Tekstweergave van GA-1919_MB006_00104
Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM
Floris
Gerard
Kramp
werd
blijkens
zijn
Levensbericht
door
A.
Kluyver
den
20
Decem
-
ber
1848
te
Amsterdam
geboren.
Hij
bezocht
daar
de
openbare
handelsschool.
Door
den
invloed
van
N,
G.
Pierson
kreeg
hij
in
1864
een
betrekking
aan
de
juist
opgerichte
Suri
-
naamsche
Bank.
In
1869
volgde
hij
zijn
vader
op
als
collecteur
der
staatsloterij
na
meerder
-
jarig
te
zijn
verklaard.
Hij
hield
evenals
zijn
vader
kantoor
op
het
Damrak.
Een
jaar
daarna
associeerde
hij
zich
met
den
collecteur
Cretier
;
zoo
ontstond
de
firma
Cretier
en
Kramp,
waarvan
hij
altijd
lid
is
gebleven.
Het
kantoor
der
nieuwe
firma
was
aan
den
Dam,
totdat
het
bekende
achttiende-eeuwsche
huis
in
verband
met
de
verruiming
van
den
Dam
werd
afgebroken;
de
firma
verhuisde
toen
naar
het
Singel.
Kramp
was
echter
meerman
van
studie
dan
van
praktijk.
Reeds
in
1869
of
1870
maakte
hij
kennis
met
het
Chineesch.
Ook
van
het
Russisch
maakte
hij
sedert
1872
grondige
studie;
toen
deed
hij
meermalen
reizen
naar
Rusland
;
ook
Aziatisch
Rusland
werdbezocht.
In
het
algemeen
was
hij
bijzonder
goed
met
Azië
bekend
;
veel
heeft
hij
over
verschillende
landen
daar
geschreven.
In
1900
verhuisde
hij
naar
Leiden
met
verlof
zijn
kantoor
te
Amsterdam
te
blijven
waar
-
nemen.
In
1913
werd
dat
verlof
evenwel
in
-
getrokken
en
verhuisde
Kramp
weer
naar
Amsterdam.
Daar
stierf
hij
den
29
Juni
1918.
H.
B.
G.
van
Arkel.
Inden
bundel
Levens
-
berichten
van
de
Maatschappij
der
nederland
-
sche
Letterkunde
beschrijft
A.
W.
Weissman
het
leven
van
den
architect
Gerrit
van
Arkel.
Den
3
April
1858
te
Loenen
aan
de
Vecht
geboren,
kwam
Van
Arkel
al
spoedig
naar
Amsterdam
;
daar
kwam
hij
inde
leer
bij
den
bekenden
Jan
Galman,
die
een
groote
brug
over
het
IJ
wilde
slaan.
Later
werkte
hij
bij
G.
B.
Salm.
In
1883
vestigde
hij
zich
als
architect
te
Amsterdam,
eerst
in
associatie
met
W.
Wilkens,
die
al
spoedig
overleed.
In
den
eersten
tijd
bouwde
hij
veel
winkelhuizen
in
oud-hollandschen
stijl;
zulk
een
huis
is
de
sigarenwinkel,
hoek
Kalverstraat
en
Heili
-
genweg.
Na
1893
volgde
hij
Berlage
na
in
diens
streven
naar
eenvoud
en
logische
constructie
;
als
staal
daarvan
is
aan
te
merken
het
gebouw
van
de
Buitenlandsche
Bankvereenigixtg
aan
het
Damrak.
Later
bouwde
hij
nog
de
beurs
voor
den
diamanthandel,
koffiehuizen,
fa
-
brieken,
diamantslijperijen
enz.
Eenige
jaren
was
hij
lid
van
den
gemeenteraad.
In
ruimer
kring
is
hij
bovendien
bekend
gebleven
als
de
bewerker
(met
Weissman)
der
Noord
-
hollandsche
Oudheden
waarvoor
hij
zeer
veel
teekeningen
heefc
gemaakt.
