Tekstweergave van GA-1920_MB007_00031

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
Maasstad en het mondaine, opgeschroefde bestaan van menigen Hagenaar kent, zal moeten toegeven dat dit ten minste even - veel aanleiding geeft tot zenuw-overspanning en verstoring van de geestvermogens als de geregelde werkzaamheid van den in zijn hart degelijken, huiselijken, met een tikje humor begaafden Amsterdammer, gewoon zich te onthouden van de genoegens, welke de vreem - deling zoekt in zijn stad.” J. W. E. PERSONALIA Mr. J. Kappeyne van de Coppello f. Politicus geeft inde Opr. Haart. Cn. van 13 Februari een herinnering. „Vijf-en-veertig jaar geleden. Februari 1875, herdacht de leidsche hoogeschool haar drie - honderd-jarig bestaan. Uit alle landen waren de beroemdste hoogleeraren afgevaardigd om Leiden geluk te komen wenschen met de ver - jaardag van de zoo gedenkwaardige stichting van Willem van Oranje, den sleutelstad ge - schonken na het bekende beleg. „De vele geleerde gasten werden, behalve door hun leidsche ambtgenooten, natuurlijk ook ontvangen door de studenten. In die dagen was Th, Heemskerk voorzitter van het studentencorps en Kappeyne voorzitter van de studentensociëteit Minerva, inde wande - ling gemeenzaam de Kroeg genaamd. Het was een gelukkige samenloop van omstandigheden, dat twee jongelieden van zoo zeldzame gaven en zulk een veelbelovende toekomst, aange - wezen waren om bij deze gelegenheid, de studeerende nederlandsche jeugd te vertegen - woordigen. De gasten waren een en al ver - bazing, toen zij, zoowel door den jongen Heemskerk als door den twintig-jarigen Kap - peyne toegesproken werden in vloeiend Latijn de wereldtaal der geleerden. In die dagen studeerden vele jongeheden te Leiden, die een rol van beteekenis vervuld hebben en ten deele nog vervullen inde geschiedenis van Nederland inde laatste veertig jaren i maar onwillekeurig zullen allen, die nog over - gebleven zijn, terugdenkende aan die Februari - dagen in 1875, voor zich zien de twee kranige jongelieden, die inde volle overtuiging van hun kunnen, op zoo waardige wijze hun makkers vertegenwoordigden. „En thans, na juist 45 jaar, ook weder in de Februari-maand, stond daar Theodoor Heemskerk als minister, aan het graf van den ouden makker Job Kappeyne en men mag verzekerd zijn, dat hem op dat oogen - blik veel onuitgesproken gedachten door het hoofd zijn gegaan. Misschien trokken hem voorbij de gelukkigste, meest schitterende uren van hun beider jeugd. „Beiden zijn geslaagd, Heemskerk, de zoon van den bekenden staatsman, is getreden in de voetstappen zijns vaders voor zoover het betreft de staatkundige loopbaan. Zijn rich - ting werd door de tijdsomstandigheden een geheel andere. Waar zijn vader eenmaal het hoofd was der conservatieve richting, werd hij eender kopstukken van de anti-revolu - tionaire partij. „Kappeyne kwam voort uiteen geheel anderen kring. Zijn vader, rector van het amsterdamsche Gymnasium, was een geleer - de, die buiten de politiek stond. Maarde jonge Job bleef er toch niet onbekend mede, want wat zijn vader te dien opzichte miste, was in dubbele mate aanwezig bij zijn oom., het bekende Kamerlid, later liberaal-minister vader der onderwijswet-Kappeyne. „Job Kappeyne is altijd bijzonder gehecht geweest aan dien oom en misschien is het wel te danken aan diens invloed, dat hij nooit veel gevoeld heeft voor het deelnemen aan de daadwerkelijke politiek met al haar kronkelwegen, want als bij gewild had, zou hij met zijn scherp verstand, groote opmer - kingsgave en een verwonderlijk redenaars - talent ook op staatkundig terrein een rol van groote beteekenis vervuld hebben. „Heemskerk en Kappeyne, sieraden der academische leidsche jeugd in 1875, zullen door hun optreden in het maatschappelijk leven, niet spoedig vergeten worden maar misschien ligt hun gelukkigst levenstijdperk in die ver verleden dagen. „De minister van Justitie sprak aan de geopende groeve uit naara der regeering, maar ook als vriend. Dat is begrijpelijk. Zeer zijnde weger van beiden inden loof) der jaren uiteengeloopen en dein hart en nieren vooruitstrevende Kappeyne, heeft ongetwijfeld dikwijls met achterdocht gevolgd de politieke kronkelingen van Heemskerk. En toch zal steeds bij beiden de herinneringen geleefd hebben aan de dagen, toen beiden zoo krach - tig medewerkten aan Leiden’s roem.” J.W.E. VRAGENBUS (Antwoorden in te leveren Heerengracht 68 ) VRAGEN Amsterdamsche Courant. De Telegraaj van 8 Februari drukte het hoofdartikel van de vorige maand over. Zij verzet zich echter tegen mijn mededeeling dat de oude Amster - damsche Courant in 1882 den strijd om het bestaan heeft moeten opgeven. „Niet tot’Bz, maar tot 1902 heeft het blad onder dien naam bestaan. Op 31 December van dat jaar werd het inde Telegraaf opgenoraen”, schrijft dit orgaan, Is dat inderdaad zoo? Ik ont - leende het jaartal 1882 aan hetgeen Vander Meulen in 1885 schreef in zijn standaardwerk over de Courant (blz. r 25): „De oude Amsterdamsche Courant, de zoo - genaamde stads-courant, heeft in 1882 opge - honden te bestaan.” Echter voegt hij eraan AMSTELODAMUM 23