Tekstweergave van GA-1920_JB018_00061
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
jonge
krijgsman
ook
hij
de
belegeraars,
evenals
bij
de
verovering
van
Bonn
in
November
van
datzelfde
jaar.
Als
belooning
voor
zijn
moedig
gedrag
werd
hij
den
2
en
Augustus
1674
tot
vaandrig
benoemd,
in
welken
rang
hij
met
Willem
111
naar
de
Zuidelijke
Mederlanden
trok
en
daar
den
slag
bij
Senef
bijwoonde.
Twee
jaar
later
volgde
zijn
benoeming
tot
luitenant.
De
vrede
van
Nijmegen
in
1678
maakte,
althans
voor
het
oogenblik,
een
einde
aan
zijn
militaire
loopbaan,
daar
zijn
Regiment
werd
afgedankt;
na
dat
jaar
woonde
hij
afwisselend
te
Amsterdam
en
te
Haarlem.
Hij
schijnt
zich
evenwel
niet
als
„Poorter”
te
hebben
doen
inschrijven;
inde
Poorterboeken
van
Amsterdam
komt
tenminste
zijn
naam
niet
voor,
evenmin
als
in
het
„ingesetenen
Register”
of
in
het
„Boek
waarinne
aangeteekent
worden
de
naamen
der
geenen,
die
zich
voor
eenigen
tijd
met
haar
familie
uyt
de
Stad
begeven
en
inmiddels
haar
Domicilium
alhier
te
stede
blijven
continueeren”,
welke
boeken
zich
in
het
Amsterdamsche
Archief
bevinden.
Zijn
Levensgevallen
vermelden,
dat
hij
zich
nu
als
„suikerrafinadeur”
te
Am*
sterdam
vestigde
1
.
Toen
de
WestHndische
Compagnie,
na
een,
den
14
en
Maart
1679
door
de
Vroedschap
van
Amsterdam
geapprobeerd
accoord
te
hebben
gesloten
met
de
Bewindhebbers
van
de
gelijknamige
Compagnie
in
Engeland
„tegens
de
Lor*
rendrayers”
(dat
zijnde
kapers
)
op
de
kust
van
Guinea,
voetvolk
voor
hare
bezittingen
noodig
had,
werd
aan
Vleertman
een
kapiteins*plaats
aangeboden;
hoewel
eerst
geneigd
haar
aan
te
nemen,
daar
de
krijgsmansstand
hem
meer
aanlokte
dan
het
zoete
vak,
thans
door
hem
uitgeoefend,
kwamen
hem
echter
zulke
slechte
berichten
omtrent
het
ongezonde
klimaat
van
de
Guineesche
kuststreek
ter
oore,
dat
hij
meende
te
moeten
bedanken.
Gedureode
een
vijftal
jaren
leeft
hij
nu
als
rustig
burger
inde
hoofdstad,
welk
tijdvak
alleen
onderbroken
wordt
door
zijn
huwelijk
met
Rebecca
Beuns
Mathijsdk
In
het
„Inteeken
Boeck
van
de
Kerck"
(d.i.
de
Staatskerk)
komt
den
16
cn
Augustus
1681
het
volgende
voor:
„Compareerden
als
voren
Willem
Vleertman
van
Soest”,
(?)
„Suykerbackersknecht,
out
26
jaren
op
de
prinsegraft,
ouders
doot
geassistert
met
abrarn
belcamp
ik
rebecca
mattijse
van
A;
(n.l.
Amsterdam)
out
21
jaren
op
de
bloemgraft
geassistert
met
haer
moed
r
margriet
isaacx,
1
Reeds
in
1658
bezat
Amsterdam
een
veertigtal
suikerraffinaderijen.
11