
bij
elke
discussie
tot
de
beginselen
op
te
klimmen.
Zijn
behoefte
om
zekerheid
te
hebben
kwam
op
dien
jeugdigen
leeftijd
al
naar
voren.
Hij
heeft
veel
later
zelf
zijn
opvoeding
gecritiseerd,
toen
hij
inde
mathematische
wetenschappen
rust
en
zekerheid
had
gevonden
~a
cause
de
Ia
certitude
et
de
I’évidence
de
leur
raison”.
Voorloopig
zal
hij
nog
wel
niet
dat
critische
inzicht
hebben
gehad
en
speelde
bij
den
lateren
philosoof
van
de
rede
de
intuïtie
nog
een
rol.
Na
zijn
collegetijd
heeft
hij
in
Parijs
vrij
losbandig
geleefd
en
vooral
afleiding
gezocht
in
het
spel.
Baillet,
zijn
biograaf,
verwijt
hem
dat
nogal.
Vermoedelijk
echter
was
de
laatste
nog
te
veel
onder
den
indruk
van
zijn
Vie
des
Saints
en
nam
bij
enkele
jeugd-afdwalingen
al
te
zwaarwichtig
op.
De
jeugd
van
Descartes
is
actief
geweest:
hij
heeft
gereisd
en
gevochten
en
onderscheidde
zich
daarbij
door
groote
dapperheid.
Heel
kieskeurig
was
hij
inde
keuze
van
zijn
legers
niet,
zoodat
het
schijnt,
dat
hij
den
oorlog
meer
bij
wijze
van
sport
dan
om
de
rechtvaardigheid
der
zaak
beoefende.
Eerst
diende
hij
onder
den
protestanten
Prins
Maurits
in
Holland,
later
nam
hij
dienst
in
het
katholieke
Beijersche
leger.
In
Breda
ontmoette
hij
in
die
dagen
Isaac
Beekman,
op
wien
deze
jeugdige
een
geweldigen
indruk
maakte
door
de
snelle
en
juiste
oplossing
vaneen
geo
-
metrisch
probleem.
De
verhouding
tusschen
deze
beiden
na
die
eerste
ontmoeting
is
bekend.
Na
een
tijd
van
reizen
en
trekken
is
hij
in
Parijs
teruggekomen.
Zijn
natuur
van
bohémien
en
kluizenaar
tevens
vond
er
eenigen
tijd
bevrediging,
maar
ten
slotte
was
het
leven
hem
daar
toch
te
machtig.
Hij
vertelt
zelf,
dat
hij
de
verwachtingen,
die
men
van
hem
had
als
philosoof,
niet
wilde
teleurstellen
en
daarom
alle
oorden
moest
vermijden,
waar
vrienden
of
kennissen
hem
konden
vinden.
Hij
is
om
zoo
te
zeggen
gevlucht
naar
Holland,
waar
hij
circa
20
jaar
heeft
gewoond
en
zijn
meest
vruchtbaren
arbeid
heeft
geleverd.
Meestal
zocht
hij
hier
plaatsen,
waarbij
een
rustig
buitenleven
had,
toch
inde
buurt
vaneen
centrum
van
geestelijk
leven:
in
Franeker
staat
nog
inde
registers
der
universiteit
„Renatus
Descartes
gallus
philosophus
16
April.
1629”.
In
die
stad
heeft
hij
zijn
philosophisch
systeem
afgerond.
In
1630
schreef
hij
aan
Mersenne:
„Je
pense
avoir
trouvé
commenj
ou
peut
demontrer
les
verités
d’une
qui
est
plus
évidente
que
les
démonstrations
de
géometrie.
Les
neuf
premiers
mois
que
j’ai
été
dans
ce
pays
je
n’ai
pensé
a
autre
chose”.
In
1634
vinden
we
hem
in
Amsterdam
in
het
huis,
waar
thans
op
16
October
een
gedenk
-
steen
wordt
geplaatst.
Professor
Gustave
Cohen
heeft
Descartes
op
alle
plaatsen,
waar
hij
in
Nederland
heeft
gewoond,
gevolgd
en
een
kostbaar
materiaal
ver
-
zameld.
Hij
zal
bij
die
gelegenheid
inde
Aula
der
Universiteit
een
voordracht
houden
over
Descartes
in
Holland.
De
Académie
jrangaise
zal
zich
bij
deze
acade
-
mische
plechtigheid
laten
vertegenwoordigen
door
Réné
Doumic,
die
een
rede
over
de
Cartesische
wijsbegeerte
zal
houden.
74