Tekstweergave van GA-1919_MB006_00103

Deze tekst is automatisch getranscribeerd en kan fouten bevatten.
AMSTELODAMUM tot pensionnaire van den Koning. In Utrecht maakte hij kennis met J. L. Beyers en toen deze drie jaar later (1886) verbonden werd aan het Nieuws van den Dag, kwam Wencke - bach als illustrateur bij Roelofizen en Hübner, de drukkers dier courant. Men was daar juist bezig met het vooruitbrengen der afdeeling chemigrafie; Wenckebach vond daar ruim - schoots werk. Zoo ontwikkelde hij zich tot teekenaar van reproductie-teejceningen voor ex-libris, spijskaarten, diploma’s e.d. Voor die drukkerij ontwierp hij de bekende jaarkalenders. Voor het Zondagsblad van het Nieuws teekende hij allerlei amsterdamsche stadsgezichten, waarvan een keur in 1907 als premie van het Nieuws is uitgegeven, het welbekende boekske Oud-Amsterdam, 100 stadsgezichten. In 1917 is de band met de drukkers-firma losgemaakt. Een goed gelijkend portret is aan de schets toegevoegd. J. W. E. Dr. Joh. C, Breen. Een paar woorden wensch ik als persoonlijke herinnering te schrij - ken omtrent de huldiging, die onzen secretaris als adjunct-archivaris der gemeente Amster - dam 20 November j.l. in het archief-gebouw aan den Amsteldijk is te beurt gevallen. Ik mag mij er in verheugen, dat zoovelen gehoor hebben gegeven aan den oproep der te dezer zake geconstitueerde commissie, die zich op mijn initiatief had gevormd. Bij monde van mr. W. R. Veder, den archivaris, van dr. W. Zuidema, van prof. dr. H. Brugmans, den voorzitter der commissie, van prof. dr. H. H. Kuyper, als rector-magnificus der Vrije Uni - versiteit, van dr. T. Ferwerda, namens de Ver - eeniging voor lager onderwijs op gereformeerden grondslag, van den heer A. B. van der Vies, namens de archief-bezoekers en van ds. Chr. Hunningher als vriend van den jubilaris werd in toespraken ineen helder daglicht gesteld, welke zijnde kwaliteiten van Breen als archief - ambtenaar, als geschiedschrijver van Amster - dam, als secretaris van ons Genootschap, als functionaris van onderscheidene betrek - kingen bij de Gereformeerde Kerk en bij de Vrije Universiteit, als mensch, wien de vreeze des Heeren en wien het Soli Dei Gloria immer ten richtsnoer is geweest bij zijn privaat en maatschappelijk leven. Ik wist die hooge levensopvatting ; ik wist hoezeer Breen gaarne het christelijk element naar voren gebracht ziet ook inde alledaagsche voorvallen. Ge - makkelijk vond ik daarom medewerking om door orgelspel op mijn harmonium dien feest - dag voor hem gereformeerde wijding te geven. Bij het binnentreden inde zaal speelde ik in overleg met de commissie-leden ps. 121 v. 34 en ps. 134 na het spreken van zijn slotwoord. Spontaan stemden velen der aanwezigen hier - mede indoor het „Dat ’s Heeren zegen op U daal” mede te zingen. Was dit niet het voldoende bewijs, hoezeer aan Breen bet allerbeste toegewenscht werd ? Ook op deze plaats zij het mij vergund hier onzen secretaris, die zulk een belangrijk aandeel heeft in het bloeien van dit Maandblad een hartelijk geineen - den gelukwensch aan te bieden, want zijn voort - durend welvaren zal ons Genootschap mede ten voordeele strekken. Namens de vrienden werd aan Breen een album aangeboden inden vorm vaneen album amicorum ineen band van de firma J. Brandt en Zoon. Het binnenwerk bestond uit gedrukte naamlijsten gezet uit de holland - sche mediaeval van S. H. de. Roos op groene ondergrond, gereed gemaakt door Ipenbuur en van Seldam, den drukker van dit Maand - blad, voorafgegaan dooreen titelblad ge - calligrafeerd door mej. G. te Winkel. Be inscriptie daarvan met het motto : „Magno usui est memoria rerum gestarum”, luidde ; „Johanni Christiano Breen, viro doctissimo, annum vicesimum quintum urbi Amstelo - dami rem tabulariam administranti, honoris causa, amici” was omgeven dooreen rand, waarin afbeeldingen waren opgenomen van P. C. Hooft over wiens Historiën vcor 25 jaar hij een academisch proefschrift schreef Jan Wagenaar, afbeeldingen van de Sint- Anthonies-waag, het archief-gebouw aan den Amsteldijk, het groot-zegel van Amsterdam, het zegel der Vrije Universiteit en een kaart van het middeleeuwsche Amsterdam. J. W. ENSCHEDé. AnèLE Josephine Godoy was blijkens haar door Jos. Jacobson geschreven levens - bericht 4 Februari 1863 in Mexico geboren. In 1883 was zij als correspondente van het groote spaansche dagblad Las Novedades te New-York naar Amsterdam, waar de wereld - tentoonstelling werd gehouden. In 1887 kwam zij te Amsterdam terug, waar zij zich als trans - latrice voor Spaansch, Engelsch, Fransch en Italiaansch vestigde en ook onderwijs in die talen gaf. Zoo heeft zij ongeveer vijf jaren in Amsterdam gewerkt, totdat zij in 1893 naar Rotterdam vertrok, waar zij in 1903 leerares in het Spaansch aan een hoogere burgerschool werd. Daar is zij den 26 October 1918 gestorven; zij werd op de Nieuwe. Oosterbegraafplaats te Amsterdam ter ruste gelegd. H. B. C. M. Pleyte Wzn. Blijkens zijn door dr. N. J. Krom geschreven Levensbericht werd Pleyte in October 1887 conservator van het ethnographisch museum van Artis. Dat museum heeft hij in hoofdaak naar zijn eigen denkbeelden kunnen inrichten en be - schrijven ; in 1888 verscheen daarvan een gids. In zijn amsterdamsche jaren publiceerde hij een groot aantal ethnographische studiën. Op den duur voldeed hem die werkkring niet; in 1896 verliet hij Amsterdam om als mede-directeur te worden verbonden aan de firma E. J. Brill te Leiden. H. B. 95