Tekstweergave van GA-1920_MB007_00033

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR ALGEMEENE LEDENVERGADERING De Algemeene Ledenvergadering, waarbij de leden hunne dames konden introdu - ceeren, is 8 Maart 1920 gehouden inde beneden-zaal van het Stedelijk Museum. De rekening over het algeloopen genootschapsjaar. Mei —December 1919, aan - wijzende in ontvangst en uitgaaf f 6064.9b 5 , werd goedgekeurd en de Penning - meester gedechargeerd; de aftredende bestuursleden dr. Joh. C. Breen, prof. dr. H. Brugmans en D. Kouwenaar werden bij acclamatie herkozen. Uit het jaarverslag van den Secretaris bleek dat het ledental steeg tot 1163 tegen 1132 bij het einde van het vorig genootschapsjaar. In weerwil der stijgende onkosten, welke zich deden gevoelen vooral inde drukkosten van de uitgaven, bleek het mogelijk de verschijning geregeld te doen plaats hebben. Melding werd gemaakt van het gereed komen van de bibliografie van reisbeschrijvingen, waarin Amsterdam behandeld wordt, samengesteld door den heer J. N. Jacobsen Jensen; onder den titel Reizigers in Amsterdam werd het werk verzonden, dank zij de gewaardeerde medewerking van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap. Bezoeken werden gebracht aan de Kweekschool voor de Zeevaart en het Stedelijk Armenhuis. Het bestuur heeft adhaesie betuigd met het verzoek van den Bond Heemschut aan den Minister van Waterstaat om te overwegen of het mogelijk zal zijn den gevel van het gebouw der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen bij den verbouw tot postkantoor te sparen; nader bericht werd daarop niet vernomen. Mede heeft het Bestuur zich telegrafisch gewend tot den Minister van Marine met het verzoek de slooping der Mariniers-kazerne op te schorten; aan het verzoek werd bereidwillig voldaan; het slot was echter, dat de slooping toch werd voleindigd. Nog werd bericht, dat door de statuten-wijziging, waarop koninklijke goed - keuring was verkregen, het genootschapsjaar in overeenstemming zal zijn met het kalenderjaar. Diensvolgens bestreek het verslag slechts de acht laatste maanden van 1919. Ten stotte hield dr. J. F. M. Sterck zijn aangekondigde voordracht met lichtbeelden over de Sint Agnes-kapel. NIEUWE LEDEN Het Bestuur bericht dat sinds de vorige ojrgave als nieuwe leden zijn toe - getreden tot het Genootschap: a. als donateur: de heer K. Groesbeek; b. als gewone leden: mejuffrouw S, Lefébure en de heeren C. J. Borrius en C, W. Farwerck. EEN DUITSCH GELEERDE TE AMSTERDAM Een geleerde was hij zeker, Johan Joachim Becher, die in het derde kwart der zeventiende eeuw herhaaldelijk Amsterdam bezocht. Maar een merkwaardig en vooral zonderling geleerde toch ook, zooals men ze in onzen tijd nauwelijks meer vindt. Inde chemie heeft hij een zekere reputatie behouden ; behalve scheikundige was hij ook medicus en bovendien philoloog en vooral ook econo - mist. Maar al die vakken van wetenschap en stellig nog meer beoefende hij meer praktisch dan wetenschappelijk. Maar een praktisch man was hij toch ook weer eigenlijk niet; daarvoor was hij veel te fantastisch en te wild van conceptie; ook had hij meer vaneen avonturier dan ineen wetenschappelijk man ook in de zeventiende eeuw oorbaar was. Hij was een plannenmaker wien het niet aan zekeren genialen aanleg ontbrak, maar die niet het krachtige doorzettings- 25