Inde
laatste
jaren
woonde
Van
Arkel
te
Abcoude,
waar
hij
den
11
Juli
1918
is
gestorven.
H.
B,
Gen.
F.
H.
Boogaard
was
blijkens
zijn
levensbericht
door
jhr.
L.
M.
A.
von
Schmid
jaren
lang
de
militaire
medeweker
van
het
Handelsblad.
Na
het
optreden
van
De
Roo
van
Alderwerelt
als
minister
van
oorlog
nam
Boogaard
van
hem
die
taak
over.
Hij
heeft
die
functie
24
jaren
met
opgewektheid
en
groote
toewijding
vervuld.
Behalve
de
meer
dan
1400
militaire
opstellen,
die
hij
op
het
voetspoor
van
De
Roo
met
„Mars”
onder
-
teekende,
heeft
hij
bovendien
nog
een
zeer
groot
aantal
bijdragen
voor
het
Handelsblad
geleverd.
Zijn
invloed
op
de
publieke
opinie
was
in
militaire
dingen
dan
ook
zeer
groot.
H.
B.
VRAGENBUS
(Antwoorden
in
te
leveren
Heerengracht
68J
VRAGEN
De
Hond
inde
pot.
In
oud-Amsterdam
was
meer
dan
één
huis
waar
de
Hond
inde
Pot
inden
gevel
stond
:
een
steen
waarop
afgebeeld
staat
hoe
zoo’n
viervoeter
bij
zijn
poging
om
aan
den
kost
te
komen
met
den
kop
inden
pot
vastgeraakt
was.
Een
héél
bekende
voor
-
stelling
van
dien
aard
was
voor
de
herberg
van
dien
naam
op
den
Dam
te
zien.
Nu
is
de
vraag,
hoe
valt
die
voorstelling
te
rijmen
met
het
spreekwoord
:
„je
vindt
den
hond
inden
pot”,
dat
gebruikt
wordt
tegenover
iemand
die
te
laat
aan
tafel
komt
en
dus
den
kans
loopt
dat
er
niets
meer
van
het
maal
over
is
?
Is
dit
een
geschikt
distinctief
voor
een
herberg
en
logement,
waar,
naar
verondersteld
mag
worden,
.
op
het
onthaal
van
reizigers
en
hongerige
gasten
behoort
gerekend
te
zijn
?
Of
heeft
vroeger
dit
spreekwoord
een
andere
strekking
gehad
?
Ziet
de
afbeelding
op
een
of
andere
vergeten
gebeurtenis
inde
oudheid,
of
een
fabel
of
een
overlevering
?
Deze
vraag
wordt
gesteld,
omdat
blijkt
dat
de
steenen
met
de
Hond
inden
Pot
niet
enkel
te
Amsterdam
voorkwamen;
ook
een
engelsche
gevelsteen
met
deze
voorstelling
is
bekend.
Corn.
J.
G.
Beeld
van
Lovola.
In
het
Museum
Amstelkring
(O.
Z.
Voorburgwal
40)
bevindt
zich
een
marmeren
beeld
in
levensgrootte
van
den
H.
Ignatius
van
Loyola,
hetwelk
door
H.
M.
de
Koningin
Regentes
namens
H.
M.
de
Koningin
aan
den
Amstelkring
werd
ge
-
schonken
in
het
jaar
1898.
Dit
beeld
is
afkomstig
uit
het
Koninklijk
Paleis
op
den
Dam
en
wordt
mi.
ten
onrechte
toegeschreven
aan
den
beroemden
Quellinus.
Vraag:
hoe
kwam
dit
standbeeld
van
eenen
roomschen
heilige,
en
nog
wel
van
den
stichter
der
Jesuitenorde
in
het
vroegere
stadhuis
van
Amsterdam
?
Daar
was
het
toch
allerminst
op
zijne
plaats!
W.
96