Tekstweergave van GA-1920_JB018_00090
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
den
Spaanschen
Successieoorlog
had
afgesloten,
keerde
Vleerfman
naar
de
Oude
Kolk
terug,
overdekt
met
roem
en
met
een
grooten
naam
als
vesting;
bouwkundige,
doch
niet
om
van
nu
af
aan
een
rustig
leven
te
gaan
leiden;
hij
was
er
de
man
niet
naar
om
op
zijne
lauweren
te
gaan
rusten.
Wat
hem
thans
weder
weg
riep
van
zijn
sluis,
zullen
wij
in
het
volgende
hoofdstuk
beschrijven.
VII
OP
NIEUW
IN
BUITENLANDSCHEN
KRIJGSDIENST
EN
DE
GEVANGENNEMING
VAN
VON
GÖRTZ
Nadat
Vleertman
zeer
kort
na
den
vrede
van
Utrecht
het
Kanaal
was
over*
gestoken
in
het
gevolg
van
de
Prinses
van
Wales,
toen
zij
van
Hannover
naar
Engeland
reisde,
stelde
hij
zich,
na
zijn
terugkomst
op
het
vasteland,
in
dienst
van
den
Pruissischen
Koning
Frederik
Willem
I.
Deze
had
zich
n.l.
aangesloten
bij
de
coalitie
tegen
Zweden.
Wel
trachtte
Karei
XII
zich
in
Pommeren
staande
te
houden,
doch
hij
moest
terugtrekken,
waarop
de
Pruissische
Koning
het
beleg
sloeg
voor
de
vesting
Stralsund,
de
laatste
Zweedsche
bezitting
in
Pruissen.
Ook
nu
scheen
Vleertman,
telkens
als
hij
zijn
ambt
van
sluiswachter
tijdelijk
over
deed,
de
verplichting
op
zich
te
hebben
genomen
het
Stadsbestuur
van
Amsterdam
op
de
hoogte
te
houden
van
de
gebeurtenissen,
welke
hij
mede*
maakte.
Vandaar
dat
hij,
ook
na
het
eindigen
van
den
Spaanschen
successie*
oorlog,
de
briefwisseling
vervolgt.
Zoo
schrijft
hij,
31
Juli
1715
voor
Stadsund
liggende,
aan
de
Amsterdamsche
burgemeesters,
dat
hij
„mit
50
timmerlieden
Ende
1500
mande
wegen
tüessen
Uier
ende
grieswall
moet
maken,
voor
den
aanvoer
van
de
belegeringsartillerie.
Men
verkeerde
in
onzekerheid
omtrent
hetgeen
de
Zweedsche
Koning
in
het
schild
voerde;
alleen
wist
men
dat
hij
25
Juli
met
zijn
leger
naar
de
vloot
getrokken
was.
Of
hij
echter
het
eiland
Usedom
wilde
verdedigen,
dan
wel
naar
Dantzig
trekken,
om
een
diversie
in
Polen
te
maken,
of
naar
Hamburg
marcheeren
bleef
vooralsnog
een
raadsel.
Inmiddels
bewees
Vleertman
zijn
goede
diensten
als
ingenieur
dooreen
brug
van
schanskorven
van
niet
minder
dan
40
voet
breed
door
de
rivier
te
leggen,
waardoor
hij
veel
heeft
bijgedragen
tot
den
val
van
de
vesting
op
24
December
1715.
Een
ernstige
ziekte
maakte
voor
geruimen
tijd
een
einde
aan
zijne
krijgsbe*
40